Klachtenanalyse Flashcards

1
Q

Klacht

A

Subjectieve gedachte, gevoel, gedrag of gebeurtenis die door de cliënt als storend, problematisch, ongewenst of belemmerend wordt beleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klachtenanalyse

A

Proces van verhelderen van klachten, waarbij het verhaal van de cliënt centraal gesteld wordt in eigen taal, beleving en overtuiging en in eigen (on)volledigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verhelderende diagnose

A

Uitkomst klachtenanalyse met ordening van klachten en formulering en ordening van hulpvragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hulpvraag

A

De vraag naar het soort hulp waar de cliënt of diens omgeving behoefte aan heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Impliciete hulpvraag

A

Een onuitgesproken, maar latent aanwezig veronderstelde hulpvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Expliciete hulpvraag

A

De duidelijk geformuleerde vragen om bepaalde hulp die op grond van de klachtenanalyse tot stand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Belangrijke onderwerpen tijdens KA

A
  • Ontwikkelingsgeschiedenis
  • Verloop klachtenbeeld
  • Copingmechanismen
  • Sociale ondersteuning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnostisch scenario

A

Geordende reeks van typen onderzoek die aansluiten bij de hulpvragen van de cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stappen diagnostisch scenario

A
  1. Deelhulpvragen
  2. Vraagstelling
  3. Ordenen van onderzoekstypen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verhelderende vraag

A

Welke hulpvragen zijn gekoppeld aan de klachten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderkennend onderzoek

A

Wat is er met mij aan de hand?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verklarend onderzoek

A

Waarom is dit met mij aan de hand?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indicerend onderzoek

A

Hoe kan ik het beste geholpen worden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly