KB uitvoering WVV Flashcards

1
Q

Art 3:6 §2 waarderingsregels discontinuïteit

A

De waarderingsregels worden dienovereenkomstig aangepast en geldt in het bijzonder het volgende:
a) de oprichtingskosten moeten volledig worden afgeschreven;
b) voor de vaste en de vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde;
c) een voorziening moet worden gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden, inzonderheid voor de aan het personeel uit te keren vergoedingen.
Hetzelfde geldt, ingeval een bedrijfsonderdeel of een vestiging van de vennootschap, VZW, IVZW of stichtingwordt gesloten. In dat geval is het tweede lid van toepassing op de activa, de passiva en de verplichtingen die betrekking hebben op dat bedrijfsonderdeel of die vestiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Art 3:8 wijziging waarderingsregels

A

De waarderingsregels moeten van het ene boekjaar op het andere identiek blijven en stelselmatig worden toegepast.
Ze worden evenwel gewijzigd wanneer, onder meer uit hoofde van belangrijke veranderingen in de activiteiten van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, in de structuur van haar vermogen of in de economische dan wel technologische omstandigheden de vroeger gevolgde waarderingsregels niet langer aan het voorschrift van artikel 3:1 (getrouw beeld) beantwoorden.

Dergelijke afwijking wordt bij de waarderingsregels in de toelichting vermeld en verantwoord.
De geraamde invloed ervan op het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting wordt vermeld bij de waarderingsregels in de toelichting bij de jaarrekening over het boekjaar waarin de afwijkende waarderingsregel voor het eerst wordt toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Art 3:11 voorzienbare risico’s

A

Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico’s, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico’s, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting wordt opgesteld.

In de gevallen waarin, bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico’s, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt hiervan melding gemaakt in de toelichting, wanneer de betrokken bedragen rekening houdend met de doelstelling van artikel 3:1, eerste lid, belangrijk zijn.

Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is.

Wanneer de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Art 3:14 aanschaffingsprijs actiefbestanddeel

A

De aanschaffingsprijs omvat, naast de aankoopprijs, de bijkomende kosten zoals niet terugbetaalbare belastingen en vervoerkosten.

De aanschaffingsprijs van een actiefbestanddeel verkregen in ruil voor een tegenprestatie anders dan in geld is de marktwaarde van deze tegenprestatie; is deze waarde moeilijk vast te stellen, dan is de aanschaffingsprijs de marktwaarde van het verkregen actiefbestanddeel. Deze waarden worden geschat op de datum van de ruil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Art 3:15 vervaardigingsprijs

A

De vervaardigingsprijs omvat naast de aanschaffingskosten van de grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen, de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn evenals het evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale productieperiode betrekking hebben.

Het staat de vennootschappen, VZW’s, IVZW’s en stichtingen echter vrij deze onrechtstreekse productiekosten niet geheel of gedeeltelijk in de vervaardigingsprijs op te nemen; in geval van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt zulks in de toelichting bij de waarderingsregels vermeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Art 3:16 rente bij aankoop

A

In de aanschaffingswaarde van immateriële en materiële vaste activa mag de rente op vreemd
vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering worden opgenomen, doch slechts voor zover zij betrekking heeft op de periode welke de bedrijfsklaarheid van deze vaste activa voorafgaat.

In de vervaardigingsprijs van voorraden en bestellingen in uitvoering mag de rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering slechts worden opgenomen voor zover deze rente betrekking heeft op voorraden of bestellingen waarvan de productie of uitvoering meer dan één jaar bestrijkt en zij op de normale productieperiode van deze voorraden of de normale uitvoeringstermijn van deze bestellingen betrekking heeft.

Het opnemen van de rente op vreemd vermogen in de aanschaffingswaarde van immateriële of materiële vaste activa of van voorraden of bestellingen in uitvoering, wordt bij de waarderingsregels in de toelichting vermeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Art 3:18 lijfrente

A

Wat de goederen betreft die worden verkregen tegen betaling van een lijfrente:
1° wordt onder aanschaffingswaarde verstaan het kapitaal dat op het ogenblik van de aanschaffing nodig is om de rente te betalen, in voorkomend geval verhoogd met het bedrag dat bij de aanschaffing werd betaald en met de kosten;
2° wordt een voorziening gevormd ten belope van het bedrag van het hiervoorgenoemde kapitaal; deze voorziening wordt jaarlijks aangepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Art 3:20 ijzeren voorraad

A

In afwijking van de artikelen 3:9, 3:13, 3:25, 3:30, 3:34, 3:46, 3:47, 3:48, 3:49, 3:50 en 3:52 mogen het klein materieel evenals de grond- en hulpstoffen die bestendig worden hernieuwd en waarvan de aanschaffingswaarde te verwaarlozen is in verhouding tot het balanstotaal, op het actief worden opgenomen voor een vast bedrag indien de hoeveelheid, de waarde en de samenstelling ervan niet aanmerkelijk veranderen van het ene boekjaar tot het andere. In dit geval wordt de prijs voor de hernieuwing van deze bestanddelen opgenomen onder de bedrijfskosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Art 3:21 voorraadwaarderingen

A

De aanschaffingswaarde van activa met identieke technische of juridische kenmerken wordt bepaald hetzij door individualisering van de prijs van elk bestanddeel, hetzij volgens de methode van gewogen gemiddeldeprijzen, volgens de methode “Fifo” (eerst in - eerst uit) of volgens de methode “Lifo” (laatst in - eerst uit).

Indien de methode wordt gewijzigd, mag de aanschaffingswaarde van de goederen die geacht worden eerst tezijn ingekomen, niet lager zijn dan de waarde waarvoor ze, voor toepassing van de desbetreffende waardeverminderingen, voorkwamen in de inventaris bij het afsluiten van het boekjaar tevoren.

Wanneer, inzonderheid bij toepassing van de Lifo-methode, de boekwaarde van de voorraden aanzienlijk verschilt van de waarde berekend op basis van de marktwaarde op balansdatum, moet het totale bedrag van dit verschil, per voorraadpost die in de balans voorkomt, in de toelichting worden vermeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Art 3:23 afschrijvingen en waardeverminderingen

A

Onder “afschrijvingen” verstaat men de bedragen ten laste van de resultatenrekening genomen, metbetrekking tot oprichtingskosten en tot immateriële en materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is, ten einde hetzij het bedrag van deze oprichtingskosten en van de eventueel geherwaardeerde aanschaffingskosten van deze vaste activa te spreiden over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur, hetzij deze kosten ten laste te nemen op het ogenblik waarop zij worden aangegaan.

Onder “waardeverminderingen” verstaat men correcties op de aanschaffingswaarde van de actiefbestanddelen, andere dan die vermeld in het vorige lid, om rekening te houden met al dan niet als definitief aan te merken ontwaardingen bij het afsluiten van het boekjaar.

De afschrijvingen en de waardeverminderingen moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw.

De waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Art 3:28 voorzieningen

A

De voorzieningen voor risico’s en kosten beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat.

Onverminderd artikel 3:11, eerste lid, vertegenwoordigt een voorziening op balansdatum de beste schatting van de kosten die als waarschijnlijk worden beschouwd of, in geval van een verplichting, de beste schatting van het bedrag dat vereist is om die verplichting op de balansdatum na te komen.

Voorzieningen mogen niet worden gebruikt voor waardecorrecties op activa.

Voorzieningen moeten, onder meer, gevormd worden met het oog op:
a) de verplichtingen die op de vennootschap, VZW, IVZW of stichting rusten inzake rust- en
overlevingspensioenen, werkloosheid met bedrijfstoeslag en andere gelijkaardige pensioenen of renten;
b) de kosten van grote herstellings- of onderhoudswerken;
c) de verlies- of kostenrisico’s die voor de vennootschap, VZW, IVZW of stichting voortvloeien uit persoonlijke of zakelijke zekerheden, verstrekt tot waarborg van schulden of verbintenissen van derden, uit verbintenissen tot aan- of verkoop van vaste activa, uit de uitvoering van gedane of ontvangen bestellingen, uit termijnposities of overeenkomsten in deviezen, termijnposities of overeenkomsten op goederen, uit technische waarborgen verbonden aan reeds door de vennootschap, VZW, IVZW of stichting verrichte verkopen of diensten, uit hangende geschillen;
d) de kosten van een milieuverplichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Art 3:35 herwaarderingsmeerwaarden

A

De vennootschappen, VZW’s, IVZW’s en stichtingen mogen de materiële vaste activa, de deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen of bepaalde soorten hiervoor genoemde vaste activa herwaarderen, wanneer de waarde van deze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde.

Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting of van een onderdeel daarvan, mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap of de activiteiten van de VZW, IVZW of stichting of van het betrokken onderdeel daarvan.

De geherwaardeerde waarde die voor deze vaste activa in aanmerking wordt genomen wordt verantwoord in de toelichting bij de jaarrekening waarin de herwaardering voor het eerst werd toegepast.

Heeft de herwaardering betrekking op materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur, dan wordt op basis van de geherwaardeerde waarde afgeschreven volgens een overeenkomstig artikel 3:6, § 1, opgemaakt plan dat ertoe strekt de toerekening van de geherwaardeerde waarde te spreiden over de vermoedelijke residuele gebruiksduur van de betrokken activa.

De geboekte meerwaarden worden rechtstreeks toegerekend aan rubriek III van het passief “Herwaarderingsmeerwaarden” en daar behouden zolang de goederen waarop zij betrekking hebben, niet werden gerealiseerd. Deze meerwaarden mogen nochtans:
1° worden overgebracht naar een reserve tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen;
2° bij latere vastgestelde minderwaarde worden afgeboekt tot het beloop van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde.

Een herwaarderingsmeerwaarde mag nooit rechtstreeks of onrechtstreeks aangewend worden om overgedragen verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren voor het nog niet afgeschreven gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarde.

Art 3:76 Naamloze vennootschappen, Europese vennootschappen en Europese coöperatieve vennootschappen mogen de in artikel 3:35 bedoelde geboekte meerwaarden in kapitaal omzetten voor het gedeelte van de geherwaardeerde waarde verminderd met de geraamde belastingen hierop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Art 3:36 herstructureringskosten

A

Kosten die worden gemaakt in het kader van een herstructurering worden alleen dan onder de activa opgenomen, wanneer het gaat om welbepaalde kosten die verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting en die kosten ertoe strekken een gunstige en duurzame invloed te hebben op de rentabiliteit van de vennootschap of de activiteiten van de VZW, IVZW of stichting. In de toelichting moet bij de waarderingsregels worden verantwoord dat aan deze voorwaarden is voldaan. De herstructureringskosten die het karakter hebben van bedrijfskosten of van financiële kosten worden geactiveerd door ze op zichtbare wijze in mindering te brengen van het totaal bedrag respectievelijk van de bedrijfskosten en van de financiële kosten.

Voor de oprichtingskosten worden passende afschrijvingen geboekt, per jaarlijkse tranches van ten minste twintig percent van de werkelijk uitgegeven bedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Art 3:39 en 3:42 afschrijvingen (I)MVA

A

Voor (I)MVA wordt overgegaan tot aanvullende of niet-recurrente afschrijvingen wanneer, ingevolge hun technische ontwaarding of wegens de wijziging van economische of technologische omstandigheden, hun boekhoudkundige waarde hoger is dan hun gebruikswaarde voor de vennootschap, VZW, IVZW of stichting.

De afschrijvingen immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur mogen slechts worden teruggenomen, wanneer blijkt dat het daarvoor toegepaste afschrijvingsplan, wegens gewijzigde economische of technologische omstandigheden, een te snelle afschrijving tot gevolg heeft gehad.
De niet-recurrente afschrijvingen die niet langer verantwoord blijken, moeten worden teruggenomen ten belope van het surplus ten opzichte van de overeenkomstig het eerste lid geplande afschrijvingen.

Kosten van ontwikkeling en goodwill worden, indien hun gebruiksduur niet met zekerheid kan worden geraamd, afgeschreven over een periode van ten hoogste tien jaar. De periode waarover goodwill wordt afgeschreven, wordt verantwoord in de toelichting.
Afschrijvingen en waardeverminderingen op goodwill worden niet teruggenomen.

Voor vaste activa waarvan de gebruiksduur niet is beperkt wordt slechts tot waardeverminderingen overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.

Voor de buiten gebruik gestelde of niet meer duurzaam tot de activiteit van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting bijdragende materiële vaste activa, wordt in voorkomend geval tot een niet-recurrente afschrijving overgegaan om rekening te houden met de waarschijnlijke realisatiewaarde ervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Art 3:41 s&lb

A

De meer- of minderwaarde die wordt vastgesteld bij de overdracht van een afschrijfbaar materieel vast actief met afsluiting door de cedent van een leasingovereenkomst die op dat zelfde goed slaat, wordt opgenomen in de overlopende rekeningen en wordt elk jaar in resultaat genomen naar verhouding van de afschrijving van dit geleaste vast actief voor het betrokken boekjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Art 3:44 bijzondere regels FVA

A

§ 1. De niet opgevraagde bedragen op deelnemingen en aandelen worden vermeld in de toelichting per onderrubriek waarin de nog vol te storten deelnemingen en aandelen zijn opgenomen.
§ 2. Voor de deelnemingen en de aandelen die in de rubriek “Financiële vaste activa” zijn opgenomen wordt tot waardevermindering overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of de aandelen worden aangehouden.
Op de vorderingen, inclusief de vastrentende effecten, die in de financiële vaste activa zijn opgenomen, worden waardeverminderingen toegepast, zo er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Art 3:45 LT vorderingen (en schulden)

A

§ 1. Vorderingen worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde, onverminderd de toepassing van paragraaf 2 en van de artikelen 3:46 en 3:51.
§ 2. Bij de boeking van een vordering in de balans voor haar nominale waarde worden in voorkomend geval in de overlopende rekeningen van het passief geboekt en pro rata temporis in resultaat genomen op grond van de samengestelde interesten:
a) de rente die op basis van de overeenkomst tussen partijen in de nominale waarde van de vordering begrepen is;
b) het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de nominale waarde van de vordering;
c) het disconto op renteloze of abnormaal laag rentende vorderingen, wanneer deze vorderingen:
terugbetaalbaar zijn na meer dan één jaar te rekenen vanaf het ogenblik waarop zij in het vermogen van de
vennootschap, VZW, IVZW of stichting zijn opgenomen, en
2° betrekking hebben hetzij op als opbrengst geboekte bedragen in de resultatenrekening, hetzij op de prijs van
de overdracht van vaste activa of van een activiteitsbranche.
Het in sub c) bedoelde disconto wordt berekend op basis van de voor dergelijke vorderingen geldende
marktrente
op het ogenblik waarop de vordering werd opgenomen in het vermogen van de vennootschap, VZW,
IVZW of stichting.
Het bedrag van de rente mag niet worden gecompenseerd met de kosten en provisies in verband met deze
verrichtingen.

Art 3:46 Op de vorderingen terugbetaalbaar op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar worden waardeverminderingen toegepast, zo er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag. Op deze vorderingen mogen eveneens waardeverminderingen worden toegepast wanneer hun realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekwaarde vastgesteld overeenkomstig artikel 3:45.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Art 3:47 voorraden

A

§ 1. De grond- en hulpstoffen, het gereed produkt, de handelsgoederen en de voor verkoop bestemde onroerende goederen worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of tegen de marktwaarde op balansdatum als die lager is.
De waardering tegen de lagere marktwaarde, met toepassing van het eerste lid, mag niet worden gehandhaafd indien achteraf de marktwaarde hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd.
§ 2. De goederen in bewerking worden, onverminderd de toepassing van artikel 3:48, gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs.
Ten aanzien van de goederen in bewerking worden waardeverminderingen toegepast, indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamde bedrag van de nog te maken kosten hoger is dan de nettoverkoopprijs op de datum van de jaarafsluiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Art 3:49 BIU

A

De bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs vermeerderd,naarmate de produktie of de werkzaamheden vorderen, met het verschil tussen de in de overeenkomst bepaalde prijs en de vervaardigingsprijs (percentage of completion), wanneer dit verschil met voldoende zekerheid als verworven mag worden beschouwd; een vennootschap, VZW, IVZW of stichting kan echter ook als regel aannemen de bestellingen in uitvoering of bepaalde soorten daarvan op de balans te blijven boeken tegen hun vervaardigingsprijs (completed contract).

