La publicité commerciale Flashcards
Applique
past toe
Public
publiek
Annonces
advertenties
affiches
aanplakbiljetten
Les spots publicitaires
de reclamespots
Panneaux publicitaires
reclameborden
Dépliants
folders
Réclames
reclamedrukwerk
Poussent a l’achat
zetten aan tot kopen
Consommateurs
consumenten
La publicité
de reclame
Mettre .. en garde contre
waarschuwen tegen
Éclairer
voor te lichten
Prix conseillés
adviesprijzen
Fixer ses prix
zijn prijzen vaststellen
Au prix imposé
tegen de vastgestelde prijs
Une nombreuse clientele
een grote klantenkring
Lancer sur le marché
op de markt brengen
De gros beneficiés
een flinke winst
Les hypermarchés/les grandes surfaces
De grote supermarkten
Apparaître
verschijnen
Petites boutiques
kleine winkeltjes
Un centre commercial
een winkelcentrum
Un libre-service
een zelfbedieningszaak
Un panier
een mandje
Se sert
bedient zichzelf
Supermarché
supermarkt
Courses/commisions
boodschappen
Est bien fourni
is goed gesorteerd
Il est approvisionné
Wordt bevoorraad
Coûte .. moins cher
Is goedkoper
Sont disposés
liggen uitgestald
Attirer l’attention
de aandacht trekken
En promotion
in de aanbieding
Pâtes
pasta’s/deegwaren
Le paquet
per pak
Pousser le chariot/le caddie
Het winkelwagentje voort te duwen
Vider
leegmaken
Déposer
neerzetten
Un sac en plastique
een plastic draagtas
Porter
dragen
En me rendant la monnaie sur
bij het teruggeven van
Cinq euros de trop
vijf euro te veel
De la monnaie
kleingeld
Faire la monnaie d’
wisselen/klein maken
Remplir son sac a provisions
haar boodschappentas vullen
Un trou
een tekort
Faire ses achats
haar inkopen te doen
Vente par correspondance
postorder (bedrijven)
Un grand magasin
een warenhuis
Satisfont les besoins
voorzien in de behoeften
Rayons
afdelingen
Une sortie/issue , de secours
een nooduitgang
Clients
klanten
Etre a la disposition
ter beschikking staan (van)
La vendeuse
de verkoopster
Profiter de remise/réduction
profiteren van korting
Les soldes
de uitverkoop
S’est débarrassé
heeft van de hand gedaan
Restaient
over waren
Un avantage
een voordeel
A moitié prixx
voor de helft van de prijs
Un chef de rayon
een afdelingschef
On s’occupe de vous?/ On vous sert?
wordt u al geholpen?
Que desirez-vous
wat wenst u?
Produits d’entretien/de nettoyage
schoonmaakmiddelen
L’escalier mécanique
de roltrap
L’ascenseur
de lift
Fixer son choix
zijn keus laten vallen
a demandé conseil
heeft advies gevraagd
Appareils ménagers
huishoudelijke apparaten
Cette marque
dit merk
Le vendeur
de verkoper
Le fonctionnement
de werking
Le mode d’emploi
de gebruiksaanwijzing
L’a renseignée sur
Heeft haar voorgelicht over
Pieces
onderdelen
S’adapte sur
past op
Fera l’affaire
precies wat ik nodig heb
Sont mal conseillés
Worden slecht geadviseerd
N’est pas marqué
prijs staat er niet op
Dans les (+ prix)
tegen de (+prijs)
Le service apres-vente
de service
Un magasin spécialisé
een speciaalzaak
J’ai fait … le tour (de)
ik ben .. doorgelopen
Au sous-sol
in het souterrain
Couper
afknippen
Mesurer
afmeten
Se vendent commes des petits pains
vliegen eruit
Marron
(kastanje)bruin
Des matieres`
materialen
Obtient
krijgen
Tres bon marché
zeer goedkoop
Une bonne affaire
een koopje
Monter
in elkaar zetten
Le rouleau
per rol
Y mettre le prix
ervoor betalen
La fête des meres
moederdag
Fragile
breekbaar
Une boite en carton
een kartonnen doos
A fixé
plakte vast
Du scotch
plakband
Un joli noeud
een mooie strik
A collé
plakte
C’est parfait!
prima!
