Le Pass 13: Tous inventeurs! Flashcards
het toestel
l’appareil
de bak
le bac
de richtingaanwijzer
le clignotant
het deksel
le couvercle
de oven
le four
het stuur
le guidon
de uitvinder
l’inventeur
de plakband
le papier collant
de straal
le rayon
het systeem
le système
het alarm
l’alarme
de warmte
la chaleur
de verbeelding
l’imagination
het voedsel
la nourriture
het wiel
la roue
het leven
la vie
de ruit
la vitre
ingewikkelt
compliqué
verstrooid
distrait
plat
plat
praktisch
pratique
zonne-
solaire
verbergen
cacher
ontwerpen / maken
créer
ontdekken
découvrir
maken / fabriceren
fabriquer
bedenken
imaginer
uitvinden
inventer
(op)heffen
lever
mengen
mélanger
zijn plan trekken
se débrouiller
beginnen te
se mettre à
spotten met
se moquer de
dienen om te / voor
servir à
(elkaar) (aan)raken
(se) toucher
(om)draaien
tourner
de magneet
l’aimant
door middel van
à l’aide de
binnen(in)
à l’intérieur (de)
dankzij
grâce à
de aan- en uit knop
le bouton marche-arrêt
de drukknop
le bouton-pression
het elektrisch circuit
le circuit électrique
de stroom
le courant
de elektrische draad
le fil électrique
de schakelaar
l’interrupteur
de motor
le moteur
de riem
la bande
de batterij
le batterie / la pile
de plaat
la plaque
het handvat
la poignée
het stopcontact
la prise de courant
de toets
la touche