KAPITEL 3 DEEL 2 Flashcards
1
Q
De blikopener
A
Der Dosenöffner
2
Q
Het vaatwerk
A
Das Geschirr
3
Q
De vaatwas
A
Die Geschirrspülmaschine
4
Q
Het fornuis
A
Der Herd
5
Q
De zitkruk
A
Der Hocker
6
Q
Het koffiezetapparaat
A
Die Kafeemaschine
7
Q
De kookpot
A
Der kochtopf
8
Q
De kurkentrekker
A
Der korkenzieher
9
Q
De keuken
A
Die küche
10
Q
De keukenrol
A
Die küchenrolle
11
Q
De koelkast
A
Der kühlschrank
12
Q
De microgolf
A
Die mikrowelle
13
Q
De afwasbak
A
Das Spülbecken
14
Q
De vaatwas
A
Die Spülmaschine
15
Q
De waterkoker
A
Der wasserkocher
16
Q
De vuilnisemmer
A
Der mülleimer
17
Q
De boom
A
Der baum
18
Q
Het beeld , de foto
A
Das bild
19
Q
De brug
A
Die brücke
20
Q
De deelstaat
A
Das bundesland
21
Q
Het ei
A
Das ei
22
Q
De vrijheid
A
Die freiheit
23
Q
De baggage
A
Das gepäck
24
Q
Het grasveld
A
Die grasfläche
25
De hoogte
Die höhe
26
Het hout
Das holz
27
De kip
Das huhn
28
Het midden
Die mitte
29
De mogelijkheid
Die möglichkeit
30
De nacht
Die nacht
31
Het nummer
Die nummer
32
De parkeerruimte
Der parkplatz
33
Het bordje
Das schild
34
De stam
Der stamm
35
De overnachting
Die übernachtung
36
De verrassing
Die überraschung
37
Het bos , het woud
Der wald
38
De kei, crack,uitblinker
Der ass
39
De inrichting
Die einrichtung
40
De catalogus
Der katalog
41
De landkaart
Die landkarte
42
De buurman
Der nachbar
43
De buurvrouw
Die nachbarin
44
De paniek
Die panik
45
Plaatsen,neerzetten
Abstellen
46
(Uit)proberen
Ausprobieren
47
Boeken
Buchen
48
Toestaan
Erlauben
49
Openen
Eröffnen
50
Parkeren
Parken
51
Zich bevinden
Sich befinden
52
Met elkaar delen
Sich teilen
53
Afwassen
Spülen
54
Stijgen,toenmen
Steigen
55
Telofoneren,opbellen
Anrufen
56
Ophangen
Aufhängen
57
Inrichten
Einrichten
58
Denken,bevinden van
Halten
59
Denken,vinden
Meinen
60
Zich verheugen op
Sich freuen auf
61
Plaatsen
Stellen
62
Dromen
Träumen
63
Overleggen
Überlegen
64
Verhuizen
Umziehen
65
Klinken
Klingen
66
Zich ontspannen
Sich erholen
67
Verwennen
Verwöhnen
68
Evenwel
Allerdings
69
Gemakkelijk,comfortabel
Bequem
70
Dik
Dick
71
Smal
Schmal
72
Inderdaad
Tatsächlich
73
Voorhanden
Vorhanden
74
Vooraf
Vorher
75
Geweldig
Fabelhaft
76
Enorm
Riesig
77
Absoluut
Unbedingt
78
Uitgerust met
Ausgestattet
79
Geschikt
Geeignet
80
Achteraan
Hinten
81
Midden
Mitten
82
Boven
Oben
83
Apart
Separat
84
Onder,beneden
Unten
85
Vooraan
Vorn(e)
