kennis C5-C10 Flashcards

1
Q

wat houd monopsonie in

A

-sprake van machtige vraag
-misbruik van inkoopmacht
-relatie van zorgverzekeraars als inkoper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is monopsonie

A

een vrager, dus hij is de prijszetter
-kan leiden tot misbruik van inkoopmacht
-effecten op kwaliteit en hvl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurd er als er een hoge geconcentreerde inkoopzijde is

A

hoe sterker de onderhandeling positie van de verzekeraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat als HHI min=0

A

groot aantal marktpartijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat als HHI max=1000

A

een marktpartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn twee hypothese van marktmacht in de zorg

A

1)Inkoopmacht van verzekeraars leidt in markten met een weinig geconcentreerde aanbodzijde niet tot lagere prijzen.
2)Inkoopmacht van verzekeraars leidt in markten met een sterk geconcentreerde aanbodzijde wel tot lagere prijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er bij de zorgverzerkignswet en verzekeraars

A

-zorgverzekeraars contractern de zorg geleverd door de aanbeiders
-zorgverzekeraars concurrern met elkaar op de premie
-weinig mogelijkheen om hun verzekerde te sture–) art 13 zvw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg wet langdurige zorg en rol van verzekeraars

A

regionaal zorgkantoor koopt zorg in namens alle zorgverzekeraars
-hier zijn er wettelijke maximumtarieven
-zorgkantoren concurrern niet met elkaar–) een vrager voor iedere regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg uit wet maatschappelijke ondersteuning en verzekeraars

A

-zorginkoop door gemeente–) concurrentie op de markt
-passende ondersteuning aan burgers–) met aanbesteding
-kiezen aantal zorgaanbieders die zorg mogen leveren voor bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

jeugdwet en zorgverzekeraars

A

zorginkoop door gemeente
faire tarieven–) kwalitatief goede jeugdhulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is inkoop in de zorg

A

-inkoop van zorg+ inkoop voor zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de triade

A

tussen zorgaanbieders, zorginkopers, zorggebruikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wie of wat is inkoop voor de zorg

A

leveranciers van medische en niet medische inputs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de definitei van zorginkoop

A

het proces dat leidt tot een contract tussen een zorgverzekeraar en zorgaanbieder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar wil je op sturen en hoe dankzij de triple aim

A

–) waar moeten zorgstelsels gemikt worden
1) verbetern ervaren kwaliteit van zorg
2)verbetern gezondheid populatie
3) verlagen van kosten per hoofd van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe gebeurd de bekosteging van zorg

A

1) de overheid stuurt fonds naar zorginkoper en zorgaanbieder
2) de zorginkoper en zorggebruiker sturen naar de zorgaanbieder
3)de zorggebruiker stuurt naar de overheid, zorginkoper en zorgaanbieder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is doelincongruentie en waarom

A

de doelen van de drie actoren zijn niet congruent

1) zorginkoper: alleen betalen voor wat er nodig is
2) zorggeburiker: laagst emogelijke betaling voor best mogelijke zorg
3) zorgaanbieder: best mogelijke zorg leveren en financieel gezond blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de beste mogelijke condities voor de zorginkoper en welke condities

A

de zorginkoper heeft als doel om zich te contractern bij zorgaanbieder tegen de beste mogelijke condities

-binnen budget
kwantiteit en kwaliteit moet passen bij de zorgvraag
-toegankelijkheid moet gewaardborgd blijven

18
Q

wat zijn drie voorwarden voor effectieve zorginkoop

A

de zorginkoper kan
-kwantiteit en kwaliteit van zorg voor haar populatie inschatten
-inzicht in reele kostprijzen van zorg
-tijdige feedback over kwantiteit en kwaliteit

19
Q

wat is de inkoopprocesmodel en wat zijn de 3 delen daar in

A

het inkoopwiel–) alle belangrijke inkoop activiteiten

strategic
tactical
operational

20
Q

wat zegt de binnen circel van de wiel

A

beheren van relaties met leveranciers

21
Q

wat zijn de 5 stappen tussen invoices en contracts- binnen strategic and tactical

