La destination Flashcards
L’archipel
De archipel
La baie
De baai
La station balnéaire
De badplaats
L’accompagnateur
De begeleider
L’accompagnement
De begeleiding
La curiosité (ex : d’une ville)
De bezienswaardigheid
La visite de
Het bezoek aan
L’assurance assistance
De bijstandsverzekering
Le bâteau
De boot = Het schip
La promenade en bateau
De boottocht
Le château fort
De burcht
Le chauffeur
De chauffeur
La citadelle
De citadel
La boisson
De drank
L’île
Het eiland
La presqu’île
Het schiereiland
Le ticket d’entrée
De toegangskaart = De entreegelden = de toegangsticket =het inkomgeld
L’excursion
De excursie = Het uitsapje
La fontaine
De fontein
Le pourboire
De fooi = Het drinkgeld
La cuisine gastronomique
De gastronomische keuken
La prison
De gevangenis
La façade
De gevel
Le guide
De gids
Le bon rapport qualité-prix
De goede prijs-kwaliteitverhouding
Le vol aller-retour
De heen-en terugvlucht
La colline
De heuvel
Le point culminant
Het hoogtepunt
La voiture de location
De huurwagen
Le port de plaisance
De jachthaven
La répartition des chambres
De kamerverdeling
Le château
Het kasteel
La cathédrale
De kathedraal
Le cimetière
Het kerkhof
Le couvent, le cloître
Het klooster
Le porteur, le bagagiste
De kruier
Le paysage
Het landschap
La situation géographique
De ligging
Le vol régulier
De lijnvlucht
Le vol charter
De chartervlucht
Le vol charter
De chartervlucht
Le logement
Het logies = De accomodatie
La taxe d’aéroport
De luchthaventaks
Le repas
De maaltijd
Le petit-déjeuner
Het ontbijt
Le dîner
De lunch = Het middagmaal = Het middageten
Le souper
Het avondmaal = Het avondeten
Le marché
De markt
La mausolée
Het mausoleum
Le lac
Het meer
Le minaret
De minaret
La possibilité
De mogelijkheid
La mosquée
De moskee
Le musée
Het museum
L’oasis
De oase
Les fouilles archéologiques
De opgravingen
L’antiquité
De oudheid
La nuitée
De overnachting
La traversée
De overtocht = De oversteek
L’aperçu
Het overzicht