Kwaliteit College 1, boek H1, 2 en 4,4 Flashcards

1
Q

Wat houdt transcendente benadering in?

A

Gevoel van goede kwaliteit. Kwaliteit wordt bepaald door imago. (Subjectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt product benadering in?

A
  • Kwaliteit is tastbaar en meetbaar.
  • Kwlt.verschil is rationeler.
  • Hoge kwlt = hoge kost = hoge prijs
  • Hoeft niet gerelateerd te zijn aan het idee vd klant. (Objectief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt gebruikersgerichte benadering in?

A

‘Quality is fitness for use’ (Juran)

- Hoe meer de product eraan voldoen = meer kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt productiegerichte benadering in?

A

Procesgericht, uitval.

  • Kwaliteit is meetbaar (goed/fout)
  • SPC Static Proces control = maakt proces efficiënter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt waardebenadering in?

A

prijs vs. kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 5 benaderingen van kwaliteit?

A
  1. Transcedente benadering
  2. Product benadering
  3. Gebruikersgerichte benadering
  4. Productiegerichte benadering
  5. Waardebenadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar beoordelen we kwaliteit op?

A
  • Functie
  • uiterlijk
  • levertijd
  • levensduur/gebruikskosten
  • prijs
  • het aantal klachten
  • garantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt kwaliteitsbenadering in?

A

Mate waarin product/dienst voldoet aan de verwachtingen van de klant (of wellicht zelfs overtreft).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

[Bedrijfsprocessen]

Wat is de primaire product proces? Wat doen deze?

A

Inkoop, productie en verkoop.

Deze afdelingen voegen waarde toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

[Bedrijfsprocessen]

Wat doen de secundaire product proces?

A

Deze ondersteunen de primaire proces.

Wel nodig, geen toegevoegde waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

[Bedrijfsprocessen]

Wat zijn de overige processen?

A

besturende, verbeter en financiële processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is rentability?

A

De kans dat een product de functie vervult gedurende bepaalde tijd en betrouwbaarheid. (Ook storingen die gerepareerd kan worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er in de bewustwordingsfase?

A

sterk lijngericht en gericht op kwaliteit van het product, goedkoop en efficiënt produceren, nog geen integrale kwaliteitszorg, lever ik een goed product, beperkt gericht op de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er in de interne fase?

A

afstemmen van alle deelprocessen op elkaar, organisatiegericht. Aandacht voor de markt, gericht op het leveren van een goed product, sterkere afhankelijkheid van de markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er in de integratiefase?

A

gericht op het behouden van een tevreden klant, leveren van een totaalpakket, zowel het product als ook de dienst, wordt geleid door de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de fasen in het kwaliteitstreven van organisaties?

A
  • Bewustwordingfase
  • Interne fase
  • Integratiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de JIT principe?

A

Just in Time principe is juiste goederen, kwaliteit, prijs, moment, en hoeveelheden.

Logistiek management is verantwoordelijk.

18
Q

Hoe vergroot ‘Inkoop’ de toegevoegde waarde? 1

A

Zorgt voor continuïteit

19
Q

Hoe vergroot ‘Inkoop’ de toegevoegde waarde? 2

A

Reductie kosten verwerkingsproces

20
Q

Hoe vergroot ‘Inkoop’ de toegevoegde waarde? 3

A

Verminderen kwetsbaarheid op inkoopmarkten

21
Q

Hoe vergroot ‘Inkoop’ de toegevoegde waarde? 4

A

Leveren bijdrage technische vernieuwing

22
Q

Hoe vergroot ‘Inkoop’ de toegevoegde waarde? 5

A

vertegenwoordigen van de onderneming naar inkoopmarkt

23
Q

Wat zijn de lean principes?

A
  • Klantwaarde
  • Waardesctroom
  • Flow
  • Pull
  • Perfectie
24
Q

Wat zijn de kwaliteit verbeterende activiteiten?

A
  • Value Stream Mapping
  • JIT-productie
  • Kanban
  • SMED
25
Q

Wat zijn de drie kwaliteitsaspecten van PI’s?:

A
  • volledigheid
  • juistheid
  • tijdigheid
26
Q

Wat zijn de Prestatie indicatoren (PI’s)?

A

Bedoeld om de processen te sturen en zijn meetbaar

27
Q

Wat doet ‘Verkoop’in de primaire proces?

A

Krijgt informatie vanuit de markt (meten is weten)

28
Q

Hoe krijgt ‘Verkoop’ informatie vanuit de markt?

A
  • Marktonderzoek: trends, wensen
  • Kwaliteitsonderzoek: prestaties, tevredenheid
  • TNO, CBS, brancheverenigingen
29
Q

Wat is de marketingmix?

A

Product, Prijs, Promotie en Plaats

30
Q

Wat wordt er met de strategie bedoeld?

A

Het geeft de richting aan de activiteiten en leidt tot het doen van keuzes.

31
Q

Waar staat Porter bekend om?

A

Om de concurrentievoordeel waar de klanten kunnen waarderen en wat de concurrentie niet kan aanbieden.

32
Q

Wat is een kenmerk van de concurrentievoordeel?

A

Het moet een Uniek Selling Point (USP) hebben vanuit de externe omgeving.

33
Q

Waarom moet je strategische keuzes maken?

A

Keuzes moeten leiden tot een duidelijk voordeel tov concurrentie.

34
Q

Wat wordt er verwacht van de organisatiestrategie?

A
  • verwachte toekomstbeeld
  • ambitie van een omgeving
  • kerncompetities voor realiseren van ambitie
  • manier waarop kerncomp. word uitgewerkt en versterkt.
35
Q

Wat zijn de kerncompetities?

A
  • Marktcompetenties
  • Productiecompetenties
  • Technologiecompetentie
  • organisatiecompetentie
36
Q

Wat houdt de kerncompetenties in?

A

Om de kwaliteit te bepalen in kwalitatieve en kwantitatieve zin.

37
Q

Waar dient de SWOT-analyse voor?

A

Om gebruik te maken van sterke punten, verbeter zwakke punten, grijp alle kansen en omzeil bedreigingen.

Dient als input voor strategiebepaling

38
Q

Wat is outsourcing en waar vindt het plaats?

A

Het is het uitbesteden en/of wegsnijden van kosten veroorzakende activiteiten en dit komt in de secundaire proces.

39
Q

Wat is value stream mapping?

A

Omvat alle nodige activiteiten om een product door belangrijkste processen te loodsen en het product zijn eigen waarde geven.

40
Q

Wat is Kanban?

A

Methode om JIT in productieketen toepassen om tussen voorraden reduceren.

41
Q

WAt is de flow-productie?

A

Machine wordt op volgorde neergezet. Waardestroom neemt toe, wacht- en transporttijden neemt af.

42
Q

Wat is SMED?

A

Single Minutes Exchange of Dies.

Reduceren van omsteltijden. Wachttijden verkorten voor vraaggestuurde productie.