De bestellingen in uitvoering mogen rechtstreeks worden gecompenseerd met de ontvangen vooruitbetalingen per overeenkomst, waarbij ofwel het debetsaldo wordt gepresenteerd als bestelling in uitvoering ofwel het creditsaldo wordt gepresenteerd als ontvangen vooruitbetaling. Bij het begin van elk boekjaar wordt de saldering
tegen geboekt. In geval gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid tot compensatie worden de bedragen vóór saldering in de toelichting vermeld.

In de toelichting worden bij de waarderingsregels de methoden en criteria vermeld die voor de waardering van bestellingen in uitvoering zijn toegepast.

Voor de risico’s en kosten verbonden aan de verdere uitvoering van deze bestellingen worden, overeenkomstig de artikelen 3:11, 3:29, 3:31, 3:32 en 3:33 voorzieningen gevormd, voor zover deze risico’s niet zijn gedekt door waardeverminderingen, geboekt met toepassing van artikel 3:50.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Art 3:51 geldbeleggingen (en LT schulden)

A

De vastrentende effecten worden gewaardeerd op grond van hun aanschaffingswaarde. Wanneer evenwel hun actuariële rendement berekend bij de aankoop, met inachtneming van hun terugbetalingswaarde op vervaldag, verschilt van hun nominale rendement, wordt het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde pro rata temporis voor de resterende looptijd van de effecten in resultaat genomen als bestanddeel van de renteopbrengst van deze effecten en, naar gelang van het geval, toegevoegd aan of afgetrokken van de aanschaffingswaarde van de effecten.
De inresultaatneming van dit verschil geschiedt op geactualiseerde basis, uitgaande van het actuariële
rendement bij aankoop.

De vennootschappen, VZW’s, IVZW’s en stichtingen hebben echter de mogelijkheid om:
1° het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde op lineaire basis pro rata temporis in resultaat te nemen;
2° de vastrentende effecten voor hun aanschaffingswaarde in de balans te behouden wanneer de weerslag van de inresultaatneming van het actuariële rendement van de effecten ten opzichte van de inresultaatneming van het louter nominale rendement, te verwaarlozen zou zijn.
Het eerste en het tweede lid zijn van toepassing op effecten met een rendement dat, volgens de uitgiftevoorwaarden, uitsluitend voortkomt uit het verschil tussen de uitgifteprijs en de terugbetalingswaarde.

Op geldbeleggingen en liquide middelen worden waardeverminderingen toegepast wanneer de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan de aanschaffingswaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Art 3:54 uitgestelde belastingen

A

§ 1. De uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies en gerealiseerde meerwaarden worden oorspronkelijk gewaardeerd tegen het normale bedrag van de belasting die erop zou zijn geheven indien die subsidies en meerwaarden zouden zijn belast ten laste van het boekjaar waarin zij werden geboekt. Zij worden evenwel gewaardeerd na aftrek van de weerslag van de belastingverminderingen en vrijstellingen waarvan op het ogenblik dat deze subsidies en meerwaarden worden geboekt kan worden vermoed dat zij, in een nabije toekomst, zullen leiden tot een lagere belasting op deze subsidies en meerwaarden.

§ 2. De uitgestelde belastingen op ontvangen kapitaalsubsidies worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post “Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen” van de resultatenrekening, gelijkmatig met de
afboeking van de kapitaalsubsidies in de passiefpost waarop zij betrekking hebben.
De uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post “Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen” van de resultatenrekening, gelijkmatig met de opneming van de betrokken meerwaarden in het belastbaar resultaat.

§ 3. Behoudens toepassing van paragraaf 2 mag het gepassiveerde bedrag van de uitgestelde belastingen slechts worden aangepast in zover, ingevolge een wijziging in de fiscale toestand van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, het effectieve bedrag van de geraamde belasting die in een nabije toekomst op deze subsidies en meerwaarden zal zijn verschuldigd, waarschijnlijk sterk zal verschillen van het bedrag aan passiefzijde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Art 3:56 fusies en splitsingen

A

§ 1. Bij een fusie door overneming, een fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap of een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting zoals gedefinieerd in de artikelen 12:2, 12:3 en 12:7 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsook bij uitvoering van deze verrichtingen door VZW’s, IVZW’s of stichtingen zoals bedoeld in artikel 13:1 van hetzelfde wetboek, worden alle actief- en passiefbestanddelen van de overgenomen vennootschap, VZW, IVZW of stichting, inclusief de verschillende bestanddelen van het eigen vermogen, de afschrijvingen, waardeverminderingen en gevormde voorzieningen, de rechten en verplichtingen alsook de opbrengsten en kosten van het boekjaar, onverminderd de toepassing van artikel 3:77 voor vennootschappen, opgenomen in de boekhouding van de overnemende vennootschap, VZW, IVZW of stichting tegen de waarde waarvoor zij in de boekhouding van de overgenomen vennootschap, VZW, IVZW of stichting voorkwamen op de datum vanaf wanneer de handelingen van de overgenomen vennootschap, VZW, IVZW of stichting boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de overnemende vennootschap, VZW, IVZW of stichting (boekhoudkundige continuïteit).
Bij een fusie door oprichting wordt elke fuserende vennootschap, VZW, IVZW of stichting beschouwd als overgenomen vennootschap, VZW, IVZW of stichting en wordt de nieuw opgerichte vennootschap, VZW, IVZW of stichting beschouwd als overnemende vennootschap, VZW, IVZW of stichting.

§ 2. Een splitsing door overneming, een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen of een gemengde splitsing zoals gedefinieerd in de artikelen 12:4, 12:5 en 12:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsook de uitvoering van deze verrichtingen door een VZW, IVZW of stichting zoals bedoeld in artikel 13:1 van hetzelfde wetboek, wordt in de boekhouding van de gesplitste vennootschap, VZW, IVZW of
stichting en van de vennootschappen, VZW, IVZW of stichtingen waaraan de overdracht ten gevolge van de splitsing gebeurt, verwerkt zoals bepaald in paragraaf 1, onverminderd de toepassing van artikel 3:78 voor vennootschappen.
Voor elke vennootschap, VZW, IVZW of stichting waaraan een overdracht gebeurt, is paragraaf 1 evenwel van toepassing op de overgedragen activa en passiva, rechten en verplichtingen en op het overgedragen deel van het eigen vermogen van de gesplitste vennootschap, VZW, IVZW of stichting.

§ 3. Een met splitsing gelijkgestelde verrichting zoals gedefinieerd in artikel 12:8 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, wordt in de boekhouding van de overdragende vennootschap en van de verkrijgende vennootschap(pen) verwerkt zoals bepaald in paragraaf 2, onverminderd de toepassing van artikel 3:78 voor vennootschappen.
De overdragende vennootschap dient hierbij te worden aangemerkt, al naargelang van het geval, hetzij als gesplitste vennootschap, hetzij als verkrijgende vennootschap.

§ 4. Bij de opname van het eigen vermogen van de overgenomen, gesplitste of overdragende vennootschap, VZW, IVZW of stichting in de boekhouding van de overnemende of verkrijgende vennootschap, VZW, IVZW of stichting, wordt rekening gehouden met de fiscale samenstelling en kwalificatie van de bestanddelen van dit eigen vermogen ten name van de overnemende of verkrijgende vennootschap, VZW, IVZW of stichting.

23
Q

Art 3:57 Inbreng bedrijfstak

A

Bij inbreng van een bedrijfsafdeling of een algemeenheid van goederen zoals gedefinieerd in de artikelen 12:9 tot 12:11 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of bij toepassing van artikel 13:1 van hetzelfde wetboek, worden de ingebrachte activa, passiva, rechten en verplichtingen opgenomen in de boekhouding van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting waarin de inbreng gebeurt, tegen de waarde waarvoor zij op het tijdstip van de inbreng in de boekhouding van de inbrengende vennootschap, VZW, IVZW of stichting voorkwamen.

24
Q

Art 3:58 materieel belang

A

Met materieel belang wordt bedoeld de hoedanigheid van informatie waarvan redelijkerwijze kan worden verwacht dat de weglating of onjuiste vermelding ervan de beslissingen die een gebruiker op basis van de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van een vennootschap, of op basis van de jaarrekening van een VZW, IVZW of stichting neemt, zou kunnen beïnvloeden. Het materieel belang van afzonderlijke posten wordt beoordeeld in de context van andere gelijkaardige posten.

25
Q

Art 3:59 vergelijkbaarheid

A

Wanneer de bedragen van het boekjaar niet vergelijkbaar zijn met die van het voorafgaande boekjaar, mogen de
bedragen van het voorafgaande boekjaar worden aangepast met het oog op hun vergelijkbaarheid; in dat geval worden deze aanpassingen, behalve indien zij onbelangrijk zijn, in de toelichting bij de waarderingsregels vermeld en onder verwijzing naar de betrokken rubrieken, toegelicht. Worden de bedragen van het voorafgaande boekjaar niet aangepast, dan moet de toelichting de nodige gegevens bevatten om een vergelijking mogelijk te maken.

26
Q

Art 3:58 verkort en micro schema

A

Enkel voor niet-genoteerde vennootschappen.

27
Q

Art 3:1 jaarrekening

A

De jaarrekening moet een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting.

Art. 3:2. § 1. De jaarrekening moet duidelijk worden opgesteld en stelselmatig weergeven, enerzijds, de aard en het bedrag, op de dag waarop het boekjaar wordt afgesloten, van de bezittingen en rechten van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting, van haar schulden en verplichtingen evenals van haar eigen middelen, en anderzijds, voor het op die dag afgesloten boekjaar, de aard en het bedrag van haar kosten en haar opbrengsten.
§ 2. Compensatie tussen tegoeden en schulden, tussen rechten en verplichtingen en tussen kosten en opbrengsten is verboden, behalve in de gevallen voorzien door deze titel, titel 2 of titel 3 van onderhavig boek. In dergelijke gevallen worden de te verrekenen bedragen als brutobedragen in de toelichting bij de jaarrekening vermeld.
§ 3. In de toelichting worden per soort vermeld de rechten en verplichtingen die niet in de balans voorkomen en die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
Belangrijke rechten en verplichtingen die niet kunnen worden becijferd, worden op passende wijze vermeld in de toelichting.

Art. 3:63. De voorstelling van de jaarrekening moet identiek zijn van het ene jaar tot het andere.
Ze wordt echter gewijzigd wanneer, onder meer ingevolge een belangrijke wijziging in de structuur van het vermogen, van de opbrengsten en van de kosten van de vennootschap, VZW, IVZW of stichting ze niet meer beantwoordt aan het voorschrift van artikel 3:1, eerste lid. Deze wijzigingen worden vermeld en verantwoord bij de waarderingsregels in de toelichting die behoort tot het boekjaar waarin ze werden ingevoerd.

In de jaarrekening worden de bedragen uitgedrukt in euro, zonder decimalen.

28
Q

Art 3:64 munt

A

De jaarrekening kan, naast de openbaarmaking in euro , ook openbaar gemaakt worden in de munteenheid van een lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, zulks met gebruikmaking van de omrekeningskoers op de balansdatum. Deze koers wordt in de toelichting aangegeven.

29
Q

Art 3:65 geconsolideerde jaarrekening

A

In de geconsolideerde jaarrekening worden de bedragen uitgedrukt in duizenden euro, zonder decimalen; de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschappen waarvan het geconsolideerd balanstotaal meer dan één miljard euro bedraagt, mogen evenwel in miljoenen euro worden uitgedrukt, zonder decimalen.
In de geconsolideerde jaarrekening wordt uitdrukkelijk vermeld, naargelang het geval, dat de bedragen in duizenden euro of in miljoenen euro zijn uitgedrukt.
De geconsolideerde jaarrekening mag worden opgesteld in de munteenheid van een lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling wanneer deze munteenheid de meest relevante is voor de verrichtingen, voor de activa en de passiva en voor de resultaten van het geconsolideerde geheel.

30
Q

Art 3:77 fusies en splitsingen bijzondere regels

A

§ 1. Bij een fusie door overneming, een fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap of een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting zoals gedefinieerd in de artikelen 12:2, 12:3 en 12:7 van het Wetboek van vennootschappen of verenigingen vervallen:
1° de eigen aandelen die de overgenomen vennootschap bezit niet mogen worden omgewisseld tegen aandelen van de overnemende vennootschap;
2° ten belope van de boekwaarde van deze eigen aandelen, de onbeschikbare reserve voor eigen aandelen die door de overgenomen vennootschap daartoe is gevormd; wanneer er geen reserve voor eigen aandelen werd gevormd, is artikel 7:219, § 3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van toepassing.
§ 2. Indien, rekening houdend met de ruilverhouding en de nominale of fractiewaarde van de als vergoeding toegekende aandelen, het bedrag, waarmee het kapitaal of de inbreng van de overnemende vennootschap wordt verhoogd groter is dan het kapitaal of de inbreng van de overgenomen vennootschap, wordt het verschil onttrokken aan de andere bestanddelen van het eigen vermogen van de overgenomen vennootschap, volgens de regels vastgesteld door de algemene vergadering die tot fusie besluit; in het tegenovergestelde geval wordt het verschil geboekt als een uitgiftepremie of een inbreng.
§ 3. Als de vennoten van de overgenomen vennootschap een opleg in geld verkrijgen, wordt die geacht te zijn onttrokken aan het eigen vermogen van de overgenomen vennootschap.
§ 4. Indien de overnemende vennootschap of een andere gelijktijdig overgenomen vennootschap aandelen bezat van de overgenomen vennootschap, worden deze aandelen bij de fusie ingetrokken en worden de verschillende bestanddelen van het eigen vermogen van de overgenomen vennootschap in de boekhouding van de overnemende vennootschap slechts opgenomen ten belope van de fractie die overeenstemt met de aandelen van de overgenomen vennootschap die omgewisseld werden tegen aandelen van de overnemende vennootschap.
§ 5. Indien de aandelen van de overgenomen vennootschap, die met toepassing van de artikelen 12:34, § 2, 1°, of 12:57, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen niet werden omgewisseld tegen aandelen van de overnemende vennootschap, in de boekhouding van de vennootschap die ze bezat waren opgenomen tegen een waarde die niet overeenstemt met de fractie die zij vertegenwoordigen in het eigen vermogen van de overgenomen vennootschap, dan wordt het verschil verwerkt volgens zijn aard of zijn oorsprong:
a) Wanneer de boekwaarde van de betrokken aandelen groter is dan de fractie die zij vertegenwoordigen in het eigen vermogen van de overgenomen vennootschap, wordt dit verschil voor zover mogelijk toegerekend aan de actiefbestanddelen, inclusief de immateriële activa, met een grotere waarde dan het bedrag waarvoor zij in de boekhouding van de overgenomen vennootschap voorkwamen. Voor zover dit verschil voortvloeit uit een overwaardering van de schulden of uit afschrijvingen, waardeverminderingen of voorzieningen die door de overgenomen vennootschap in resultaat waren genomen maar die niet langer dienstig dan wel overtollig zijn, dan worden die bij de fusie via de resultatenrekening teruggenomen dan wel gecorrigeerd ten belope van dit overschot.
Het verschil dat overblijft na deze toerekeningen wordt, naar gelang van het geval, opgenomen in de post “Goodwill” of in resultaat genomen.
b) In het tegenovergestelde geval wordt het verschil als volgt verwerkt: voor zover dit voortvloeit uit een overwaardering van activa of een onderwaardering van passiva door de overgenomen vennootschap, worden op het tijdstip van de fusie voor het desbetreffende bedrag in de resultatenrekening afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen en correcties geboekt.
Het verschil dat overblijft na deze correctieboekingen wordt in resultaat genomen.

De latente meerwaarden die worden uitgedrukt in toepassing van de artikelen 14:38 en 14:42 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en betrekking hebben op vaste activa met een beperkte gebruiksduur moeten worden afgeschreven volgens een overeenkomstig artikel 3:6, § 1, opgemaakt plan dat ertoe strekt de vastgestelde waarde af te schrijven over de vermoedelijke residuele gebruiksduur van de betrokken activa.

31
Q

Transacties met verbonden partijen buiten normale marktvoorwaarden

A

Deze informatie is niet vereist voor transacties die zijn aangegaan tussen twee of meer leden van een groep, mits de dochterondernemingen die partij zijn bij de transactie, geheel in eigendom zijn van een dergelijk lid.

32
Q

Roerende leasing

A

De gebruiksrechten op roerende goederen waarover de vennootschap beschikt op grond van leasing of soortgelijke overeenkomsten, wanneer de contractueel te storten termijnen, verhoogd met het bedrag dat moet worden betaald bij optielichting indien de nemer een koopoptie bezit, naast de rente en de kosten van de verrichting ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. Het bedrag dat moet worden betaald om een koopoptie te lichten, komt evenwel enkel in aanmerking als het ten hoogste vijftien procent vertegenwoordigt van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd.
Met een prijs voor het lichten van de in het 2° bedoelde koopoptie, binnen de voormelde beperking van vijftien procent, wordt de kapitaalfractie gelijkgesteld van de contractueel bedongen vergoeding in geval van gebruik van een mogelijkheid om de verrichting te verlengen.

33
Q

Bestellingen in uitvoering

A

Onder die post worden opgenomen:
a) het onderhanden werk dat voor rekening van een derde op bestelling wordt uitgevoerd en waarvoor nog geen oplevering is geschied;
b) de goederen in bewerking die voor rekening van een derde op bestelling worden gemaakt en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om seriewerk;
c) dienstprestaties die voor rekening van een derde op bestelling worden uitgevoerd en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om een standaardtype van dienstprestaties.

34
Q

Andere financiële vaste activa

A

IV. C. 1. Aandelen
Deze post omvat de maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die geen deelneming vormen en die ertoe strekken door het scheppen van een duurzame en specifieke band met die ondernemingen de eigen bedrijfsuitoefening van de vennootschap te bevorderen.
IV. C. 2. Vorderingen en borgtochten in contanten
Onder die post worden opgenomen:
a) de vorderingen, al dan niet belichaamd in effecten, bestemd voor een duurzame ondersteuning van de bedrijfsuitoefening van andere ondernemingen dan die bedoeld onder de posten IV. A. en IV. B.;
b) de borgtochten in contanten gestort als doorlopende waarborg, onder meer aan openbare besturen of nutsbedrijven.

35
Q

Herwaarderingsmeerwaarden

A

Onder herwaarderingsmeerwaarden moeten worden verstaan de in de rekeningen bijgeschreven, niet gerealiseerde meerwaarden op vaste activa overeenkomstig artikel 3:35. Worden eveneens onder deze post opgenomen:
1° de terugnemingen van waardeverminderingen overeenkomstig artikel 3:94;
2° de terugneming van waardeverminderingen geboekt op immateriële vaste activa en op materiële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur;
3° de herwaarderingsmeerwaarden bedoeld in artikel 3:22, vierde lid.

36
Q

Belastingvrije reserves

A

Deze post omvat de gerealiseerde meerwaarden en de winsten - na aftrek van de desbetreffende uitgestelde belastingen - waarvoor belastingvrijdom of -uitstel slechts geldt als zij in het vermogen van de vennootschap behouden blijven, met uitzondering van de meerwaarden die met toepassing van artikel 3:41 in de overlopende rekeningen zijn geboekt.
In deze rubriek worden ook de afschrijvingen opgenomen die geboekt werden op materiële en immateriële vaste activa, voor zover ze gevestigd zijn op een basis die hoger is dan de aanschaffingsprijs van die activa, wanneer de afschrijving op die verhoogde basis in fiscaal opzicht een aftrekbare last is.

37
Q

Uitgestelde belastingen

A

Deze post omvat uitsluitend:
a) de naar latere boekjaren uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies die van overheidswege werden verkregen voor investeringen in vaste activa;
b) de naar latere boekjaren uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa en op effecten die zijn uitgegeven door de Belgische openbare sector ingeval de belasting op deze meerwaarden is uitgesteld;
c) de naar latere boekjaren uitgestelde buitenlandse belastingen van dezelfde aard als de sub a) en b) bedoelde
belastingen.

38
Q

Art 3:97 dochter buiten consolidatie laten

A

Een dochteronderneming mag buiten de consolidatie worden gelaten:
1° indien zij slechts van te verwaarlozen betekenis is en haar opneming geen betekenis zou hebben voor de beoordeling van het geconsolideerd vermogen, de geconsolideerde financiële positie of het geconsolideerd resultaat; indien meer dochterondernemingen aan deze voorwaarde voldoen, mag van deze mogelijkheid slechts gebruik worden gemaakt indien zij te zamen aan de gestelde voorwaarde voldoen;
2° indien ingrijpende en duurzame beperkingen in wezenlijke mate de effectieve uitoefening van de controlebevoegdheid over de betrokken dochteronderneming dan wel de aanwending van het vermogen van laatstgenoemde bemoeilijken;
3° indien de gegevens die nodig zijn om deze dochteronderneming in de consolidatie op te nemen, niet zonder onevenredige kosten of onverantwoorde vertraging kunnen worden verkregen;
4° indien haar aandelen uitsluitend met het oog op latere vervreemding worden gehouden.
Gebruik van dit artikel moet worden gemotiveerd in de toelichting.

Art. 3:98. Een dochteronderneming waarover de consoliderende vennootschap een controle in feite bezit wordt buiten de consolidatie gelaten indien de opneming ervan in de consolidatie zou indruisen tegen het in artikel 3:105 (getrouw beeld) verwoorde beginsel. Wel aan equity method.

Art. 3:99. De dochterondernemingen in vereffening alsmede de dochterondernemingen die hebben besloten hun bedrijf stop te zetten of waarvoor er niet meer kan van worden uitgegaan dat zij hun bedrijf zullen voortzetten, worden buiten de consolidatie gelaten. Wel aan equity method.

Art. 3:101. Indien de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van de dochterondernemingen die met toepassing van de artikelen 3:98 en 3:99 buiten de consolidatie zijn gelaten, niet in België openbaar worden gemaakt, moeten zij bij de geconsolideerde jaarrekening worden gevoegd of voor het publiek verkrijgbaar worden gesteld op de zetel van de consoliderende vennootschap; in dit laatste geval moeten zij op verzoek verkrijgbaar zijn, tegen een prijs die niet hoger mag liggen dan de kostprijs van de kopie.

Art. 3:102. Indien de samenstelling van het geconsolideerde geheel in de loop van het boekjaar een aanmerkelijke wijziging heeft ondergaan, dient de toelichting inlichtingen te bevatten die een zinvolle vergelijking van de achtereenvolgende geconsolideerde jaarrekeningen mogelijk maken.

39
Q

Art 3:104 BEGAAP of IFRS voor conso?

A

§ 1. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze titel (BEGAAP).

§ 2. Het bestuursorgaan van elke consoliderende vennootschap kan echter de beslissing nemen om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van het geheel van de internationale boekhoudnormen bepaald door de International Accounting Standards Board en die, op de datum van de afsluiting van de balans werden aangenomen door de Europese Commissie met toepassing van het artikel 3 van de Verordening 1606/2002/EG van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor de jaarrekeningen.
Dergelijke beslissing is onherroepbaar.

§ 3. De vennootschappen naar Belgisch recht, waarvan de financiële instrumenten op de datum van de afsluiting van de balans worden toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, als bedoeld in artikel 3, 7°, van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU, worden gehouden hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van het geheel van de internationale boekhoudnormen vastgesteld door de International
Accounting Standards Board en die, op de dag van de afsluiting van de balans, werden aangenomen door de Europese Commissie met toepassing van artikel 3 van de in § 2, vermelde verordening.

40
Q

Art 3:109 afsluitdatum conso

A

De geconsolideerde jaarrekening wordt op dezelfde datum afgesloten als de jaarrekening van de consoliderende vennootschap.
De geconsolideerde jaarrekening kan evenwel op een ander tijdstip worden afgesloten om rekening te houden met de balansdatum van de meeste of van de belangrijkste van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen.

Indien het uiterst moeilijk zou blijken om actief- en passiefbestanddelen en rechten en verplichtingen van de consoliderende vennootschap of van een dochteronderneming, dan wel opbrengsten en kosten uit de door de geconsolideerde resultatenrekening bestreken periode in de geconsolideerde jaarrekening op te nemen op de afsluitingsdatum of zulks de opstelling en openbaarmaking van de geconsolideerde jaarrekening uitermate zou vertragen, dan mogen zij op een ander tijdstip in aanmerking worden genomen. Tussen beide data of de beschouwde periodes mag evenwel onder geen enkel beding meer dan drie maanden liggen.

41
Q

Art 3:115 waarderingsregels conso

A

Zij worden gewaardeerd volgens uniforme regels. Indien in de financiële staten van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen actief- of passiefbestanddelen niet zijn gewaardeerd volgens de regels die voor de geconsolideerde jaarrekening zijn gehanteerd, moeten zij ten behoeve van de consolidatie opnieuw worden gewaardeerd, tenzij de uitkomst van deze nieuwe waardering slechts van een te verwaarlozen betekenis zou zijn, gelet op artikel 3:105 (getrouw beeld).

Dit lid is niet van toepassing inzover principieel of qua toepassing afwijkende regels verantwoord zijn in het licht van de economische of juridische context waarin deze bestanddelen voorkomen.

In uitzonderingsgevallen mag van dit lid worden afgeweken.

De toelichting vermeldt in welke gevallen verschillende waarderingsregels werden gehandhaafd en waarom.

De consoliderende vennootschap moet voor haar geconsolideerde jaarrekening dezelfde waarderingsregels toepassen als voor haar jaarrekening. In uitzonderingsgevallen mag van dit beginsel worden afgeweken (toelichten).

42
Q

Art 3:121 omrekening koers conso

A

De actief- en passiefbestanddelen, de rechten en verplichtingen alsmede de opbrengsten en kosten van geconsolideerde buitenlandse dochterondernemingen worden, vooraleer in de geconsolideerde jaarrekening te worden opgenomen, omgerekend in euro, hetzij volgens de monetaire/niet-monetaire methode, hetzij volgens de slotkoersmethode.

De keuze van de methode moet voldoen aan het vereiste van het getrouwe beeld bedoeld in artikel 3:105. Voor verschillende buitenlandse dochterondernemingen die in de consolidatie worden opgenomen, mogen beide methoden tegelijkertijd worden gebruikt, inzover:
1° de keuze beantwoordt aan objectieve criteria en
2° deze criteria stelselmatig worden toegepast.

Art. 3:122. § 1. Volgens de monetaire/niet-monetaire methode worden niet-monetaire activa alsmede afschrijvingen, waardeverminderingen en regularisaties met betrekking tot dergelijke activa, omgerekend tegen de geldende koers op het ogenblik waarop deze activa in het vermogen van de consoliderende vennootschap of van de betrokken dochteronderneming zijn opgenomen, zo niet op de in artikel 3:129, tweede lid bedoelde datum, indien later. De monetaire activa en passiva, rechten en verplichtingen worden omgerekend tegen slotkoers; wanneer het wisselrisico met betrekking tot een monetaire post specifiek wordt gedekt, worden de monetaire post en de dekkingsverrichting samen omgerekend, hetzij tegen slotkoers, hetzij tegen de koers van de dekkingsverrichting.

Volgens de slotkoersmethode worden alle zowel monetaire als niet-monetaire actief- en passiefbestanddelen, rechten en verplichtingen - inclusief de verrichtingen ter dekking van het wisselrisico, met uitzondering van diegene die conform het eerste lid moeten worden behandeld - omgerekend tegen slotkoers.
Opbrengsten en kosten worden omgerekend tegen de geldende koers op de datum waarop zij zijn vastgesteld; zij mogen evenwel worden omgerekend tegen een gemiddelde periodekoers of een gemiddelde koers voor het boekjaar.

§ 2. 1° Bij toepassing van de monetaire/niet-monetaire methode worden de omrekeningsverschillen in de resultatenrekening geboekt; ze kunnen evenwel worden verwerkt volgens de methoden die de consoliderende vennootschap hanteert om omrekeningsverschillen in haar jaarrekening te verwerken.
2° Bij toepassing van de slotkoersmethode worden in de passiefpost “Omrekeningsverschillen” geboekt:
a) de omrekeningsverschillen uit de omrekening van de nettopositie van de dochteronderneming bij het begin van de periode tegen een andere koers dan voorheen;
b) de omrekeningsverschillen na toepassing van de slotkoers in de balans en van een andere koers in de resultatenrekening;
c) de omrekeningsverschillen uit andere wijzigingen in het eigen vermogen van de dochteronderneming.
3° Wanneer de omrekeningsverschillen aan passiefzijde in de post “Omrekeningsverschillen” worden geboekt, dan wordt het aan derden toe te rekenen gedeelte van deze omrekeningsverschillen aan passiefzijde in de post “Belangen van derden” geboekt; wanneer ze in resultaat worden genomen wordt het gedeelte van deze verschillen dat toerekenbaar is aan derden in de resultatenrekening in de post “Aandeel van derden in het resultaat” geboekt.

43
Q

Art 3:124 conso methodes

A

1° worden de actief- en passiefbestanddelen, rechten en verplichtingen alsmede opbrengsten en kosten van de consoliderende vennootschap en van haar dochterondernemingen waarover zij de exclusieve controle bezit integraal in de consolidatie opgenomen;
2° worden de actief- en passiefbestanddelen, rechten en verplichtingen alsmede opbrengsten en kosten van gemeenschappelijke dochterondernemingen naar evenredigheid in de consolidatie opgenomen;
3° worden de deelnemingen in geassocieerde vennootschappen zoals gedefinieerd in artikel 1:21 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gewaardeerd en het aandeel in het resultaat van deze vennootschappen vastgesteld met toepassing van de vermogensmutatiemethode.
De gemeenschappelijke dochterondernemingen mogen evenwel in de geconsolideerde jaarrekening worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, wanneer hun bedrijf niet nauw geïntegreerd is in het bedrijf van de vennootschap die over de gezamenlijke controle beschikt.

44
Q

Art 3:127 Integrale consolidatie

A

In de geconsolideerde balans wordt het eigen vermogen van elke geconsolideerde dochteronderneming:
a) ten belope van het deel van haar eigen vermogen dat de aandelen belichaamt in bezit van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie opgenomen dochteronderneming, gecompenseerd met de boekwaarde van deze aandelen in de boekhouding van de consoliderende vennootschap en van de dochterondernemingen die ze bezitten, en
b) ten belope van het deel van haar eigen vermogen dat de aandelen belichaamt in bezit van andere personen dan de consoliderende vennootschap en de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen, aan passiefzijde van de geconsolideerde balans geboekt, in de post “Belangen van derden”.

45
Q

Art 3:130 consolidatieverschil

A

Het verschil uit deze compensatie overeenkomstig artikel 3:127, a), wordt zoveel mogelijk toegerekend aan de actief- en passiefbestanddelen waarvan de waarde hoger of lager is dan hun boekwaarde inde boekhouding van de dochteronderneming.
Het verschil dat overblijft na toepassing van het eerste lid, wordt in de post “Consolidatieverschillen” van de geconsolideerde balans opgenomen, aan actiefzijde zo het verschil positief is, aan passiefzijde zo het verschil negatief is.
De in het tweede lid bedoelde positieve en negatieve consolidatieverschillen mogen niet met elkaar gecompenseerd worden, tenzij zij betrekking hebben op eenzelfde dochteronderneming; in dit laatste geval is compensatie verplicht.
Indien met toepassing van het eerste lid, actief- en passiefbestanddelen van de dochterondernemingen worden herberekend, dan wordt het aandeel van derden in deze herberekeningen geboekt in de post “Belangen van derden” aan passiefzijde van de geconsolideerde balans.

Afgeschreven volgens een passend afschrijvingsplan dat overeenstemt met de vermoedelijke gebruiksduur van dit actief. Indien hun afschrijving wordt gespreid over meer dan vijf jaar, moet zulks worden gemotiveerd in de toelichting.
Op deze verschillen worden aanvullende of niet-recurrente afschrijvingen toegepast wanneer het, ingevolge wijzigingen in de economische omstandigheden, niet langer economisch verantwoord is ze tegen die waarde te handhaven in de geconsolideerde balans.

Negatieve consolidatieverschillen mogen niet in de geconsolideerde resultatenrekening worden opgenomen. Wanneer evenwel het negatieve consolidatieverschil te verklaren valt uit een verwachte ongunstige ontwikkeling van de resultaten van de betrokken dochteronderneming of uit kosten die deze dochteronderneming naar verwachting zal veroorzaken, wordt het in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen voor zover en op het ogenblik dat deze vooruitzichten werkelijkheid worden.

Ingeval de aandelen van een in de consolidatie opgenomen dochteronderneming geheel of ten dele buiten de consolidatiekring worden gerealiseerd, wordt het overblijvende consolidatieverschil afgeboekt naar verhouding van de gerealiseerde aandelen.

46
Q

Art 3:132 eigen aandelen in conso

A

De eigen aandelen van de consoliderende vennootschap alsmede de aandelen in de consoliderende vennootschap gehouden door een in de consolidatie opgenomen dochteronderneming, worden in de geconsolideerde balans geboekt in actiefpost IX.

De toelichting vermeldt hoeveel aandelen van de consoliderende vennootschap in bezit zijn van haarzelf en van haar in de consolidatie opgenomen dochteronderneming, alsook welk percentage van de uitgegeven aandelen ze vertegenwoordigen.

47
Q

Art 3:136 eliminaties P&L in conso

A

Worden uit de geconsolideerde resultatenrekening weggelaten:
1° de onderlinge opbrengsten en kosten die verband houden met verrichtingen tussen de consoliderende vennootschap en de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen of tussen deze laatste;
2° de winsten en verliezen die zijn begrepen in de waarde van een actief dat op de geconsolideerde balans voorkomt en is verworven van de consoliderende vennootschap of van een in de consolidatie opgenomen dochteronderneming;
3° de gerealiseerde meer- en minderwaarden op deelnemingen in de consoliderende vennootschap of in de dochterondernemingen opgenomen in de consolidatie, hetzij behandeld volgens de vermogensmutatiemethode, die zijn overgedragen aan de consoliderende vennootschap of aan in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen;
4° de dividenden toegekend door de consoliderende vennootschap of door in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen aan de consoliderende vennootschap of aan in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen;
5° de waardeverminderingen op deelnemingen in de consoliderende vennootschap of in ochterondernemingen opgenomen in de consolidatie, hetzij behandeld volgens de vermogensmutatiemethode.

48
Q

Art 3:142 waarderingsregels VMM

A

Wanneer geen uniforme regels werden gehanteerd voor de waardering van actief- of passiefbestanddelen van de geassocieerde vennootschap en voor de consolidatie, kunnen deze bestanddelen opnieuw worden gewaardeerd volgens de voor de consolidatie gehanteerde methoden. Wanneer niet opnieuw wordt gewaardeerd, moet zulks in de toelichting onder de waarderingsregels worden vermeld.

§ 3. Voorzover het verschil tussen de boekwaarde van de deelneming en de hiermee overeenstemmende fractie
van het eigen vermogen zoals vastgesteld overeenkomstig paragraaf 2, kan worden toegerekend aan identificeerbare actief- of passiefbestanddelen van de betrokken vennootschap met een grotere of kleinere waarde dan waartegen zij in de boekhouding van de betrokken vennootschap staan geboekt, dan wordt dit verschil toegerekend aan de waarde waartegen deze deelneming in de geconsolideerde jaarrekening wordt geboekt.
§ 4. Het verschil dat overblijft na toepassing van paragraaf 3 wordt in de post “Consolidatieverschillen” van de geconsolideerde balans opgenomen, aan actiefzijde bij een positief verschil, aan passiefzijde bij een negatief verschil. Positieve en negatieve verschillen mogen niet worden gecompenseerd, tenzij zij betrekking hebben op een zelfde geassocieerde vennootschap; in dit laatste geval is compensatie verplicht.
§ 5. De artikelen 3:131 en 3:132 zijn van toepassing op de verschillen na vermogensmutatie.

Deze waarde wordt verminderd met het bedrag van de dividenden met betrekking tot deze deelneming.

Art. 3:145. § 1. Het aandeel in het resultaat van de betrokken vennootschap dat aan deze deelneming kan worden toegerekend, wordt vermeld in de geconsolideerde resultatenrekening onder een afzonderlijke post “Aandeel in het resultaat van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast”.
§ 2. De resultaten van verrichtingen tussen de consoliderende vennootschap en de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen alsmede vennootschappen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast en die begrepen zijn in de boekwaarde van de activa van de consoliderende vennootschap of van een dochteronderneming opgenomen in de consolidatie, hetzij van een vennootschap waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast, worden voor zover de daartoe noodzakelijke gegevens bekend of toegankelijk zijn, uit de geconsolideerde resultaten weggelaten.

Art. 3:148. De vermogensmutatiemethode hoeft niet te worden toegepast wanneer de toepassing ervan slechts van te verwaarlozen betekenis zou zijn, gelet op het doel van artikel 3:105.

49
Q

Art 3:158 Inbreng conso

A

Inbreng: deze rubriek bevat uitsluitend het kapitaal of de inbreng van de consoliderende vennootschap.
Uitgiftepremie: deze post bevat uitsluitend de uitgiftepremie van de consoliderende vennootschap.
Herwaarderingsmeerwaarden: deze rubriek bevat de herwaarderingsmeerwaarden van de consoliderende vennootschap en de herwaarderingsmeerwaarden op materiële en financiële vaste activa van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen, die sinds hun opneming in de consolidatie zijn geboekt. Reserves: deze rubriek bevat de reserves (daaronder begrepen het overgedragen resultaat) van de consoliderende vennootschap vóór de eerste consolidatie, vermeerderd met het aandeel van de groep in de geconsolideerde resultaten na aftrek van de uitkeringen verricht door de consoliderende vennootschap. De reserves mogen slechts worden gestijfd door bestemming van het geconsolideerde resultaat.

50
Q

Art 3:160 schenking VZW

A

De goederen die aan de VZW, IVZW of stichting werden geschonken of nagelaten worden geboekt op het ogenblik van hun verkrijging.
De VZW, IVZW of stichting waardeert de goederen die haar worden geschonken of nagelaten tegen aanschaffingswaarde. Het bestuursorgaan kan, mits melding en verantwoording in de toelichting, evenwel beslissen om deze geschonken of nagelaten goederen te waarderen tegen werkelijke waarde, marktwaarde of gebruikswaarde waarbij het verschil tussen de aanschaffingswaarde en deze waarde wordt geboekt op een afzonderlijke subrekening van het betrokken actief met als tegenpost een opbrengstrekening of een rekening van het eigen vermogen. Wanneer het verschil betrekking heeft op een vast actief met een beperkte gebruiksduur moet dit verschil worden afgeschreven over de gebruiksduur.

51
Q

Boek 4: voordracht commissaris aan OR

A

Art 4:1 § 2. Wanneer er in een vennootschap meerdere ondernemingsraden zijn en deze afzonderlijk vergaderen gelden de bepalingen van paragraaf 1 voor ieder van deze ondernemingsraden afzonderlijk.
§ 3. Wanneer er in een onderneming een gemeenschappelijke vergadering van de ondernemingsraad wordt belegd overeenkomstig artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1972 tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten akkoorden en de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de ondernemingsraden, gelden de bepalingen van dit boek voor deze gemeenschappelijke vergadering.
§ 4. Wanneer er voor meerdere juridische entiteiten slechts één ondernemingsraad bestaat, wordt voor de toepassing van de termijn vermeld in paragraaf 1 de datum in aanmerking genomen waarop de eerste benoeming voor één van de juridische entiteiten zal plaats hebben.

Art. 4:2. Ten minste twee maanden vóór de dag waarop de benoeming van de commissaris(sen) of de bedrijfsrevisor(en) plaats zal hebben in de schoot van de vennootschap dient de ondernemingsraad ten minste éénmaal beraadslaagd en eventueel beslist te hebben over de kandidaturen voorgesteld door het orgaan dat statutair bevoegd is voor het bestuur van de vennootschap of door het ondernemingshoofd.

Art. 4:3. Indien op de in artikel 4:2 bedoelde vergadering van de ondernemingsraad geen overeenstemming kan worden bereikt over de voorgestelde kandidaat commissaris(sen) of bedrijfsrevisor(en) moet over de voordracht opnieuw beraadslaagd en beslist worden uiterlijk op de laatste vergadering van de ondernemingsraad vóór de datum waarop de benoeming in de schoot van de vennootschap zal plaats hebben.
Indien er voor die datum geen gewone vergadering van de ondernemingsraad meer wordt gehouden moet desgevallend een bijzondere vergadering van de ondernemingsraad worden bijeengeroepen.
Het orgaan dat statutair bevoegd is voor het bestuur van de vennootschap of het ondernemingshoofd kunnen desgevallend één of meer nieuwe kandidaat commissarissen of bedrijfsrevisoren voordragen.

Art 4:4 Buiten de in het eerste lid bedoelde inlichtingen moet aan de leden van de ondernemingsraad een “ curriculum vitae “ worden meegedeeld, alsmede, indien een meerderheid van werknemersafgevaardigden hierom verzoekt, een nota betreffende een raming van de omvang en de vergoeding van de uit te voeren prestaties en een beschrijving van hun inhoud.

Art. 4:5. Op verzoek van een meerderheid van werknemersafgevaardigden van de ondernemingsraad moet(en) de voorgestelde kandidaat-commissaris(sen) of bedrijfsrevisor(en) worden uitgenodigd om te verschijnen op de vergadering van de ondernemingsraad die over de voordracht beraadslaagt. De kandidaat-commissaris of bedrijfsrevisor moet aanwezig zijn op de vergadering van de ondernemingsraad waartoe hij wordt uitgenodigd ten einde zich voor te stellen.
Hij dient te antwoorden op de vragen die hem gesteld worden in verband met de aard en de omvang van zijn opdracht in de vennootschap evenals de uitoefening ervan.

Art. 4:6. Wanneer een vennootschap meerdere ondernemingsraden telt, worden, voor het bepalen van de
meerderheid, die raden geacht een enkel kiescollege te vormen.

52
Q

Art 7.1 Uitkoopbod voor de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap

A

Art. 7:2. De bieder moet alleen, rechtstreeks of onrechtstreeks, dan wel in onderling overleg, 95 % van de stemrechtverlenende effecten van de doelvennootschap bezitten; om dit quotum van 95 % te berekenen worden de effecten in bezit van met de bieder verbonden personen en van personen die in overleg met hem handelen, bij de effecten in bezit van de bieder geteld.

Art. 7:3. De bieder moet zich, wat hem betreft, ertoe verbinden het bod ten einde te brengen en mag, zodra hij de in artikel 7:6 bepaalde kennisgeving heeft verricht, geen effecten waarop het bod betrekking heeft, verwerven tegen andere voorwaarden dan die van het bod, tenzij hij die uitbreidt tot alle begunstigden van het bod. Alle voor de verwezenlijking van het uitkoopbod noodzakelijke middelen moeten beschikbaar zijn,

Art. 7:4. § 1. De bieder bepaalt de prijs voor het uitkoopbod, rekening houdend met de belangen van de eigenaars van effecten.
§ 2. De bieder moet een schriftelijk en omstandig verslag opstellen over de verrichting. Dit verslag moet alle noodzakelijke inlichtingen bevatten opdat de eigenaars van effecten van de doelvennootschap zich met kennis van zaken een oordeel zouden kunnen vormen over de verrichting.

Art. 7:5. Bij het schriftelijke en omstandige verslag van de bieder wordt gevoegd:
1° een schriftelijk verslag van een bedrijfsrevisor, een accountant ingeschreven op het Tableau van de externe accountants van het Instituut van Accountants en de Belastingsconsulenten. In dit verslag spreekt de bedrijfsrevisor of de accountant zich uit over de relevantie, ten aanzien van de gebruikelijk gehanteerde waarderingscriteria, van de door de bieder gebruikte waarderingsmethode(s) om de vennootschap te waarderen en de prijs te rechtvaardigen; de bedrijfsrevisor of de accountant vermeldt ook of hij van oordeel is dat de prijs de belangen van de eigenaars van effecten veilig stelt.
2° het advies van het bestuursorgaan van de doelvennootschap, waarin het bestuursorgaan stelt dat het door de bieder opgesteld verslag naar zijn oordeel geen leemten vertoont of geen gegevens bevat die de eigenaars van effecten van de doelvennootschap kunnen misleiden. Bovendien moet in dit advies het oordeel staan van het bestuursorgaan over het verslag van de onder het 1° vermelde bedrijfsrevisor of accountant. Tot slot moet het advies vermelden of hij vindt dat met de prijs de belangen van de effectenhouders al dan niet veilig komen worden gesteld.

Art. 7:7. De eigenaars van effecten waarop het bod slaat, beschikken over een termijn van dertig dagen na bekendmaking om schriftelijk de bieder hun bezwaren mede te delen tegen het bod en, meer in het bijzonder, tegen de waardering van de effecten van de doelvennootschap of de geboden prijs.

Art. 7:8. Indien in de loop van de in artikel 7:7 genoemde termijn, bezwaren zijn gemaakt, kan de bieder hetzij
zijn oorspronkelijke bod handhaven, hetzij het in gunstigere zin voor de effectenhouders wijzigen.

Art. 7:11. Met uitzondering van de effecten waarvan de eigenaars uitdrukkelijk en schriftelijk voor het sluiten van de aanvaardingsperiode van het bod hebben te kennen gegeven dat ze er geen afstand van willen doen, worden de effecten die na afsluiting van het bod niet zijn aangeboden, geacht van rechtswege op de bieder te zijn overgegaan.

53
Q

Art 8.3 Verkrijging van eigen effecten door genoteerde vennootschappen

A

§ 1. Genoteerde vennootschappen en vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een MTF moeten alvorens de verrichtingen uit te voeren die zij met toepassing van artikel 7:215, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen overwegen uit te voeren, aan de FSMA een kopie bezorgen van het besluit van de algemene vergadering of van het bestuursorgaan, en, in voorkomend geval, van de bepaling uit de statuten die de vennootschap tot die verrichtingen machtigt.
Die vennootschappen moeten de FSMA ook op de hoogte brengen wanneer dit besluit of deze bepaling effectief
ten uitvoer wordt gelegd.
§ 2. De overmaking van de informatie aan de FSMA gebeurt op de door de FSMA bepaalde wijze.