Kwaliteit college 2. Boek H3 Flashcards
Welke goeroes behoren tot de klassieke theorie (<1950?)
- Taylor
- Fayol
- Weber
WAt is Taylor zijn theorie?
- Scientific management
- kwaliteit door standaardisatie en versimpeling (efficiency).
- Mens is verlengstuk van een machine.
WAt is fayol zijn theorie?
Heldere hiërachie structuur van 1 manager en legt verantwoordelijkheid ook af/
Wat is Weber zijn theorie
Ideale bureaucratie gekenmerkt door regels, procedures, verdeling van verantwoordelijkheid en onpersoonlijke relaties.
Waardoor is de klassieke theorie gekenmerkt?
aanbod economie
- efficienct, productiviteit
- lage betrokkenheid arbeiders
- motivatie en bijscholing onbelangrijk
WAt zijn de primaire functies van Fayol?
- Organiseren
- Coördineren
- Planning
- commanding
- controlling
Wie is Shewhart?
Hij is bekend om de Static Quality Control (SQC) en PDCA.
Waar staat Deming bekend om?
- 14 punten
- Deming cirkel
- de regelkring
- HRM
- het begrip kwaliteit en -verbetering.
Hoe loopt PCDA fase?
Plan: bepalen van de doel
Do: uitvoeren
Check: ter controle of doen en aanpak werken.
Act: Bijstellen plan, terug in de planfase en opnieuw doorlopen van cyclus.
Welk theorie heeft Crosby?
Zero-defects
WAt voor theorie heeft feigenbaum?
TQC; aandacht organisatiestructuur en werkprocedures