beschrijvende woorden in zinnen Flashcards
1
Q
ik ben moe
A
ich bin müde
2
Q
jij bent lui
A
dus bist faul
3
Q
hij is aardig
A
er ist nett
4
Q
wij zijn ziek
A
wir sind krank
5
Q
ben jij blij?
A
bin du froh?
6
Q
zij is verlied.
A
sie ist verliebt
7
Q
jullie zijn slim
A
du bist schlau
8
Q
hij is oud
A
er ist alt
9
Q
ben jij verliefd
A
bin du verbliebt
10
Q
is hij grappig?
A
er ist lustig
11
Q
bent u aarding?
A
Sind sie nett
12
Q
zijn jullie sterk?
A
bist du stark?
13
Q
wij zijn moe.
A
wir sind müde
14
Q
zij zijn lui.
A
sie sind faul
15
Q
is zij mooi?
A
ist zie hübsch