Bindweefselfysiologie Flashcards
1) bindweefsel heeft schade opgenomen, maar er is te weinig Epidermal Growth Factor (EGF) en Basic Fibroblast Growth f
Factor (BFGF)
EGF en BFGF zijn groeifactoren die een rol spelen bij het herstelproces van bindweefsel.
Ze stimuleren celproliferatie, angiogenese, synthese van extracellulaire matrixcomponenten als collageen.
Te weinig kan leiden tot een vertraagd herstelproces.
Elastine, collageen, fribroblasten, matrix: Hoe zijn ze aan elkaar verbonden.
Collageen en elastine vormen de bouwstenen van het weefsel, fibroblasten zorgen voor de productie en vernieuwing van de matrixcomponenten. de extracellulaire matrix biedt een ondersteunend kader voor de cellen.
Efficiënte en kwalitatieve wondgenezing is enkel mogelijk als het schadegebied proper wordt gemaakt.
De eerste fase van wondgenezing is de ontstekingsfase.
1) bloedstelping: bloedplaatjes gaan snel stollen om het bloeden te stoppen. Ze creëren een tijdelijke matrix die het startpunt vormt voor het herstelproces.
2) ontstekingsreactie: na de bloedstolling komt de ontstekingsreactie, neutrofielen en macrofagen migreren naar het beschadigde gebied om de infectie te bestrijden en beschadigde weefsels op te ruimen. ze produceren ook groeifactoren en cytokines.
3) Vasculair respons: vasodilatatie vergroot de doorbloeding. Er komt dan een verhoogde toevoer van O2, voedingsstoffen en regeneratieve cellen naar de wond.
4) Fagocytose: neutrofielen en macrofagen ruimen dode cellen, bacteriën en vreemde stoffen op via fagocytose. Dit reiningt het wondgebied en geeft een gunstige omgeving voor het herstelproces.
hoe kan beweging bindweefselherstel positief en negatief beïnvloeden?
Positief:
1) Stimulatie van doorbloeding: matige beweging kan doorbloeding verbeteren voor een betere O2 en voedingsstoftransport
2) stimulatie van collageensynthese
3) versterking van spieren rondom het beschadigde gebied
Negatief:
1) overbelasting: dit kan leiden tot vertraagd herstel of verdere schade. te veel stress op het weefsel kan de ontsteking verergeren.
2) disruptie van genezingsweefsel: versotring van het gevormde genezingsweefsel als bloedstolsel en collageenmatrix. dit kan de vorming van goed georganiseerd bindweefsel verstoren.