Je retiens! 2 Flashcards
Rallye 1
1
Q
le caractère
A
het karakter
2
Q
l’apparence (f )
A
het uiterlijk / de looks
3
Q
branché(e)
A
hip
4
Q
intéressant(e)
A
interessant
5
Q
imprimé(e)
A
bedrukt
6
Q
craquer pour
A
vallen voor
7
Q
plaisanter
A
grapjes maken
8
Q
rêver de
A
dromen over
9
Q
avoir bon goût
A
een goede smaak hebben
10
Q
avoir l’air (+adj.)
A
lijken / eruit zien (+bn)
11
Q
ce n’est que l’apparence
A
dat is maar (uiterlijke) schijn
12
Q
il me manque
A
ik mis hem
13
Q
il me semble que
A
het lijkt me dat
14
Q
actif, active
A
actief
15
Q
agressif, agressive
A
agressief
16
Q
calme
A
rustig