Latijn grammatica zinnetjes deel 1 Flashcards

1
Q

hoc coeamus

A

laten we hierheen samenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ne hoc facias

A

je moet dat niet doen, doe dat niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ne dixeris

A

je moet niet zeggen, zeg niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

quid faciam?

A

wat moet ik doen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nescio, quid faciam?

A

ik weet niet wat ik moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sis felix, nostrumque leves laborem

A

moge u gelukbrengend zijn, en onze ellende verlichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

at tu dictis, Albane, maneres!

A

maar was jij maar, inwoner van Alba, trouw gebleven aan je woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eadem me ad fata vocasses

A

had je me maar naar hetzelfde lot geroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

quid possit credere?

A

wie zou het kunnen geloven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vellet abesse quidem, set adest

A

hij zou weliswaar afwezig willen zijn, maar hij is aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

se te vidissem, primus fuisses

A

als ik jou had gezien, zou jij de eerste zijn geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sonum, quem non edere possit cervus

A

een (zodanig) geluid, dat een hert het niet kan voortbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dux nuntium mittit, qui dicat…

A

de aanvoerder zendt een bode, om te zeggen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

qui mare, qui terras omnis dicione tenerent

A

die de zee, die alle landen onder hun gezag moest houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pater igitur amens, qui oddisset eum sine causa?

A

is de vader dus waanzinnig, omdat hij hem zonder rede haatte?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cui placeas, inquire

A

informeer, bij wie je in de smaak valt

17
Q

dixit servus se omnia fecisse, quae sibi imperata essent

A

de slaaf zei dat hij alles had gedaan wat hem was opgedragen

18
Q

ipsa petenda mihi est

A

zij moet zelf door mij aangevallen worden

19
Q

vel ad oscula danda pateres

A

dat jij tenminste zou openstaan om kussen te geven

20
Q

volvendis mensibus

A

met het voortrollen van maanden

21
Q

spes belli gerendi

A

de hoop om oorlog uit te voeren

22
Q

belli gerendia cause/gratia

A

om oorlog te voeren

23
Q

apta faciendo igni

A

geschikt om vuur te maken

24
Q

ad bellum gerendum

A

om oorlog te voeren

25
Q

bello gerendo

A

door oorlog te voeren

26
Q

in bello gerendo

A

bij/tijdens het voeren van een oorlog

27
Q

de bello gerendo

A

over het oorlogvoeren