Pour mon usage personnel
voor eigen gebruik
Serrer la ficelle
‘t touwtje aantrekken
Le noeud
de knoop
Des défauts de fabrication
fabrieksfouten
En especes
contant/cash
Ma carte de credit
mijn creditcard
Les données
de gegevens
La somme due
het verschuldigde bedrag
Une carte bancaire
een bankpas
Argent liquide
contant geld
Guichet
loket
Achetent a crédit
kopen op afbetaling
Remboursent
betalen terug
Paient comptant
betalen contant
Ticket de caisse
de kassabon
S’addreser a
zich wenden tot
Faire une réclamation
reclameren
Être rendu
teruggegeven worden
Échangé
geruild
Produits alimentaires
levensmiddelen
La vente publique
de veiling
Se tient
wordt gehouden
Les jours de marché
Op marktdagen
Déballer
uitpakken
Marchandise
koopwaar
La place du marché
het marktplein
Comparent
vergelijken`
Marchands
kooplui
Hors de prix
onbetaalbaar
.. le kilo
.. per kilo
cheres/cher
duur
Le double
tweemaal zoveel
Une livre
een pond
Au poids
per gewicht
Pese
weegt
Au marché
op de markt
.. la piece
per stuk
Combien je vous dois?
Hoeveel krijgt u van me?
Fait le compte?
klopt het (bedrag)?
Il manque
er ontbreekt
Reveint meilleur marché
is voordeliger
Par rapport au
vergeleken bij
Cela fait une différence de
dat scheelt
Par-dessus le marché
op de koop toe
Recommande
beveel .. aan
Au marché aux puces
op de vlooienmarkt
Ont de la valeur
waarde hebben
Dans le commerce
in de handel
Je me suis fait avoir
ben ik afgezet
completement
helemaal
Marchander
afdingen
Discutent le prix
onderhandelen over de prijs
Élevé
hoog
réalisent leurs bénéfices
maken (zij) winst
Elle fait combien?
hoe duur is die?
Ailleurs
ergens anders?
Aurez .. baissé
zult .. verlaagd hebben
A combien tu estimes
Hoe duur schat je
Vaut (valoir)
is .. waard
Ancienne
antieke
L’ai payée
heb er .. voor betaald
Au marché noir
op de zwarte markt
Heures d’ouverture
openingstijden
Ferment
gaan dicht
Le dimanche
’s Zondags
Sont ouverts
zijn open
Qui leur font concurrence
die hen beconcurreren
Affaires
zaken
Céder leur commerce
Hun zaak over te doen
Fermer boutique
de zaak sluiten
Fonds
gelden/kredieten
Travaillent a perte
met verlies werken
Faire l’inventaire
De inventaris opmaken
Dressent le bilan
De balans opmaken
Le crédit
Het tegoed/krediet
Diminué de
verminderd met
Remettre
afdragen
Le bénéfice net
de nettowinst
Rentable
rendabel
Achete en gros
Koopt in ‘t groot in
Un prix d’achat
een inkoopprijs
A été fondée
is opgericht
Des succursales
filialen
Le prix de vente
de verkoopprijs
Prix de revient
kostprijs
Le commerce de détail
de kleinhandel
Le commerce de gros
de groothandel
un représentant de commerce
een vertegenwoordiger
Sa maison de commerce
zijn (handels)firma
Leurs fournisseurs
hun leveranciers
Livrent
leveren
Sont renvoyées
zijn teruggezonden
Tient ce commerce
drijft deze zaak
Petits commerçants
middenstanders/winkeliers
L’argent rentre
er geld in ‘t laatje komt
Avaient entraîné
met zich mee hadden gebracht
Attire .. clients
trekt klanten
Se faire de l’argent
Geld verdienen
Fonds de commerce
bedrijf/zaak
Capitaux
kapitaal
Reprendre
overnemen
Se retirer
zich terugtrekken
Prendra la suite de
zal opvolgen
Est fait pour
is geknipt voor
Il s’établira a son compte / s’installera a son compte
hij gaat voor zichzelf beginnen
Rare
schaars
Faire des réserves
hamsteren
Sont indiqués / marqués
staan aangegeven
La date limite de vente
de uiterste verkoopdatum
Ne se conservent pas
blijven niet goed
Livre a domicile
bezorgt aan huis
La vente a domicile
de verkoop aan huis
Un magasin de mode
een modewinkel
Se faire un peu d’argent
wat bij te verdienen
C’est donné
Dat is voor niks
Des fins de série
restanten
Épuisé
uitverkocht
Recherché
Veel gevraagd
A couru tous les magasins
heeft alle winkels afgelopen
Le marchand de tissus
De stoffenwinkel
Vient de / provient de
Is afkomstig van
De qualité supérieure
uitstekend van kwaliteit
