KNO Flashcards

1
Q

Mediale halscyste

B/

A

B/ Sis-trunk resectie

Corpus hyoid wordt meegereseceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Glossitis rhomboidea

  • Alg
  • O/
A

Rode centrale ruit op tong

O/ Candida albicans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Baby met microtie

Welk deel van oor nog meer verdacht op afwijking?

A

Middenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Penetrante stank uit neus
Inspectie: zeer wijde neus met korstvorming
O/

A

Klebsiella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Syndroom van Ramsey Hunt

  • Alg
  • O/
  • S/
  • B/
A
  • Ontstoken n. facialis
  • VZV-infectie in ganglion geniculata
  • Oorpijn, gezichtsverlamming, veranderde smaak
  • Valaciclovir
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Peritonsillair abces

B/

A

Draineren en start Augmentin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Heesheid en roken, welk onderzoek?

A

Inspectie van larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komen stembandknobbels vooral voor?

A

Vanaf epiglottis op 1/3 afstand op stemband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Otheameatoom

- B/

A

Incisie, drainage en drukverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chronisch otitis externa

- B/

A

Regelmatig reinigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aa. ethmoidieus komen uit ..

A

a. carotis interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

a. sphenopalatina komt uit ..

A

a. carotis externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

a. superior labialis komt uit ..

A

a. carotis externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat mondt uit onder concha nasalis inferior

A

ductus nasolacrimalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken heesheid (3)

A
  • Oedeem
  • Plaveiselcelcarcinoom
  • Papilloom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spina septi

A

Punt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Nasale poliep

A

Bol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Innervatie gehoorgang

A

N. Vagus

N. Auriculotemporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoestreflex bij ooronderzoek via n.

A

N. Vagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Nederlandse namen
Malleus
Incus
Stapes

A

Malleus - hamer
Incus - aambeeld
Stapes - stijgbeugel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Stapes verbonden aan ..

Nodig vanwege

A

Foramen ovale

Trillingen worden doorgegeven aan cochleavloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Innervatie m. Stapedius

A

N. Facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Innervatie m. Tensor tympani

A

N. Trigeminus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Stapediusreflex

A

Bij geluiden >85dB, geluid wordt dan iets gedempt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Grens tussen pars tensa en pars flaccida

A

Lig. Mallei anterior

Lig. Mallei posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hamersteel andere naam

A

Manubrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Lichtreflex van Politzer

A

Vooronder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Processus brevis

A
Lateraal uitsteeksel (bovenaan) van hamersteel
Wit knobbeltje in trommelvlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Stemvork hoeveel Hz

A

512

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wanneer is proef van Rinne positief

+ wat betekent dit

A

Als trilling luider wordt voor het oor dan op mastoid

-> normaal gehoor of perceptieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wanneer is proef van Rinne negatief

En wat betekent dit

A

Als trilling zachter wordt van mastoid naar voor het oor

Conductief verlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Proef van Weber lateralisatie gezond oor

A

Perceptief verlies aangedane oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Proef van Weber lateraliseert naar aangedane oor

A

Conductief verlies aangedane oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat mondt uit onder concha nasalis superior

A

Sinus sphenoidalis

Posterieure ethmoidcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat mondt uit onder concha nasalis media

A

Osteomeatale complex:
Sinus frontalis
Sinus maxillaris
Anterieure ethmoidcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat mondt uit onder concha nasalis inferior

A

Ductus nasolacrimalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Uitmondingsplooi buis van Eustachius, naam

A

Torus tubarius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe slijmvlieszwelling acuut afslanken

A

Drie spotjes met drie druppels adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Welke nodus mediaal
Tuberculus corniculate
Tuberculus cuneiform

A

Tuberculus corniculate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Normale stand stembanden

A

Abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Nystagmus benoemen naar

A

De snelle herstelfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Uitval labyrint

Nystagmus naar

A

Contralaterale kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Toename van nystagmus met frenzelbril

A

Perifere vestibulaire oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Verdwijnen van nystagmus met frenzelbril

A

Centrale oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

HIT

  • Wat
  • Positief
  • Negatief
A

Hoofd snel heen en weer bewegen, ontstaat nystagmus?
Positief: vestibulaire oorzaak
Negatief: centrale oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Waar in de farynx zit de larynx

A

Hypofarynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Adamsappel

A

Prominentia laryngea van cartilago thyreoides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Spier voorkant larynx

A

M. Cricothyreoidea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat zet geluidstrillingen om in actiepotentiaal

A

Orgaan van Corti

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Waar ligt het orgaan van Corti op

A

Basilaire membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Functie buitenste haarcellen

A

Versterken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Welke haarcellen gaan als eerste kapot

Wat is gevolg

A

Buitenste haarcellen

Zacht geluid kan minder goed worden waargenomen, hard geluid kan minder goed zacht gemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Brughoektumor

A

Goedaardig gezwel uitgaande van zenuwschede van n. Vestibulocochlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Tot welke dB is gehoorverlies normaal

A

15 dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Beengeleiding

  • Ongemaskeerd
  • Gemaskeerd
A

Ongemaskeerd: < >
Gemaskeerd: [ ]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Luchtgeleiding

  • Ongemaskeerd
  • Gemaskeerd
A

Ongemaskeerd: rondje, kruisje
Gemaskeerd: driehoek, vierkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Toonaudiometrie, even slechte lucht- en beenbegeleiding

A

Perceptief verlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Neonatale gehoorscreening, naam

A

Oto-akoestische emissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Hoeveel geluidsverlies kan OAE meten

Wat voor gevolg

A

Gehoorverlies dan >30dB

Bij >30dB is taal- en spraakontwikkeling beperkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Als OAE afwijkend is, dan welke test

A

Brainstem electric response audiometry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Gehoorverlies tot 80 dB, welk hulpmiddel

A

Elektro-akoestisch hoortoestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Zeer groot conductief verlies, welk hoortoestel

Tot welke dB

A

Beengeleiding

60-65 dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Slikken: m. Cricopharyngeus ..

A

Ontspant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Penetratie

A

Voedsel komt in larynx, in nabijheid van stemplooien, maar passeert stembanden niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Aspiratie

A

Voedsel onder stembanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Spilling

A

Al voor het slikken loopt voedsel naar achter in de keel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

FEES

A

Flexible Endoscopic Evaluation of Swallowing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Masako

A

Tong fixeren tussen tanden en droog slikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Sinussen ontwikkelen vanaf .. jaar

A

8-9 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Rhinosinusitis

S/ (4)

A

Neuspassageklachten
Rhinorroe/post nasal drip
Reukverlies
Hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Rhinosinusitis, tijd
Acuut
Chronisch

A

Acuut: <12wkn
Chronisch: >12wkn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Beeldvorming sinussen

A

CT-sinus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Sinusitis

B/

A

Acuut: self-limiting
Chronisch: spoelen fysiologisch zout, otrivin en/of cortico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Polyposis nasi

B/

A

Stootkuur cortico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Pott’s puffy tumor

A

Abces door uitbreiding van sinusitis frontalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

FESS

A

Functional Endoscopic Sinus Surgery

77
Q

Infundibulotomie

A

Opening van sinus maxillaris wordt verruimd, processus uncinatus wordt verwijderd

78
Q

Synechie

A

Verkleving

79
Q

Benige deel neus (2)

A
Os nasale
Processus frontalis (van os maxillaris)
80
Q

A. Carotis externa - % & neusaftakkingen

A

80%
A. Sphenopalatina
A. Ethmoidalis posterieur
A. Angularis

81
Q

A. Carotis interna - % & neusaftakkingen

A

20%
A. Ethmoidalis posterior
A. Ethmoidalis anterior

82
Q

Epistaxis volwassenen

A

Posterieure bloeding a. Sphenopalatina

83
Q

Kakosmie

A

Gewaarwording van vieze geur

84
Q

Parosmie

A

Afwijkende geursensatie

85
Q

Na hoe lang reukverlies geen herstel meer

A

1 jaar

86
Q

Liquorroe of rhinorroe?

D/ (2)

