Kapitel 4, Lektion 1 Flashcards
Wortschatz, sonstiges, verbes, Pimpen Sie....
1
Q
- de mannelijke vegetariër
- de vrouwelijke vegetariër
A
- der Vegetarier, die Vegetarier
- die Vegetarierin, die Vegetarierinnen
2
Q
aanvullend
A
zusätzlich
3
Q
agressief
A
aggressiv
4
Q
alleen (maar), slechts
A
nur
5
Q
bedoelen, denken, vinden
A
meinen
6
Q
belangrijk
A
wichtig
7
Q
bevatten
A
enthalten
8
Q
dagelijks
A
täglich
9
Q
krijgen
A
bekomen
10
Q
de afstand
A
die Entfernung, die Entfernungen
11
Q
accepteren
A
akzeptieren
12
Q
- de arts
- de vrouwelijke arts
A
- der Arzt, die Ärzte
- die Ärztin, die Ärztinnen
13
Q
de buik
A
der Bauch, die Bäuche
14
Q
de behandeling
A
die Behandlung, die Behandlungen
15
Q
de beweging
A
die Bewegung, die Bewegungen
16
Q
de blik
A
der Blick, die Blicke
17
Q
de buikpijn
A
/, die Bauchschmerzen
18
Q
de crème
A
die Creme, die Cremes
19
Q
de gezondheid
A
die Gesundheit, die /
20
Q
de hals, de keel
A
der Hals, die Hälse
21
Q
de heesheid
A
die Heiserkeit, die /
22
Q
de hoest
A
der Husten, die Husten
23
Q
de hoofdpijn
A
/, die Kopfschmerzen
24
Q
de keelontstking
A
die Halsentzündung, die Halsentzündungen
25
de keelpijn
/ die Halsschmerzen
26
de koorts
das Fieber, die /
27
de mee-eter
der Mitesser, die Mitesser
28
de minuut
die Minute, die Minuten
29
de mogelijkheid
die Möglichkeit, die Möglichkeiten
30
de neus
die Nase, die Nasen
31
de neusbloeding
das Nasenbluten, die /
32
de neusverkoudheid
der Schnupfen, die Schnupfen
33
de pauze
die Pause, die Pausen
34
de pijn
der Schmerz, die Schmerzen
35
de pijnstiller
die Schmerztablette, die Schmerztabletten
36
de puist
der Pickel, die Pickel
37
de regel
die Regel, die Regeln
38
de rugpijn
die Rückenschmerzen
39
de rust
die Ruhe, die /
40
de seconde
die Sekunde, die Sekunden
41
de situatie
die Situation, die Situationen
42
de stress
der Stress, die /
43
de therapie
die Therapie, die Therapien
44
de tip
der Tipp, die Tipps
45
de verkoudheid
die Erkältung, die Erkältungen
46
de vitamine
das Vitamin, die Vitamine
47
de vloeistof
die Flüssigkeit, die Flüssigkeiten
48
de voeding
die Ernährung, die /
49
de voedingsstof
der Nährstoff, die Nährstoffe
50
de ziekte
die Krankheit, die Krankheiten
51
digitaal
digital
52
doodmoe
todmüde
53
duidelijk
klar
54
duren
dauern
55
dwingen
zwingen
56
een paar
ein paar
57
eens
mal
58
eens, ooit
irgendwann
59
eenvoudig
einfach
60
enzovoort
u.s.w. = und so weiter
61
erg
schlimm
62
geloven in
glauben an
63
geschikt zijn
sich eignen
64
gezond
gesund
65
goed voor dieren, van dieren houdend
tierlieb
66
groeien
wachsen
67
heel
ganz
68
heel erg
total
69
het apparaat, het toestel
das Gerät, die Geräte
70
het beeldscherm
der Bildschirm, die Bildschirme
71
het gesprek
das Gespräch, die Gespräche
72
het gezicht
das Gesicht, die Gesichter
73
het gezondheidsprobleem
das Gesundheitsproblem
74
de huid
die Haut, die Häute
75
het hoofd
der Kopf, die Köpfe
76
het laatst
zuletzt
77
het lichaam
der Körper, die Körper
78
het masker
die Maske, die Masken
79
het middel
das Mittel, die Mittel
80
het oog
das Auge, die Augen
81
het succes
der Erfolg, die Erfolge
82
hier, toch, immers
ja
83
hoffen
hopen
84
houden
halten
85
iemand
jemand
86
indien, voor het geval dat
fallas
87
kijken
gucken
88
lekker
lecker
89
moe
müde
90
nodig hebben
brauchen
91
normaal
normal
92
onmiddelijk
sofort
93
ontspannend
entspannend
94
ontsteken
sich entzünden
95
opdat
damit
96
opnieuw
wieder
97
overdag
tagsüber
98
precies, net
genau
99
proberen
versuchen
100
smaken
schmecken
101
sporten
Sport treiben
102
toch
doch
103
uitgeput, afgemat
erschöpft
104
vast
fest
105
weg
weg
106
vegetarisch
vegetarisch
107
verbieden
verbieten
108
verklaren
erklären
109
vochtig
feucht
110
voldoende
ausreichend
111
waanzinnig
wahnsinnig
112
wennen aan
sich gewöhnen an
113
wensen
wünschen
114
werkelijk
wirklich
115
zacht, stil
leise
116
zich informeren
sich informieren
117
ziek
krank
