Juist-Fout: H5 Flashcards
De completed contract methode bij de waardering van bestellingen in uitvoering
beantwoordt beter aan de vereiste van voorzichtigheid.
Juist
Een volgens gewogen gemiddelde prijzen gewaardeerde voorraad is nooit meer waard dan
een FIFO-voorraad en nooit minder waard dan een LIFO-voorraad.
Fout. Dit hangt af van de prijsevolutie.
De waardering van voorraden tegen de lagere marktwaarde mag niet worden gehandhaafd
indien de marktwaarde terug uitstijgt boven het niveau van die lagere waarde.
Juist
Een lagere dan geplande afwerkingsgraad op het einde van het boekjaar leidt automatisch
tot een lagere dan verwachte winsttoerekening bij toepassing van de percentage of completion methode.
Fout. Ook de opgelopen kosten kunnen lager uitvallen dan begroot.
De waarde van de eindvoorraad is normaal realistischer bij FIFO dan bij LIFO bij stijgende
prijzen, bij LIFO dan bij FIFO bij dalende prijzen.
Fout. Altijd realistischer bij FIFO
Volgens de methode van de integrale vervaardigingsprijs omvat de vervaardigingsprijs het
evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product
of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale
productieperiode betrekking hebben.
Juist
Bij gelijkblijvende prijzen leiden FIFO, LIFO en gewogen gemiddelde tot dezelfde
resultaten.
Juist
Het bedrag van de LIFO-reserve is gelijk aan het belastingvoordeel t.o.v. het gebruik van de
FIFO-methode.
Fout
Volgens de completed contract methode worden de bestellingen in uitvoering gewaardeerd tegen hun vervaardigingsprijs en wordt dus een betere matching tussen opbrengsten en kosten bereikt dan met de percentage of completion methode.
Fout. Geen betere matching. Completed contract methode beantwoord beter aan de vereiste van voorzichtigheid en het realisatiebeginsel dan de percentage of completion methode.
Bij bestellingen in uitvoering loopt de vennootschap een lager commercieel risico dan bij
voorraden.
Juist
In het permanent voorraadstelsel verschijnt de voorraad bij aankoop enkel op de balans. Pas
ter gelegenheid van de verkoop verschijnt hij in de resultatenrekening als kostprijs van de
verkochte goederen.
Juist
Hoe hoger de kostprijs van de verkochte goederen, hoe lager de waarde van de eindvoorraad.
Juist
Bij een periodiek voorraadstelsel moet periodiek, d.w.z. ten minste eens per jaar, een fysieke
inventaris plaatsvinden. Bij een permanent voorraadstelsel is dit niet nodig.
Fout. Ook bij permanent voorraadstelsel.
Voor producten waarvan de productie- of afwerkingsduur meer dan een jaar bedraagt, mag
de interest op het voor hun financiering ontleende vermogen bij de vervaardigingsprijs gevoegd worden, en dit voor de tijd die nog verloopt tussen het afwerkingsmoment en het tijdstip van verkoop.
Fout. Niet na het afwerkingsmoment.
Bij stijgende prijzen is de voorraadwaarde per einde boekjaar gewoonlijk hoger wanneer we
de methode van de gewogen gemiddelde prijzen continu in plaats van periodiek toepassen.
Juist