IPIG en groepsfasen Remmerswaal Flashcards

1
Q

Inhoud IPIG

A

waar het gesprek over gaat, bijvoorbeeld opdracht, deadlines, onderwerpen (bovenstroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Procedure IPIG

A

de manier waarop het gesprek wordt gevoerd (bovenstroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Interactie IPIG

A

de manier waarop gesprekpartners met elkaar omgaan, sfeer, humeur (benedenstroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevoelens IPIG

A

hoe de gesprekpartners zich voelen, emoties (benedenstroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er als je de benedenstroom niet toepast van het IPIG model?

A

Je kan dat geen effectieve communicatie hebben. Probeer feedback te geven en emoties bespreekbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Orientatiefase, 1

A

de groep komt voor het eerst samen, leden hebben een afwachtende houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

machtsfase, 2

A

leden proberen hun rollen in te nemen, kan leiden tot strijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

affectiefase, 3

A

leden hebben hun rollen ingenomen, teamdoelen zijn vastgelegd, samenwerking kan beginnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prestatiefase, 4

A

harmonieuze samenwerking, er wordt samen naar de teamdoelen gewerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afrondingsfase, 5

A

het doel is behaald en het team valt uiteen, tijd voor gezamenlijke evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly