Klinkt als Flashcards
1
Q
G
A
engels G (gold, green, great)
2
Q
Z
A
lucht door je tanden (ts)
3
Q
U
A
net als in koe
4
Q
Sch
A
alsof je wilt dat iemand stil wilt sh
5
Q
eu/äu
A
net als ooi
6
Q
ß
A
Scherpe S
7
Q
Ä
A
schaap geluid beeee
8
Q
Ö
A
eu / euuu
9
Q
Ü
A
u