Tenait un commerce
had een zaak
Magasin de pret-a-porter / de confection
confectiezaak
Un choix tres varié / beucoup de choix
een zeer ruime keuze
Prêt a rendre service
behulpzaam
Un magasin de surplus
een dumpwinkel
Demander le prix
naar de prijs vragen
Est exposé en vitrine
ligt in de etalage
Un petit défaut
een foutje
Nous faisons 40% de réduction
geven we 40% korting
des tas
een heleboel
un grand carton
een grote doos
Bottes
laarzen
Sortir .. de / prendre .. dans
halen uit
Ma pointure
mijn maat
Gratuite
gratis
Compter
in rekening brengen
Y perdre
er op verlizen
Le rayon supérieur
de bovenste plank
a moins de
voor minder dan
Cettte paire
dit paar
A fait cadeau de
heeft gegeven
Au magasin de chaussures
Naar de schoenenwinkel
Porter .. a réparer
te laten repareren
Usées
versleten
5 pour cent
vijf procent
achats
aankopen
livres d’occasion
tweedehands boeken
acccorde
geeft/verleent
présentent/montrent
laat zien
maisons d’édition
uitgeverijen
leurs catalogues
hun catalogi
sur demande
op verzoek
exemplaires
exemplaren
en vente
verkrijgbaar
a la réserve
in het magazijn
me le procurer / le trouver
aanschaffen / het krijgen
librairies
boekhandels/winkels
un stock énorme
een geweldig grote voorraad
ça dépend
dat ligt eraan
presque
bijna/haast
on n’a que l’embarras du choix
volop keus / keuze te over
avaient mis en solde
afgeprijsd hadden
volumes
delen
retourner
insturen
limité
beperkt
Périodique
tijdschrift
Je bénéficierai d’’
ik ontvang
un supplément
een extra bedrag
a prix réduit
tegen een gereduceerde prijs
a ouverture plastifiée
met geplastificeerde kaft
Il me faut
ik heb nodig
sèchent
uitdrogen
un petit pot
een potje
plus petite taille
‘n kleiner formaat
mon papier à lettres
mijn briefpapier
Blocs-notes
schrijfblokken
Chemises en plastique
plastic mappen
Combien l’as-tu payé
wat heb je ervoor betaald?
Le porte-monnaie
de portemonnee
Sur le comptoir
op de toonbank
Aux nocturnes
op koopavond
Pierres précieuses
edelstenen
Un nombre impair
een oneven aantal
A quel prix
hoe duur
paraissent
lijken
Un parfum délicat
een fijne geur
les deux
allebei
Rendre la monnaie
wisselgeld teruggeven
Articles ménagers
huishoudelijke artikelen
Aller en ville
naar de stad gaan
rentrent .. dans
gaan .. in
Un peu
enigszins
Échanger
ruilen
Est .. en panne
is .. stuk
Une mauvaise affaire
een miskoop
Une rue très commerçante
een drukke winkelstraat
À la droguerie
bij de drogist
Note/marque
Schrijf .. op / noteer
Lessive
waspoeder
Coton
watten
En poudre
in poedervorm
Liquide
vloeibaar
Une offre spéciale
een speciale aanbieding
En lot de six
per pak van zes
Contiennent
bevatten
Une .. différence de prix
een .. verschil in prijs
Un tas de trucs
een heleboel dingen
Paquets de cigarettes
pakjes sigaretten
Au bureau de tabac
naar de sigarenwinkel
Fait .. le tabac
verkoopt rookwaren
brunes ; blondes
zware ; lichte
Timbres à 46 centimes
zegels van 46 cent
La petite monnaie
het wisselgeld
Avec 10 euros
met 10 euro
L’employée
het winkelmeisje
boîtes de conserve
conserveerblikken
Rendre
inleveren
Se faire rembourser
terug te krijgen
Elles ne sont pas consignées
er zit geen statiegeld op
Le coiffeur
de kapper
Rendre sur
teruggeven aan
Une laverie automatique
een wasserette
Cela revient cher
dat komt duur uit
Un pressing
een stomerij
Portons .. à
brengen er heen
Sont prêts
zijn klaar
Le nettoyage à sec
‘t chemisch reinigen
Enlever
er uit te krijgen
Reprendre
afhalen/ophalen
Un technicien
een monteur
Une pièce
een onderdeel
Le poste
het toestel
S’élevait à
bedroeg
Faire le détail de
specificeren
À bas prix
voor een lage prijs
La TVA
de BTW
sa note
zijn rekening
en signant
terwijl hij tekende
Prendre
halen
Rapporte
opbrengt
A la monnaie de
kan wisselen
Sur moi
bij me / op zak
Un double
een extra
L’a payé
er voor betaald
La marchande de journaux
De krantenverkoopster
Une période creuse
een slappe tijd