language help | abbreviations Flashcards
1
Q
Wat zijn manieren om af te korten?
A
- de meeste lidwoorden en voegwoorden weglaten
- woorden inkorten door letters weg te halen
- afkortingen en symbolen gebruiken voor veel voorkomende woorden en zinnen
2
Q
1st/2nd/3rd
A
first/second/third
3
Q
approx
A
approximately (bij benadering)
4
Q
asap
A
as soon as possible
5
Q
e.g.
A
for example
6
Q
i.e.
A
that is
7
Q
imo
A
in my opinion
8
Q
wk
A
week
9
Q
ppl
A
people
10
Q
res
A
research
11
Q
dep
A
department (afdeling)
12
Q
ustand
A
understand
13
Q
esp
A
espacially
14
Q
natl
A
national
15
Q
gov
A
government