Kwalitatief Flashcards

1
Q

onderzoeksvraag kwalitatief

A

SPICE

  • Setting
  • Perspective
  • Interest
  • Comparison
  • Evaluation

Type onderzoeksvraag

  • fundamenteel
  • translationeel
  • toegepast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderzoeksontwerp Kwalitatief

A
  • Interview
  • Focusgroep
  • Bestaande gegevens
  • Observatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Case study logic

A

onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die belangrijke informatie kunne geven, elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan beter begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sample of range

doelgerichte steekproef

A

onderzoeker gaat opzoek naar een zo breed mogelijk scala aan ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kwalitatieve dataverzameling

A
  • transcript
  • field notes
  • memo’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Selecte steekproef

A

er is geen sprake van willekeur, óf de subjecten óf de onderzoekers maken deel uit van het selectieproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten selecte steekproeven

A
  • gemakssteekproef
  • doelgerichte steekproef
  • qoutasteekproef
  • sneeuwbalsteekproef
  • sequentiële steekproef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemakssteekproef

A

subjecten benaderen waar de onderzoeker zelf de minste inspanning voor hoeft te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doelgerichte steekproef

A

subjecten voldoen aan specifieke voorwaarden van onderzoeker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Quotasteekproef

A

onderzoeker stelt van te voren vast hoeveel subjecten met specifieke kenmerken opgenomen moeten worden in de steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sneeuwbalsteekproef

A

onderzoeker maakt gebruik van netwerk van respondent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sequentiële steekproef

A

criteria waaraan respondenten moeten voldoen, worden tijdens het onderzoek aangepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Triangulatie

A

het onderzoek van een sociaal fenomeen vanuit verschillende invalshoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soorten triangulatie

A
  • data triangulatie
  • onderzoeker triangulatie
  • theoretische triangulatie
  • methodologische triangulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Data triangulatie

A

verzamelen van verchillende soorten kwalitatieve gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderzoeker triangulatie

A

verzamelen/analyseren van data door verschillende onderzoekers

17
Q

Theoretische triangulatie

A

verzamelde gegevens worden bekeken vanuit verschillende theoretische invalshouken

18
Q

Methodologische triangulatie

A

het combineren van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens

19
Q

participerend vs niet participerende observatie

A

bestudeert de onderzoeker de mensen van buitenaf of wordt onderzoeker deel van de groep?

20
Q

verhuld vs onverhulde observatie

A

weten de mensen dat ze geobserveerd worden?

21
Q

systematisch vs niet systematische observatie

A

zijn de fenomenen waar naar gekeken wordt van te voren vastgelegd

22
Q

verzamelde data van observatie

A

Fieldnotes

  • directe observaties
  • inferenties: interpretatie van onderzoeker
  • eigen gevoelens
  • analyse: koppeling van observatie aan theorie

*

23
Q

Kwaliteit van observatie onderzoek

A
  • reactiviteit: gedrag van participanten wordt beïnvloed door aanwezigheid van onderzoeker en het feit dat participanten weten dat ze onderzocht worden
  • verschillende onderzoekers zullen verschillende observaties doen en observaties verschillend interpreteren → betrouwbaarheid
  • complete participant/participant observer
    • goede observatie → positief
    • going native → negatief
  • covert observer
    • meer afstand → positief
    • mogelijkheid misinterpretatie → negatief
24
Q

Inhoudsanalyse

Bestaande gegevens

A

het systematisch analyseren van bestaande tekst- geluid- of beeldmateriaal

25
Q

Anoniem onderzoek

A

bij dataverzameling worden er geen persoonsgegevens verzameld

26
Q

Vertrouwelijk onderzoek

A

onderzoekers voorkomen dat persoonlijke data van respondent bekend wordt

27
Q

Informed consent

A
  • deelnemers worden vooraf geïnformeerd over het onderzoek,
  • welke gegevens wel/niet worden verzameld
  • mogelijke risico’s/voordelen er zijn bij deelnamen

↳ kwetsbare groepen/kinderen ondertekenen zelf niet

↳ onderdeel van onderzoeksprotocool en moet worden goedgekeurd door ethische commissie

28
Q

Stappen Kwalitatieve data analyse

A
  1. Data management plan
  2. Doornemen en reduceren van data
  3. Coderen
  4. Memo’s schrijven
  5. Modellen construeren
29
Q

Soorten codes

coderen

A
  • Attribute codes
  • Index codes
  • Analytic codes
30
Q

Attribute codes

A

vaak achtergrond of demografische info van respondenten

31
Q

Index codes

A

vertegenwoordigen grote stukken tekst en geven brede/algemene onderwerpen aan

32
Q

Analytic codes

A

beschrijven de betekenis van specifieke stukken tekst