Immunologie en levensstijl Flashcards

1
Q

1) Welk deel v/h afweersysteem is verantwoordelijk voor allergieën?

2) Welke cellen zijn verantwoordelijk?

3) beschrijf de immuunreactie.

A

1) Het adaptief immuunsysteem

2) B-cellen: productie van antilichamen. bij een allergische reactie komen de B-cellen in contact met een allergeen en activeren ze zichzelf. B-cellen differentiëren zichzelf tot plasmacellen die speciefieke antilichamen produceren gericht op het allergeen.

T-Helpercellen: Helpen de B-cellen bij hun activatie en differentiatie en versterken het immuunrespons.

3) Sensibilisatie: Eerste bloodstelling aan het allergeen. Het immuunsysteem herkent het als een vreemde stof en produceert via de plasmacellen specifieke antilichamen tegen het allergeen.

Herhaalde blootstelling: het allergeen bindt zich tegen het anitlichaam op de mestcellen. dit veroorzaakt de afgifte van ontsekingsmediatoren, als histamine, die symptomen als jeuk, zwelling, niezen en hoesten veroorzaken.

ontstekingsreactie: De onstekingsmediatoren zorgen voor een ontstekingsreactie in het weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1) Op welke basis beslist het lichaam tussen cellulaire of humorale immuniteit? geef van beide een voorbeeld.

2) Wanneer wordt een inflammatoire reactie geactiveerd?

3) Wat is het verschil tussen cytokines en complementfactoren?

A

1) Het lichaam bepaald het type immuniteit op basis van het type pathogeen.
Cellulaire immuniteit worden vooral geactiveerd bij intracellulaire pathogenen als virussen,parasieten en bacteriën. T-cellen spelen een cruciale rol.
Humorale immuniteite wordt vooral geactiveerd bij extracellulaire pathogenen als bacterïen, schimmels en toxines. B-cellen spelen hier een cruciale rol.

2) De inflammatoire reactie kan geactiveerd worden bij cellulaire en humorale immuniteit, en hangt af van de context en aard van de infectie.

3) Cytokines zijn signaal moleculen die voor de communicatie tussen immuuncellen en het reguleren van het immuunrespons.
Complementfactoren zijn eiwitten die deel uitmaken van het complement systeem. ze sporen pathogenen op en vernietigen ze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zijn interferonen in staat om lichaamseigen cellen tegen virussen te beschermen. Gebruik Type 1 IFN, Type 2 IFN, RNase L, JAK-STAT pathway.

A

Interferonen beschermen het lichaam door het activeren van een afweerreactie tegen virale infecties. Wanneer het virale genetisch materiaal herkend wordt door de cel wordt er Type1 IFN (alpha en beta) in de cel zelf geproduceerd. Type1 IFN fungeert als signaalmoleculen en komt in de omgeving vrij.

Type1 IFN bindt aan receptoren op naburige cellen en activeert het JAK-STAT pathway. deze signaalroute leidt tot de expressie van genen die betrokken zijn bij de afweer tegen virussen. de JAK-STAT pathway produceert ook eiwitten als RNaseL

RNaseL kan het virale RNA in de geïnfecteerde cel afbreken waardoor de virale replicatie wordt geremd.

Type2 IFN wordt geproduceerd door geactieerde T-cellen en NK-cellen in reactie tegen virale infecties. het activeert immuuncellen en versterkt de afweerreactie tegen virussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1) Wat is het doel van opsonisatie?

2) Welke fysiologische mechanismen maken opsonisatie mogelijk?

A

1) Het doel van opsonisatie is de effectiviteit van de fagocytose te vergroten.

2) Het afweersysteem is maakt gebruik van verschillende fysiologische mechanisen om opsonisatie mogelijk te maken.

Antilichamen: eiwitten afgescheiden door B-cellen worden geproduceerd als reactie op een infectie of immunisatie.

