Kind Flashcards
APGAR score
caput succedaneum
vochtophoping tussen huid en bindweefsel. Niet goed afgrensbaar, direct postpartum zichtbaar
cefaal hematoom
bloeding tussen periost en bot, begrensd door schedelnaten. Onstaat enkele uren na de geboorte
subgaleale bloeding
bloeding tussen periost en galea aponeurotica, kan ontstaan na traumatische partus. Potentieel levensbedreigend
dysmaturiteit
= SGA = small for gestational age.
te licht kindje.
Wanneer spreek je van dysmaturiteit
<2 SD of P<5
wat zijn oorzaken van dysmaturiteit
- maternale oorzaken (genetisch, TORCHES, ziekte, pre-eclampsie)
- placenta (placenta praevia, insufficientie etc.)
- foetaal (meerling, chormosomale afwijking)
TORCHES
toxoplasmose
others (parvo, HIV, VZV)
Rubella
CMV
Herpes simplex
syfilis
Welke complicaties kunnen optreden bij dysmaturiteit
meconium, hypothermie, hypoglycemie, polycytemie, trombocytemie
geproportioneerde dysmaturiteit
gehele ontwikkeling blijft achter.
vaak congenitale infectie vroeg in zwangerschap, chromosomale of syndromale afwijkingen
gedisproportioneerde dysmaturiteit
hoofd normaal, rest klein.
oorzaken: pre-eclampsie, placenta insufficientie, drugs etc.
Oorzaken van hyperbilirubinemie
- verhoogde productie (hemolyse): cefaal hematoom, aandoening ery’s, polychythemie
- conjungatiestoornis: onrijpe lever, CMV, borstvoeding
- te trage uitscheiding (galwegobstructie, levercelschade, UWI –> geconjugeerd)
- benigne
prehepatisch, hepatisch en posthepatisch
tussen welke dagen na de geboorte is hyperbili normaal
2e en 8e dag postpartum
wat zijn alarmsymptomen bij hyperbili
optreden <24 uur postpartum
duur >10 dagen
directe bilirubine >10 micromol van het totale bilirubine
te hoog voor leeftijd volgens tabel
waar wijst een positieve coombs test op
op een hemolytische oorzaak van de hyperbili
behandeling van hyperbili
fototherapie of wisseltransfusies
Hoe werkt fototherapie
ongeconjugeerd bilirubine wordt omgezet in isomeren welk wel in water oplosbaar zijn en via de gal en urine uitgescheiden worden
kernicterus
hoog ongeconjugeerd bilirubine zorgt voor verhoogd risico op hersenschade door transport over de bloed hersenbarriere heen
polycythemie
veneuze hematocrietwaarde >0.65
oorzaken: afnavelen, placenta insufficientie, tweelingtransfusiesyndroom, DM moeder, chromosomale afwijkingen, dehydratie
behandeling polycythemie
extra vocht en partiele wisseltransfucie
LGA (macrosomie)
large for gestational age = zwaar kindje
complicaties van schouderdystocie
clavicula fracturen, dislocaties/fracturen humerus, asfyxie
plexus brachialis letsel
erbse parese
asfyxie
baby krijgt vlak voor, tijdens of vlak na de geboorte te weinig zuurstof.
Oorzaken van asfyxie
maternaal: schok, weeenstorm, pre-eclampsie
placenta: solutio placentae, infarcering bij HELLP
foetaal: intra uteriene infectie
prematuriteit
AD <37 weken (en na 23 weken)
welke behandeling geef je bij prematuriteit
magnesiumsulfaat ter neuroprotectie, corticosteroiden voor longrijping, coffeine en CPAP voor de ademhaling
RDS
respiratory distress syndrome
Wat is het probleem bij RDS
doordat er niet of te weinig surfactant is zal de zuurstofspanning in de longen te hoog zijn
welke cellen maken surfactant
type II alveolaire cellen
klinische symptomen van RDS
tachypneu (>60), neusvleugelen, intrekkingen, kreunen, cyanose
X thorax afwijkingen bij RDS
matglass afwijkingen
behandeling RDS
antenatale corticosteroiden
CPAP
surfactant therapie
PVL
periventriculaire leukomalacie
= hersenbeschadiging ten gevolg van O2 tekort bij een kind –> witte stof raakt beschadigt
ODB/PDA
open ductus botalli / persisterende ductus arteriosus
wat is de ductus botalli
verbind de a. pulmonalis met de aorta
wat voor type shunt heb je bij een ODB
links-rechts shunt
type souffle bij een ODB
continue souffle
IVH
intraventriculaire bloedingen, treedt binnen 72 uur na leven op bij bijv. RDS
bij welke ziekte heb je verhoogde kans op IVH
RDS
Wanneer IVH controle bij RDS
dag 1 3 en 7.
NEC
necrotiserende enterocolitis
ROP
retinopathie of prematurity
wanneer screenen voor ROP
bij <30-32 weken, of bij <1250-1500 gram
wat zijn indicaties om bijvoeding te starten.
AD <37 weken
GG <P5>p95
neonaten met een hypoglycemie
neonaten die tussen 12-24 uur postpartum onvoldoende zuigen aan de borst
alle neonaten die >10% zijn afgevallen</P5>
waar begin je mee op dag 1 van een neonaat qua voeding
40 –> 20 ophogen steeds
hoeveel voeding dag 1 bij een neonaat van <1500
60
vanaf wanneer kan je starten met bijvoeden naast de borstvoeding
4 maanden
hoeveel vit K geef je een kind
1 mg direct na de geboorte,
**vanaf 8 dd postpartum **150 microgram gedurende 3 maanden
hoeveel vit D geef je een kind
vanaf **dag 8 **postpartum 400 IE/dag tot 4 jaar, bij donkere huidskleur doorgeven
welke factoren zijn vitamine K afhankelijk
II (protrombine), VII, IX, X (1972)
hoe zwaar is een a terme kindje bij geboorte gemiddeld
3.5
welke anticonceptie werkt met oestrogeen en progestageen
anticonceptiering
microgynon (combinatiepil)
anticonceptiepleister
welke anticonceptie werkt alleen met progestageen
implanon (staafje)
minipil
mirenaspiraal
prikpil
wanneer is het progesterongehalte in de menstruele cyclus het hoogst
luteale fase
IVF vs ICSI
IVF = zaadcel zelfstandig
ICSI = injectie zaadcel
van wanneer tot wanneer kan je spreken van een a terme periode
37 - 42 weken
wanneer is het baringskanaal het nauwst
hodge 3 vlak
wanneer kan je TTS krijgen
TTS = tweelingtransfussiesyndroom
bij een monochoriale tweeling
welk hormoon is betrokken bij het creeeren van weeeen
oxytocine