kraakbeenfysiologie Flashcards

1
Q

verklaar proteoglycanen, glucosaminoglycanen, collageen,chondroblasten en chondrocyten. Hoe zijn ze verwant, wat zijn hun functies?

A

proteoglycanen en glucosaminoglycanen zorgen voor de veerkracht en drukweerstand in het kraakbeenweefsel, terwijl collageenvezels voor treksterkte en stabiliteit zorgen. de chondroblasten en chondrocyten spelen een rol bij de porductie en behoudt van kraakbeenmatrix.
Kraakbeen is flexibel en schokabsorberend weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heeft (gebrek) aan beweging invloed op het synoviaal gewrichtskraakbeen?

A

matige beweging kan gunstig zijn voor het kraakbeen. belastingen met een lage impact stimuleren de gewrichten zonder overmatige overbelasting of impact.

herhaalde impactbelastingen of repetitieve bewegingen met hoge belasting zijn schadelijk voor het kraakbeen en vernsellen slijtage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe heeft (gebrek) aan beweging invloed op het fibreus gewrichtskraakbeen?

A

matige en gevarieerde bewegingen die de belasting gelijkmatig over het gewricht verdelen zijn gunstig voor fibreus kraakbeen. bewegingen met lage impact als wandelen helpen voor de kraakbeengezondheid.

Hoge impact of overmatige belasting hebben negatieve gevolgen. dit leidt tot slijtage en mogelijke blessures aan het kraakbeenweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke wijze onregelt artrose de fysiologie van normaal kraakbeen?

A

artrose reulteert in het verlies van de normale structuur en functie van hylanien kraakbeen. Het wordt dunnen, krijgt een ruw oppervlak en er kan scheuren of erosies optreden. dit lijdt tot gewrichtsstijfheid, pijn, ontstekingen en verminderde beweeglijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek de invloed van mobilisatie op hyalien kraakbeen.

A

1) Kraakbeen verlies: het kraakbeen wordt minder belast waardoor dit leidt tot artrofie en dunner wordden van kraakbeen

2) verminderde voedingsstoffen en afvalstoffenuitwisseling

3) verminderde collageensynthese in het kraakbeen

4) gewrichtsstijffheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de verschillen tussen de buitenste derde en binnenste derde van de meniscus.

A

De buitenste derde is rijk aan bloedvaten door het omringde weefsel.
Rijk aan zenuwvoorziening
Betere genezingsmogelijkheden door goede bloeddtoevoer en zenuwvoorziening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bespreek het fysiologisch herstelproces van de menisci.

A

1) inflammatoire fase: er tred een ontstekingsreactie op. dit leidt tot een toename van onstekingscellen en vrijlating van onstekingsmediatoren.

2) proliferatieve fase: cellen beginnnen het beschadigde gebied te proliferen en nieuw weefsel te vormen

3) matrixproductie en remoddellering: collageenvezels en andere matrixcomponenten worden aangemaakt

4) angiogenese: vorming van nieuwe bloedvaten

5) remodeling en rijping: remodelleringsproces om de structuur en functie van de meniscus te herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly