Iter Decimum Flashcards
Aliter
Anders
Descendere
Descend- Descendo. Afdalen
Alienus
Alien- Aliena, alienum. 1.andermans. 2.vreemd
Liber
Libr- Libri, m. Het boek, de boekrol
Emere
Em- Emo. Kopen
Scribere
Scrib- Scribo. Schrijven
Gladius
Gladi- Gladii, m. Het zwaard
Maritus
Marit- Mariti, m. De echtgenoot
Permittere
Permitt- Permitto. Toestaan
quies
quiet- quietis, vr. De rust
Excitare
Excita- Excito. 1. Wekken. 2.ophitsen
Regina
Regin- Reginae, vr. De koningin
Nonne?
Toch wel? …., niet?
Difficilis
Difficil- Difficilis, defficile. Moeilijk
Potens
Potent- Potens, potens. Machtig
Audere
Aude- Audeo. Durven
Flos
Flor- Floris, m. De bloem
Virgo
Virgin- Virginis, vr. 1. De maagd. 2. De jonge vrouw
Carmen
Carmin- Carminis, o. 1. Het lied. 2.het gedicht
Offere
Offer- Offero. Aanbieden
Rapere
Rapi- Rapio. 1. (Snel) grijpen. 2. Roven
Gravis
Grav- Gravis, Grave. 1.zwaar. 2.ernstig
Celer
Celer- Celeris, celere. Snel
Vetus
Veter- Vetus, vetus. Ous
qualis
qual- qualis, quale. 1. Van welke aard, hoe? 2.(zo…) als
Patres
Patr- Patrum, m. Mv. 1. De voorouders. 2. De senatoren
Sedes
Sed- Sedis. Vr. 1. De zitplaats. 2.de woonplaats
Melior
Melior- Melior, melius. Beter
Aetas
Aetat- Aetatis,vr. De leeftijd
Prodesse
/. Prosum. Nuttig zijn
Sanguis
Sanguin- Sanguinis, m. Het bloed
Scelus
Sceler- Sceleris, o. De misdaad
Se recipere
Se recipi- Me recipio. Zich uitrekken
Ostendere
Ostend- Ostendo. Laten zien, tonen
Tunc
Dan, op dat moment
Levis
Lev- Levis, leve. Licht
Poena
Poen- Poenea, vr. De straf
Adversus
Advers- Adversa, adversum. 1.gericht naar. 2. Vijandig, ongustig
Nisi
- Als niet. 2. Tenzij