Kosmografie Deel 2 Flashcards
Sterren variëren in
- helderheid
- grootte
- kleur ( —> Temperatuur)
- afstand tot de aarde
Sterren kleur
Hoge temperatuur —> blauw
Lagere temperatuur —> rood
O, B, A, F, G, K, M
(Warm naar koud)
Sterren schijnbare helderheid
Afhankelijk van afstand tot de aarde
Sterren absolute helderheid
Schijnbare helderheid omgerekend alsof sterren op zelfde afstand van de aarde staan
Referentiewaarde = zon
Basisdiagram sterrenkundigen
Hertsprung - Russell - diagram
X-as = T ster
Y-as = lichtkracht ster
Niet elke combinatie van T en helderheid komt voor —> sterren niet willekeurig op HR diagram
95% van sterren HR diagram
Hoofdreeks
Diagonaal links boven naar rechts onder
Groep bovenaan rechts HR diagram
Rode reuzen
Groter
Groep linksonder HR diagram
Witte dwergen
Zwak licht
Geboorte van een ster
- geboorteplaats gas- en stofnevels
- verstoring evenwicht door bv explosie ve ster —> door schok samentrekking o.i.v. Zwaartekracht
- vorming protoster (rechtsonder HR diagram)
- vorming ster —> kernfusie —> ster neemt plaats in hoofdreeks
- ster = evenwicht (zwaartekracht vs staling en materie)
indien niet genoeg massa in protoster
kernfussie niet mogelijk
–> protoster krimpt
–> BRUINE DWERG
bruine dwerg
Definitie
soort reusachtige planeet bestaande uit gassen (Jupiter en Saturnus)
evolutie lichte ster zoals de zon
zon
Rode reus
witte dwerg
zwarte dwerg
Kern blijft krimpen
T stijgt tot 100 miljoen °C
kernfusie van He
–> C
Buitenste lagen ster weggeblazen
planetaire nevel