kapital 3 deel 1 Flashcards
1
Q
de supermarkt
A
der Supermarkt
2
Q
het warenhuis
A
das Kaufhaus
3
Q
de zaak, de winkel
A
das Geschäft
4
Q
de zaak, de winkel 2
A
der laden
5
Q
de kruidenier
A
der Lebensmittelhändler
6
Q
de bakkerij
A
die Bäckerei
7
Q
de banketbakerij
A
die Konditorei
8
Q
de slagerij
A
die Fleischerei
9
Q
de boekhandel
A
die Buchhandlung
10
Q
de klant
A
der Kunde
11
Q
vrouwelijke klant
A
die Kundin
12
Q
de verkoper
A
der Verkäufer
13
Q
de verkoopster
A
die Verkäuferin
14
Q
slenteren, wandelen
A
bummeln
15
Q
winkelen
A
shoppen
16
Q
inkopen
A
einkaufen
17
Q
kopen
A
kaufen
18
Q
de aankoop
A
der Einkauf
19
Q
het zakgeld
A
das Taschengeld
20
Q
het brood
A
das Brot
21
Q
de cake, het gebakje
A
der Kuchen
22
Q
het koekje
A
der Keks
23
Q
het fruit
A
das Obst
24
Q
de peer
A
die Birne
25
de appel
der Apfel
26
de meloen
die Melone
27
de banaan
die Banane
28
de perzik
der Pfirsich
29
de sinaasappel
die Orange
30
de citroen
die zitrone
31
de aardbei
die Erdbeere
32
framboos
die Himbeere
33
druif
die Traube
34
de kers
die Kirsche
35
de groente
das gemüse
36
de aardappel
die Kartoffel
37
de wortel
die Karotte
38
wortel
die Karotte
39
de spinazie
der Spinat
40
de sla
der Salat
41
de prei
der Porree
42
het knoflook
der knoblauch
43
de bloemkool
der Blumenkohl
44
de erwt
die Erbse
45
de ui
die Zwiebel
46
de rodekool
der Rotkohl
47
de boon
die Bohne
48
de tomaat
die Tomate
49
de spullen/ de kleren
die klamotten
50
de kleren
die Kleidung
51
de jas
die jacke
52
de broek
die Hose
53
de bloes
die Bluse
54
het pak, het kostuum
der Anzug
55
de mantel
der Mantel
56
de rok
der Rock
57
de trui
der pullover
58
de jurk
die rocke
59
de sok
die socke
60
de das
die karwatte
61
de schoen
der schuh
62
de hemd
das hamd
63
het T shirt
das T-Shirt
64
de handtas
die handtasche
65
de maat
die Größe
66
het pasokje
die Ankleidekabine
67
de kleur
die farbe
68
rood
rot
69
groen
grün
70
zwart
schwarz
71
oranje
orange
72
bruin
braun
73
wit
weiß
74
roze
rosa
75
geel
gelb
76
blauw
blau
77
geel
gelb
78
grijs
grau
79
fantastisch
toll
80
reusachtig
riesig
81
uitstekend
ausgezeichnet
82
vers
frisch
83
zoet
süß
84
zuur
sauer
85
rijp
reif
86
duur
teuer
87
goedkoop
billig
88
schappelijk
günstig
89
goedkoop
preiswert
