lastige woorden chapitre 1 Flashcards
1
Q
Het uitstapje, de uitgang
A
la sortie
2
Q
daarna
A
ensuite
3
Q
ik geloof
A
je crois
4
Q
het weerbericht
A
la météo
5
Q
Ik neem, ik pak
A
Je prends
6
Q
Ik ben bang
A
j’ai peur
7
Q
Het is slecht weer
A
Il fait mauvais
8
Q
Het weer, de tijd
A
le temps
9
Q
bijna
A
Presque
10
Q
ten eerste, eerst
A
d’abord
11
Q
de lente
A
au printemps