Engels Flashcards
verlaten
abandoned
troosteloos
desolate
beangstigend
scary
griezelig
creepy
opgewonden
excited
doodsbang
terrified
kloppend
pounding
vermoorden
to kill/ to murder
een moordenaar
a killer/ a murderer
spoken
to haunt
beheksts
haunted
ontvoeren
to kidnap
een ontvoerder
a kidnapper
schreeuwen
to scream
een schreeuw
a scream
ontsnappen
to escape
roepen
to yell
bang zijn
to feel scared
doen schrikken
to scare
kloppen
to knock
fluisteren
to whisper
sterven
to die
dood
dead
de dood
death
verdwijnen
to disappear
liften
to hitchhike
een slachtoffer
a victim
een verdachte
a suspect
een ongeval met vluchtmisdrijf
a hit-and-run-accident
een auto-ongeval
a car crash
een getuige
a witness
een krant
a newspaper
zich gedragen
to behave
een verloren voorwerp
a lost item
opeisen
to claim
een luis
a louse (two lice)
een bankje
a bench
een muis
a mouse (two mice)
veel
plenty of
een ziekte
a diseas
ontsnappen
to escape