A

β-tracebepaling

Halo op kussen

87
Q

Brilhematoom wijst op

A

Schedelbasisfractuur

88
Q

Le Fort fractuur

A

Aangezichtsfractuur

Zygoma en orbita

89
Q

Neushematoom, locatie

A

Tussen kraakbeen en perichondrium

90
Q

Abces bij septumhematoom

B/

A

Operatieve kraakbeentransplantatie

91
Q

Neusfractuur zonder dislocatie
B/
- Wat
- Na hoe lang zien

A

Geen behandeling
<48u zien
In 2wkn genezing

92
Q

Neusfractuur met dislocatie

B/

A

Repositie <48u

Bij zwelling: afwachten tot neuscontour weer zichtbaar is, <1wk

93
Q

Locatie meatus acusticus internus

A

Tussen binnenoor en fossa cranialis posterior

94
Q

Wat loopt door meatus acusticus internus

A

N. Facialis
N. Vestibulocochlearis
A. Labyrinth
Vestibulaire ganglion

95
Q

3 cellagen membrana tympani

A

Cutane laag
Fibreuze laag
Mucosaal membraan

96
Q

Verbinding cavitas tympani en mastoid

A

Aditus

97
Q

Fenestra vestibuli

A

Ovale venster

98
Q

Centrale as cochlea

A

Modiolus conchleae

99
Q

Functie vestibulum

A

Registreren van

  • Stand van hoofd
  • Lineaire versnellingen
100
Q

Functie semicirculaire kanalen

A

Registeren van draaibewegingen

101
Q

Ring van Waldeyer

A

Adenoid
Tonsillae tubaria
Tonsillae palatinae
Tonsilla linguialis

102
Q

Smaak voorste 2/3 tong

A

Chorda tympani, tak van n. Facialis

103
Q

Locus van Kiesselbachi, welke vaten (5)

A
A. Ethmoidalis anterior
A. Ethmoidalis posterior
A. Sphenopalatina
A. Palatina major
A. Labialis superior
104
Q

Achterste farynxboog

A

Arcus palatopharyngeus

105
Q

Voorste farynxboog

A

Arcus palatoglossus

106
Q

N. Laryngeus inferior

  • Rechts
  • Links
A

A. Subclavia dextra

Arcus aorta

107
Q

Uitval linker evenwichtsorgaan
Snelle nystagmus naar ..
Valneiging naar ..

A

Snelle nystagmus naar rechts

Valneiging naar links

108
Q

Als OAE geen reactie geeft, dan test je met ..

A

BERA

Hersenstamaudiometrie

109
Q

Duizelig, gehoorverlies en tinnitus

A

Ziekte van Meniere

110
Q

Globusklachten

A

Gevoel iets in keel te hebben, schrapen

111
Q

Reinkes oedeem

A

Oedeem in subepitheliale laag van stemplooi

112
Q

Danger space

A

Ruimte tussen de twee lagen van de lamina prevertebralis fascia cervicalis

113
Q

Enige abductor larynxspier

Wat doet abductie

A

M. Cricoarytenoideus posterior

Respiratiestand

114
Q

Ontstoken oorschelp, oorlel doet niet mee

A

Perichondritis

115
Q

Waar zit een othematoom

A

Tussen kraakbeen en perichondrium

116
Q

Nattende otitis externa
Droge otitis externa
O/

A

Nattend: bacteriele oorzaak
Droge: eczemateuze oorzaak

117
Q

Wanneer een OMA behandelen (5)

A
Otorroe bij eerste presentatie
Dubbelzijdig en <2jr
Geen verbetering na 3dgn
Ernstig ziek met koorts
Risico op complicatie
118
Q

Wanneer kind met OMA doorverwijzen naar KNO-arts

A

Als kind na 24-48u geen klinische verbetering toont na starten AB
Of als het langer dan 3-5dgn duurt met oorpijn, koorts en ziekte

119
Q

Complicatie OMA

A

Mastoiditis

120
Q

Mastoiditis

B/ (2) + bij geen verbetering

A

Trommelvliesbuisje
Langdurig AB iv
Na 24-48u geen verbetering: mastoidectomie

121
Q

Waar trommelvliesbuisje plaatsen

Waarom

A

Vooronder, waar lichtreflex zichtbaar is

Lopen geen belangrijke structuren achter

122
Q

Vlakke lijn bij tympanometrie

A

OME

123
Q

OME

B/

A

Self-limiting na 3-6mnd

124
Q

Wanneer buisjes bij OME (3)

A

> 3mnd klachten
Gehoorverlies >25dB
Nadelige invloed op ontwikkeling kind

125
Q

Welk kwadrant zit membraan van Shrapnell

A

Achterboven kwadrant

126
Q

Teken van Schwartze

  • Wat
  • Welke ziekte
A

Rode verkleuring op promontorium

Otosclerose

127
Q

Otosclerose

A

Spongiotische botvorming rondom stapesvoetplaat → stapes komt vast te zitten → conductief gehoorverlies
Kan ook intra-cochleair → perceptief gehoorverlies

128
Q

Otosclerose

D/

A

Carhartt notch bij audiogram (bij 2000 Hz)

129
Q

Welk kanaal is het horizontale kanaal

Hoeveel graden

A

Laterale kanaal

30

130
Q

VOR

A

Vestibulo-oculaire reflex
Ogen gaan in zelfde snelheid en tegengestelde richting van hoofdversnelling
→ beeld van omgeving staat stil op netvlies

131
Q

Proef van Romberg

  • Valneiging open en gesloten
  • Valneiging gesloten
A

Open en gesloten: centrale stoornis

Alleen gesloten: sensorische stoornis

132
Q

Calorische stimulatie

A

250ml water in gehoorgang → endolymfe gaat stromen in laterale kanaal
Normaal:
- Hoofd draait naar warm
- Ogen draaien naar kou
- Nystagmus snel naar warm
Afwijkend: afwezige nystagmus → labyrinth-, zenuw- of hersenstamschade

133
Q

Hevig plotselinge optredende vertigo met spontane horizontale nystagmus naar gezonde kant, valneiging naar aangedane kant
Calorische test?

A

Neuritis vestibularis

Calorische test aan aangedane zijde afwezig

134
Q

Neuritis vestibularis

B/

A

Eerste dagen rust

Daarna in beweging komen om compensatiemechanisme te stimuleren

135
Q

Aanvalsgewijze en onvoorspelbare vertigo van 20min met vegetatieve verschijnselen + eenzijdig perceptief gehoorverlies + tinnitus + drukgevoel in oor

A

Ziekte van Meniere

136
Q

Corneareflex

A

Watje over cornea

Reflexmatig contraheren van m. Orbicularis oculi → sluiten oogleden

137
Q

Schirmertest
Aangedaan
Wijst op

A

> 30% li/re

Uitval van n. Pretrosus superficialis (na ganglion geniculi)

138
Q

Gradering facialisparese

Vanaf welke graad behandelen en met wat

A
House-Brackmann
Vanaf graad IV behandel je; ogen kunnen dan niet meer dicht
Met corticosteroiden (1mg/kg voor 1 week)
139
Q

Longitudinale fractuur

A

Horizontaal
10-20% kans facialisschade
Komt 70-90% voor

140
Q

Transversale fractuur

A

Verticaal

Grotere kans op facialisschade (40-50%)

141
Q

Cellulitis orbitae

D/

A

CT-sinus met contrast

Om naast een sinusitis een abces met randaankleuring in beeld te brengen

142
Q

Classificatie cellulitis orbitae

A

Chandler classificatie

1: pre
2: post
3: subperiostaal abces
4: orbitaal
5: extra orbitale complicaties

143
Q

Cellulitis orbitae

B/ naar graad

A

1: augmentin oraal
>2: ceftazidim en clindamycine iv + xylometazoline
Geen verbetering na 24-48u: FESS

144
Q

Ranula

A

Slijmcyste mondbodem

145
Q

Lingua villosa

A

Endotheelproliferatie icm candida

Zwartbruine verkleuring door roken

146
Q

Peritonsillair abces

B/

A

Ontlastende punctie + Augmentin

147
Q

Welke AB niet/wel geven bij EBV

A

Geen β-lactam → kruisreactie met huiduitslag

Wel macroliden

148
Q

EBV tonsillitis
S/
Lab

A

Fibrineus beslag met eronder rood slijmvlies + petechien

Lab: atypische lymfocyten en positieve Paul-Bunnel test

149
Q

Niet goed trillen stembanden geeft .. stem

A

Schorre stem

150
Q

Niet goed kunnen sluiten geeft .. stem

A

Hese stem

151
Q

Larynxpapilloom

O/

A

HPV-virus

152
Q

Wanneer krimpt adenoid

A

9jr

153
Q
Mediane halscyste
O/
S/
D/*
D/*
A
  • Rest van ductus thyroglossus
  • Cyste verplaatst bij slikken
  • Echografie, let op of schildklier goed is aangelegd
  • Chirurgische resectie met verwijderen hyoidcorpus (recidiefkans verkleinen tot 10%)
154
Q

Laterale halscyte
O/
B/

A
  • Resten van 2e tot 4e kieuwboog

- Extirpatie via de hals

155
Q

OSAS

D/

A

Polysomnografie

156
Q

OSAS onderscheid

A

Mild: 5-15 apneus p/m
Matig: 15-30 apneus p/m
Ernstig: >30 apneus p/m

157
Q

OSAS
O/
Kinderen
Volwassenen

A

Kinderen: adenoid
Volwassenen: naar achter zakken van tongbasis

158
Q

Velopharyngeale insufficientie

A

Nasopharynx wordt niet goed afgesloten → nasale regurgiatie en hypernasaliteit

159
Q

Waaruit ontwikkeld respiratoire stelsel embryologisch

A

Endoderm

160
Q

Verschillen kinderlarynx en volwassenlarynx (5)

A
  • Grootte bij geboorte 1/3
  • C4 vs C6-C7
  • Sublottis en glottis liggen op elkaar (coniotomie niet mogelijk)
  • Epiglottis meer omegavormig
  • Arythenoiden naar verhouding groter
161
Q

Baby’s neusademhalers tot .. weken

A

8 weken

162
Q

Typen stridor
Inspiratoir
Bifasisch
Expiratoir

A

Inspiratoir: supraglottisch
Bifasisch: glottisch en subglottisch
Expiratoir: trachea

163
Q

Bij welk ziektebeeld wordt een stridor niet erger bij inspanning

A

OSAS

164
Q

Choanale atresie

A

Overgang van cavum nasi naar nasopharynx afgesloten door benig/bindweefsel

165
Q

Meest voorkomende oorzaak stridor kinderen
S/
B/

A

Laryngomalacie, slapte van kraakbeen
S/ inspiratoir intermitterende-flutterende stidor
Wordt minder na 6-18mnd als larynx groeit

166
Q

Congenitale subglottische stenose

  • Wat
  • S/
  • B/ (wanneer)
A

Lumen <4mm door abnormaal gevormd cricoid
Bifasische stridor
Vanaf graad II: dilatatie of split met zwevende rib

167
Q

Hemangioom

B/

A

Atenolol

168
Q

Treacher Collins & Goldenhar

A

Blokwervels → nek hyperextensie niet mogelijk → lastige intubatie

169
Q

Klippel-Feil

A

Congenitale fusie van 2 vd 7 nekwervels → intubatie lastig

170
Q
Downsyndroom
KNO problemen (3)
A

Macroglossie
Smalle nasopharynx
Kort palatum

171
Q

Laryngitis subglottica
O/
S/
B/

A

Parainfluenzavirus type 1
Blafhoest, inspiratoire stridor
Self-limiting

172
Q

Epiglottitis

O/

A

H. Influenza B

173
Q

Stridor bij corpus alienum

X-thorax beeld

A

Bifasische stridor

Bij insp&exp hyperinflatie

174
Q

HH-oncologie, beeldvorminglocatie

A

Boven hyoid: MRI-scan

Onder hyoid: CT-scan

175
Q

Nasopharynxcarcinoom

O/

A

Genetisch, rauwe gezouten vis, EBV

176
Q

Oropharynxcarcinoom

O/

A

HPV-16

Vooral jonge mannen die niet drinken/roken

177
Q

Spier voor reconstructie

A

M. Pectoralis major

178
Q

Sialolithiasis

  • Wat + locatie
  • D/
  • B/ (2)
A
  • Speekselklierobstructie door steen
  • 80-95% in gl submandibularis
  • X-overzichtsfoto
  • Incisie of extracorporele vergruizing
179
Q

Globus

O/

A

Verhoogde spierspanning van pharynx

180
Q

Waar komen aften niet voor (2)

A

Palatum

Gingiva

181
Q

Waar bevindt een divertikel van Zenker zich

D/

A

Driehoek van Kilian, anatomisch zwakke plek in hypopharynx

X-slikfoto met contrast

182
Q

Papilloma inversum

A

Benigne pre-maligne neuspoliep

Unilateraal, voor 90% in laterale neuswand

183
Q

Welke neusdruppels voor epistaxis

A

Xylometazoline neusdruppels = otrivin

184
Q

Neusbloedingen op kinderleeftijd, ziekte

A

Ziekte van Rendu-Osler-Weber

185
Q

Neusfurunkel

B/ (2)

A

Hoge dosis flucloxacilline oraal

Lokaal Bactroban

186
Q

Verlies hoge frequentie, welke letters

A

Medeklinkers

187
Q

Sudden deafness

B/

A

Hoge dosering cortico’s 1 week

188
Q

Lawaaitrauma

  • dB
  • Audiogramdip bij
A

> 90 dB

4000 Hz

189
Q

Myringitis bullosa
O/
B/

A

Viraal, bij BLWI

Pijnstilling