km week 4 Flashcards

1
Q

methodiek

A

geheel van methoden, procedures en richtlijnen voor hulp aan gezinnen
-o.a. Deltamethode en signs of safety

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Programma/interventie

A

afgebakende vorm van hulp voor een afgebakende doelgroep: beschreven is welke methodische elementen kunnen ingezet worden
-programma waarmee er wordt ingegrepen in de natuurlijke omgeving van de client

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interventies en elementen relatie

A

interventies bestaan uit verschillende elementen en de effectiviteit wordt bepaald door de gezamenlijke werking tussen deze elementenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

interventies in de jeugdbescherming zijn ontwikkeld op basis van veranderingsmodellen

A

input, output, outcome

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

input

A

elementen van de interventies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

output

A

functies van losse interventies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

outcome

A

verwachtte effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vb preventieve interventie , en op welke theorie is deze gebaseerd

A

voorzorg; deze interventie wordt aangeboden in de thuissituatie van alleenstaande moeders door verpleegkundigen. Gebaseerd op de hechtingstheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

input, output en outcome bij voorzorg

A

input; videohome training, versterken sociaal netwerk bevorderen sensiviteit
output: veilige hechting, goede zwangerschap, positieve ouder kind relatie
outcome; voorkomen van km en hg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeeld behandeling gerichte interventie

A

multisysteemtherapie, child abuse and neglect
Deze interventie heeft een systeemgerichte benadering en vindt ook plaats in de thuissituatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

input output outcome van systeemtherapie

A

input; traumatherapie , psychiatrische diagnostiek , versterken social netwerk
output: verminderen psychosociale problematiek (ouder en kind) verminderen km en verwaarlozing
outcome; voorkomen uithuisplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NJI heeft een databank ontwikkel met interventies. In deze databank zijn er drie niveaus

A

1 ster; de interventie is goed beschreven
2 ster; de interventie is goed onderbouwd
3 sterren; de interventie is bewezen actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gradaties in het hoogste niveau 3 sterren NJI

A

1e aanwijzing voor effectiviteit; minstens 2 voor- en nameting studies, waarvan minimaal 1 in NL

goede aanwijzing voor effectiviteit: studies met redelijke bewijskracht, zoals quasi experimenteel zonder follow up, 1 hele goede studie in nl kan ook voldoende zijn

sterke aanwijzingen voor effectiviteit; min 2 studies, waarvan min 1 in nl, met sterke bewijskracht, bijv rct met follow up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gevolg mager aanbod van interventies met bewezen effecitiviteit in data bank

A

gap tussen wat werkt volgens onderzoek en wat in de praktijk wordt toegepast.
-60% van de professionals bepaalt hun keuze op basis van klinische ervaring en niet op bewezen effectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verklaringen voor de gap

A

1)werken volgens gewoonte en onbekendheid
2)subjectiviteit
3)confirmation bias
4)effort justification
5)lange wachttijden voor interventies
6)inkoopbeleid gemeenten: niet alle interventies zijn overal beschikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oplossng voor gap

A

flexibiliteit, in plaats van de volledige interventie toe te passen , worden elementen die bij de client passen ingezet, daarbij wordt de functie van de interventie behouden

17
Q

2 varianten van elementen

A

1)algemeen werkzame elementen (common factors)
deze elementen maken een interventie effectiever, ongeacht het doel , doelgroep en het soort interventie (bijv stellen van doelen)
2)specifiek werkzame elementen
deze elementen maken een interventie effectiever bij een bepaald doel/doelgroep/interventie
(bijvoorbeeld aantal sessies

18
Q

effectiviteit van preventieve interventies voor kindermishandeling op scholen; gubbels 2001

A

-meta analyse resultaten vergeleken van 34 onderzoeken
-schoolprogrammas ter preventie an km bleken geheel actief
-er was geen duidelijk verhoogd effect voor bepaalde elementen op het versterken van zelfverdediging skills

19
Q

effectiviteit van in home opvoed interventies voor kindermishandeling

A

er bleek een algeheel significant effect
conclusie; huisbezoek intevrenties zijn effectief ter preventie en behandeling van km, maar de elementen binnen en tussen studies maken weinig verschil.
er is echter nog weinig bekend over eventuele combinaties en interacties van elementen

20
Q

risk need responsivity principe

A

risk- interventies zijn afgestemd op de hoogte van risico van recidive
2)interventies richten zich op aanwezige veranderbare factoren
3)responsivity; interventies passen bij de voorkeuren, eigenschappen en omstandigheden van de client

21
Q

waarom is er een genderinclusief beleid nodig om behandeluitval te voorkomen en effectivieit te vergroten

A

er is een gendered perspective of domestic violence, echter zijn mannen helemaal niet vaker daders van huiselijk geweld. interventies zijn door deze aanname teveel gericht op

22
Q

genderspecifieke risicofactoren bij huiselijk gewelsplegers (bijlsma)

A

-psychosociale problematiek bij zowel mannen als vrouwen
-bij mannen meer alcohol/drugs
-bij vrouwen meet financiele problematiek

23
Q

studie ; risicofactoren gerelateerd aan behandeluitval hg plegers, bijslam

A

bij mannelijke dropouts; schulden, drugsmisbruik, lage behandelmotivatie en criminele vrienden

vrouwelijke dropouts; werkeloosheid, instabiele woonomgeving, problematische relatie met familie en gebrek aan sociale steun

24
Q

algemene responsiviteit

A

bepaalde typen interventies zijn algemeen effectief om gedrag te beinvloedensp

25
Q

specifieke responsviteit

A

behandeling meot worden aangepast aan cognitieve mogelijkheden, omstandigheden en demografische kenmerken van clienten
-je kan bijv verandering brengen in de setting van interventie

26
Q
A