IVGT Flashcards

1
Q

Een 36-jarige vrouw heeft al enkele weken last van moeheidsklachten. Bloed- onderzoek laat de volgende uitslagen zien: Hb 5,5 mmol/l (normaal 7,5-10 mmol/l), MCV 70 fl (normaal 80-100fl), ferritine 10 ug/l (normaal 20-150 ug/l), haptoglobine normaal. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van anemie bij deze vrouw?

A. Hemolytische anemie.
B. IJzergebrekanemie.
C. Thalassemie.
D. Vitamine-B12-deficiëntie anemie.

A

B. IJzergebrekanemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tot afname van welke tonus leidt drukverhoging in gebieden waar zich barore- ceptoren bevinden?

A. De parasympathische tonus.
B. De sympathische tonus.
C. Zowel de parasympathische als de sympathische tonus.

A

B. De sympathische tonus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een 34-jarige man heeft een nabloeding gehad na een buikoperatie, die spon- taan tot staan is gekomen. Hij blijkt een hyperbilirubinemie te ontwikkelen waar- van de arts vermoedt dat resorptie van het hematoom hiervan de oorzaak is. Welke vorm van hyperbilirubinemie past hierbij? Dat is een stijging van:

A. vooral het conjugeerde bilirubine;
B. vooral het ongeconjugeerde bilirubine;
C. beide vormen van bilirubine in vergelijkbare mate.

A

B. vooral het ongeconjugeerde bilirubine;

Ongeconugeerde bilirubine ontstaat door een verhoogde aanmaak, verhoogde enterohepatische kringloop (obstipatie, nabloedingen) of verlaagde conjugatie (Gilbert)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor sommige laboratoriumbepalingen wordt plasma gebruikt, voor andere se- rum. Wat is het kenmerkende verschil tussen plasma en serum? In tegenstelling tot serum, bevat plasma:

A. albumine;
B. erytrocyten;
C. fibrinogeen;
D. trombocyten.

A

C. fibrinogeen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly