andere woorden Flashcards
1
Q
tenzij
A
unless
2
Q
zoals 1
A
like
3
Q
bijvoorbeeld 2
A
for instance
4
Q
bijvoorbeeld 1
A
for example
5
Q
namelijk
A
namely
6
Q
zoals 2
A
such as
7
Q
voor(dat)
A
before
8
Q
gedurende
A
during
9
Q
vroeger
A
earlier
10
Q
uiteindelijk
A
eventually
11
Q
ten slotte
A
finally
12
Q
eerst
A
first
13
Q
meteen, gelijk
A
immediately
14
Q
aanvankelijk
A
initially
15
Q
in het verleden, vroeger
A
in the past