Laatste Blad🥳 Flashcards
1
Q
Sure
A
Zeker, natuurlijk
2
Q
Than
A
Dan
3
Q
Than again
A
Aan de andere kant
4
Q
Unless
A
Tenzij
5
Q
Unlike
A
In tegenstelling tot
6
Q
Whereas
A
Terwijl
7
Q
Yet
A
Toch
8
Q
As if
A
Alsof
9
Q
Compared to
A
Vergeleken met
10
Q
Equally
A
Evenzeer, evenzo
11
Q
Just like
A
Net (zo)als
12
Q
Like
A
Zoals
13
Q
Likewise
A
Hetzelfde
14
Q
Similarly
A
Op dezelfde manier