Botverbindingen Flashcards
1
Q
Botweefselverbinding
A
botstuk vast gegroeid aan ander stuk bot door middel van botweefsel. Schedel
2
Q
kraakbeenweefselverbinding
A
botstukken vergroeid door middel van kraakbeenweefsel. Borstbeen en ribben
3
Q
Bindweefsel verbinding
A
botstukken vergroeid door middel van bindweefsel. Darmbeen en heiligbeen
4
Q
Gewricht (articulatio)
A
botstuk zit niet vast aan het andere maar een ruimte, waardoor beweeglijkheid ontstaat. Schouder, elleboog, knie
5
Q
1.
A
botstukken
6
Q
Caput
A
Kop
7
Q
Cavum
A
Kom
8
Q
Facies articularis
A
gewrichtsvlak
9
Q
Ligamenta
A
Gewrichtsbanden
10
Q
Capsula articularis
A
gewrichtskapsel
11
Q
Synovia
A
Gewrichtsvocht
12
Q
Bursa
A
Slijmbeurs
13
Q
Meniscus, labrum
A
kraakbeenschijf zodat de gewrichtscvlakken beter op elkaar passen