Complement-opsonisatie: het complementsysteem is een onderdeel van het immuunsysteem dat uit een reeks eiwitten bestaan die elkaar activeren in reactie op een infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1) bespreek de effecten van pro-inflammatoire cytokines als IL1, TNF en IL6

2) Leg uit welke effecten deze hebben op lichamelijke inspanning

A

IL1: Het bevordert de activering van andere immuuncellen als T-cellen en B-cellen. Het kan ook de productie van andere cytokines stimuleren. IL1 heeft invloed op de hypothalamus en een koorts veroorzazken.

TNF alpha:speelt een rol bij het initiëren van ontstekingsreacties. het wordt geproduceerd door verschillende immuuncellen en kan de doorlaatbaarheid van de bloedvaten vergroten. TNF stimuleert ook de reactie van andere immuuncellen en productie van ontekingsmediatoren verhogen.

IL6: stimuleert de productie van acute fase-eiwitten in de lever

Deze effecten leiden tot een verhoogde doorbloeding, vasodilatatie en verhoogde bloedvatwande permeabiliteit. Ze veroorzaken een verhoogde hartslag en admehaling voor een verhoogde O2 en voeddingsstofvoorziening. Daarnaast wordt de mobilisatie van energiebronnen als glucose en vetzuren verhoogd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het complement systeem?

A

Het complement systeem is een onderdeel van het immuunsysteem en bestaat uit verschillende eiwitten. het speelt een rol tegen infecties en het reguleren van ontstekingsreacties.

Opsonisatie: Het CS kan pathogenen opsoniseren.

Inflammatie: Activatie van het CS kan leiden tot ontstekingsreacties. complementfactoren kunnen vasodilatatie doenn, bloedvatwand permeabiliteit verhogen en immuuncellen aantrekken naar de plaats van infectie. dit zorgt voor de vernietiging van pathogenen.

cytolyse: Het CS kan ook leiden tot een directe celvernietiging van pathogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functies van het complent systeem

A

opsonisatie: Markeren van pathogenen voor de fagocytose

ontstekingsrespons: initiëren en versterken van de ontstekingsreactie bevordert de migratie en activering van immuuncellen naar de infectie

celvernietiging: pathogenen rechtstreeks doden door vorming van het membraanaanvalscomplex (MAC)

immuunregulatie: regulatie van het immuunrespons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1) hoe reageren neutrofielen op lichamelijke inspanning?

2) welke pro-inflammatoire cytokines zijn er en hoe reageren ze op lichamelijke inspanning?

3) hoe reageren antilichamen (Ig) op lich. inspanning?

A

1) kort termijn effect: direct na de inspanning kunnen neutrofiel geactiveerd worden en migreren naar de plaats waar het weefsel beschadigd is en potentiële infecties bestrijden.
Langtermijn: leiden tot toestand van chronische ontsteking. levensduurvan neutrofielen verkorten wat leidt van afname van het aantl neutrofielen in het bloed.

2) IL1, TNF, IL6: tijdens lichamelijke inspanning kullen pro-inflammatoire cytokines geproduceerd en rijgegeven worden. dit kan leiden tot een ontstekingsreactie in het lichaam.

3) IgA: tijdelijke toename in slijmvliezen
IgG: in het bloed dalen na een intensieve inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1) welk deel van het afweersysteem word beïvloed door stress?

2) wat is het effect van stress op deze delen?

3) Welke deel van het afweersysteem wordt beïnvloed door slecht slapen?

A

1) Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as: stress activeert de HPA-as wat leidt tot een aangifte van stresshormonen als cortisol.
Sympatisch ZS: stress activeert het SZS wat leidt tot afgifte van stresshormonen als adrenaline en noradrenaline.
ontstekingsreactie: stress kan overmatige ontstekingsreacties veroorzaken waarbij pro-inflammatoire cytokines vrijgegeven worden.

2) verminderde immuunfunctie: langdurige blootstelling aan stresshormonen kan de activiteit van immuuncellen verminderen.
verhoogde ontsteking.
veranderende immuunbalans: stres kan het belans tussen verschillende takken van het immuunsysteem verstoren.

