Hoofdstuk 2 _ Biologie, cytologie Flashcards
Biologie
De studie van de levende wezens en hun levensverrichtingen
Stofwisseling of metabolisme
De opname van materiaal uit de omgeving en de omzetting in lichaamseigen (organisch) materiaal , welk opnieuw kan afgebroken worden tot de elementaire elementen.
Noodzakelijk voor groei en vervanging van cellen.
Anabolisme
constructief metabolisme
Katabolisme
destructief metabolisme
Prikkelbaarheid
Vermogen om te reageren op prikkels
Vermogen om te evolueren
Vorm van actieve aanpassing aan het milieu
Cel
Het kleinste geheel dat qua bouw en functie op zichzelf bestaat en zich autonoom kan vermenigvuldigen
Celmembraan
Opgebouwd uit een dubbele laag vetachtige molecule waarin eiwitmolecule drijven, dit is een lipoproteïnemembraan
Fagocytose
Opname van relatief grote partikels
DNA
Desoxyribonucleïnezuur
Mitochondriën
Energiecentrale van de cel
- Slaan energie op onder de vorm van ATP (adenosine triphosphate)
- Meer aanwezig in zeer actieve cellen
Ribosomen
Eiwitsynthese
Ruw endoplasmatisch reticulum : R. E. R.
- bekleed door verschillende ribosomen
- transport van eiwitten geproduceerd door de ribosomen
Glad endoplasmatisch reticulum : S. E. R.
- Geen ribosomen op het oppervlak
- Synthese van vetten en steroïden
Golgi – apparaat
Inpak – afdeling van de cel & productie lysosomen