A

1 sourcing analyse: analyse die nodig zijn om een inkoopstrategie te formuleren
2 specification of needs: voorspelling van wat de populatie nodig zal hebben
3 sourcing strategy development: inkoopstrategie ontwikkelen
4 provider selection: kiezen van de meest efficiente zorgaanbieder
5 contracting: contract en afspraken gemaakt

22
Q

wat zijn de 5 stappen die zich bevinden in operationeel

A

1 diagnose
2 starten van zorg traject
3 levering van zorg
4 declaratie verwerking
5 betalen

23
Q

wat is de spend cubus

A

kijken naar voorgaande jaar–) bij wie ingekocht, wat en voor wie

24
Q

wat is bekostiging

A

een financieel instrument dat wordt ingezet voor vergoeding van de kosten die gepaard gaan met het leveren van zorg en zorgverbetering

25
Q

wat zijn 4 soorten bekostegingen

A

Inspectie/Licensie/Vergunning > Voortbestaan van organisatie
2) Financiële prikkels > Inkomsten/Resultaat/Vermogenspositie
3) Transparantie/Reporting > (Kwaliteits)Informatie
4) Intrinsieke Motivatie Waarde/Voldoening

26
Q

wat zijn 4 soorten reimbursement schemas

A

1 capitation
2 case based
3 fee for service
4 global budget

27
Q

wat hebben de 4 reimbursemnt schemas gemeen

A

-doet meer dan alleen bekostigen
-lokt gedrag uit

28
Q

wat is de incentive

A

dat is waar we meer gevoelig zijn voor meer prestaties, prikkel voor meer beloning

29
Q

relatie en beloning

A

hoe meer prestaties hoe meer beloning –) tot dat je bij het plafond aankomt

30
Q

wat zijn drie voorbeelden van pervers gedrag

A

upcoding
onderbehandeling
risicoselctie

31
Q

hoe ga je sturen

A

door
stellen van regels
afspraken
versterken normen
feedback

32
Q

wat zijn de drie onderdelen van de juiste zorg op de juiste plek

A

1 toezciht verbod op kartels: overeenkomsten tussen ondernemingen–) samenwerking die concurrentie slecht beïnvloed
2 toezicht op concentratie
3 verbod op misbruik op economische machtsgebruik

33
Q

mag je samenwerken

A

ja, en je hoeft geen toestemming te vragen
-meer voordelen zijn
-gezamelijke marktaandeel kleiner dan 10%

34
Q

wat zijn de kosten van zorgaanbieders

A

-winst en verlies
-inschatting van de kosten–) daadwerkelijke kosten

35
Q

waarom ligt de focus bij de zorgaanbieder voor de kostprijzen

A

-zij maken de kosten en stellen de vraagprijs vast
-kosten terugverdienen–) gebruik kostprijs als instrument

36
Q

wat en hoe wordt de winstopslag berekend

A

het is de kost bovenop de kostprijs dit is een manier voor het bepalen van de verkoopprijs en het wordt berekend aan de hand van de kostprijs

verkoopprijs=kostprijs/opslag op de kostprijs

37
Q

wat en hoe wordt de winstopslagpercentage berekend

A

het percentage van de verkoop dat winst bijdraagt –)%
wordt berekend aan de hand van de verkoopprijs

38
Q

wat is kostprijs gebasseerde verkoopprijs

A

van kostprijs/winstopslag–)verkoopprijs

39
Q

wat is markt gebasseerde verkooppprijs

A

-verkooppris–) kostprijs +winst
-verkooppris-kostprijs–) winst

40
Q

wat is target costing

A

verkoopprijs-winstopslag–) kostprijs

41
Q

stappen van verschillende gedaantes van prijs

A

1 kostprijs berekeningsmethode–) kostprijs
2 bepaling van vraagprijs–) gevraagde verkoopprijs
3 onderhandeling–) daadwerkelijke verkoopprijs

42
Q
A