Investeringsselectie begrippen Flashcards

1
Q

Cashflow

A

De cashflow (of: kasstroom) is het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven in een periode. De cashflow kan ook berekend worden door de afschrijvingskosten bij het resultaat op te tellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Disconteringsvoet

A

De disconteringsvoet is het percentage waarmee toekomstige cashflows contant worden gemaakt. De disconteringsvoet is een maatstaf voor het risico of het geëiste rendement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigen vermogen

A

Het eigen vermogen is een vorm van vermogen waarover de onderneming permanent kan beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intrinsieke waarde

A

De intrinsieke waarde is de waarde van het eigen vermogen van een onderneming, ervan uitgaande dat de onderneming doorgaat (‘going concern’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Liquidatiewaarde

A

De liquidatiewaarde is de waarde van het eigen vermogen bij opheffing van de onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Netto contante waarde

A

De netto contante waarde is het verschil tussen de contante waarde van de toekomstige positieve cashflows (inclusief eventuele restwaarde) en een investeringsuitgave.

lees meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Terug verdientijd

A

De terugverdientijd is de periode waarin een investeringsuitgave zich terugverdient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly