Kracht Flashcards

1
Q

Biomechanica

A

De leer van krachten en het effect van krachten op het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eenheid kracht

A

Newton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1 Newton is..

A

…de kracht die aan de massa van 1 kg een versnelling geeft van 1 m/s. Kracht wordt aangegeven met de letter F van Force

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer kracht invloed uitoefend op een voorwerp, dan heeft dit 2 gevolgen

A
  1. De grootte van de kracht 2. De richting van de kracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fz

A

Zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fn

A

Normaalkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fi

A

Traagheidskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fsp

A

Spierkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het lichaamszwaartepunt is het middelpunt van alle zwaartekracht (navel)

A

Het aangrijpingspunt van Fz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De kracht die tegen Fz ‘duwt’ is Fn

A

Normaalkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spierkracht kan worden gebruikt op de zwaartekracht op te heffen/te overwinnen/af te remmen

A

Fz = Fsp = geen beweging

Fz > Fsp = gewicht komt naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fi (traagheidskracht) ontstaat als reactie op een kracht die een snelheidsverandering veroorzaakt.

A

Van stil naar beweging/van beweging naar stilstaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly