Kapitel 3, Pimpen Sie Flashcards
betrekken (intrekken) van een woning
einziehen
de afvalemmer
der Abfalleimer, die Abfalleimer
de airconditioning
die Klimaanlage, die Klimaanlagen
de bijkomende kosten
/, die Nebenkosten
de brievenbus
der Briefkasten, die Briefkästen
de deurklink
die Türklinke, die Türklinken
de eengezinswoning
das Einfamilienhaus, die Einfamilienhäuser
de huur
die Miete, die Mieten
- de huur (excl. de bijkomende kosten)
- de huur (incl. de bijkomende kosten)
- die Kaltmiete, die Kaltmieten
- die Warmmiete, die Warmmieten
- de huurder
- de huurster
- der Mieter, die Mieter
- die Mieterin, die Mieterinnen
de kostprijs
der Kostpreis, die Kostpreise
de maandelijkse huurprijs
die Monatsmiete, die Monatsmieten
- de verhuurder
- de verhuurster
- der Vermieter, die Vermieter
- die Vermieterin, die Vermieterinnen
de vierkante meter
der Quadratmeter, die Quadratmeter
de vuilnisbak
die Mülltonne, die Mülltonnen
de waarborg
die Kaution, die Kautionen
de waterkraan
die Wasserhahn, die Wasserhähne
de wc
das Klo, die Klos
de wc borstel
die Klobürste, die Klobürsten
de woonoppervlakte
die Wohnfläche, die Wohnflächen
het bouwjaar
das Baujahr, die Baujahre
het eigendom
das Eigentum, die Eigentümer
het grondstuk
das Grundstück, die Grundstücke
het huurcontract
der Mietvertrag, die Mietverträge
