Latijnse woorden Flashcards
1
Q
In het mediaanvlak
A
Medianus
2
Q
Rechts
A
Dexter
3
Q
Links
A
Sinister
4
Q
Inwendig
A
Internus
5
Q
Uitwendig
A
Externus
6
Q
Diep
A
Profundus
7
Q
Oppervlakkig
A
Superficialis
8
Q
Vlak evenwijdig aan mediaanvlak
A
Sagittaal
9
Q
Rugwaarts
A
Dorsalis
10
Q
Buikwaarts
A
Ventralis
11
Q
Richting hoofd
A
Cranialis
12
Q
Richting staart
A
Caudalis
13
Q
Van mediaanvlak weg
A
Lateralis
14
Q
Naar mediaanvlak toe
A
Medialis
15
Q
Kern
A
Nucleus
16
Q
Kraakbeen – lijm
A
Chondrine
17
Q
Kraakbeen vlies
A
Perichondrium
18
Q
Jonge kraakbeen cellen
A
Chondroblasten
19
Q
Opperhuid
A
Epidermis
20
Q
Lederhuid
A
Dermis
21
Q
Onderhuid
A
Hypodermis
22
Q
Spier haarzakje
A
Musculi arectores pilorum
23
Q
Buitenste schorslaag
A
Corticalis
24
Q
Lang been
A
Os longum
25
middenstuk lang bot
Diafyse
26
Uiteinde lang bot
Epifyse
27
Kort been
Os breve
28
Heup
Ossa coxae
29
Knie
Patella
30
binnenste laag gewrichtskapsel
Membrana synoviales
31
buitenste laag gewrichtskapsel
Membrana fibrosa
32
slijmbeurs of gewrichtsbeurs
Bursa synoviales