3) slecht slapen heeft invloed op:
NK-cellen: verminderde activiteit en functie. NKcellen zijn belangrijk tegen virale infecties en kankercellen.
T-celrespons: immuunrespons op pathogenen vermindert
ontstekingprocessen: verhoogde ontstekingsniveaus in het lichaam via verhoogde aantallen van pro-inflammatoire cytokines
antilichamen: functie van antilichamen worden beïnvloed en vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1) onderdrukking van apoptose verhoogt het risico op kanker. verklaar

2) welk dieet kan het risico op kanker verminderen?

3) Welk dieet kan het risico op kanker verhogen?

A

1) het evenwicht tussen pro-apaptose en anti-apoptose signaalroutes is belangrijk. verstoringen in de evenwicht kan leiden tot een vermindering van apoptose en de overleving van abnormale cellen verhogen. Dit verhoogt het risico op kanker.

2) Groenten, fruit en thee zijn rijk aan anti-oxidanten vitamines en mineralen die het immuunsysteem versterken.

3) bewerkte voedingsmiddelen: deze bevatten vaak toegevoegde suikers, geraffineerde granen en ongezonde vetten die ontstekingen kunnen bevorderen in het immuunsysteem verzwakken.
rood en bewerkt vlees heeft ook een verhoogd risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

1) wat is autofagie?

2) wat is het verschil tussen autofagie en apoptose?

3) welke levensstijlfactor kan autofagie onderdrukken?

A

1) autofagie is een fysiolgisch proces waarbij cellen hun eigen beschadigde cellen of overbodige componenten afbreken en recycleren om nieuwe bouwstenen en energie te verkrijgen.

2) Autofage richt zich op het recycleren van celcomponenten, apoptose richt zich op gecontroleerde verwijdering van cellen.

3) Overmatige calorie-inname en obesitas. Om dit tegen te gaan moet men gezonde voeding eten, voldoende slapen en alcoholconsumptie beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1) Hoe speelt inflammatie een rol bij het ontstaan en onderhouden van kanker?

2) Noem 3 leefstijlfactoren die een invloed op inflammatie hebben.

A

1) Gunstig: inflammatie kan het immuunrespons op kankercellen stimuleren via ontstekingscellen als macrofagen, NK-cellen. deze herkennen de tumorcellen en vallen ze aan.

ongunstig: chronische ontsteking kan leiden tot schadelijke effecten op de omgeving van de tumor.
Door de beschadiging van DNA in gezonde cellen kunen genetische mutaties ontstaan.

2)Dieet: een gezondvoeddingspatroon van antioxidanten kan onstekingsreacties verminderen.

lichaamsbeweging: regelmatige fysieke activiteit kan onstekingsmarkers verminderen.

Stressmanagement: chronische stress kan onstekingsreacties versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1) Fysiologische rol van dendritische cellen.

2) Heeft lichaamsbeweging een invloed op dendritische cellen?

3) Wat is de rol van cytotoxische T-cellen?

A

1) Het presenteren van antigenen aan andere immuuncellen als T-cellen om een immuunrespons op te wekken.

2) Regelmatige lichaamsbeweging kan leiden tot veranderingen in hoeveelheid en activiteit van dendritische cellen

3) herkennen van cellen die virale antigenen of abnormale eiwitten presenteren en om deze cellen te doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1) Rol van NK-cellen.

2) Hoe gaan NK-cellen te werk?

3) Zware trainingsperioden vatbbarder voor ziekten?

A

1) verantwoordelijk voor de vroegtijdige herkenning en vernietiging van abnormale en geïnfecteerde cellen.

2) herkenning van doelcellen, doelcellen doden, regulatie van immuunresponsen (productie van cytokines)

3) Topsporters zijn vatbaarder door de intensieve en langdurige fysieke inspanning die kunnen leiden tot tijdelijke veranderingen in het immuunsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benoem 4 cellen die de cellulaire immuniteit vorm geven. geef ook hun functie.

A

Cytotoxische T-cellen: direct doden van geïnfecteerde of abnormale cellen.

NK-cellen: doden van geïnfecteerde of abnormale cellen zonder voorafgaande sensibilisering of herkenning van een specifiek antigen.

T-helpercellen: initiëren en coördineren van de immuunrespons

dendritische cellen: vastleggen en presenteren van antigenen aan andere immuuncellen, waaronder T-cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly