De Jaarrekening Flashcards
Waar bestaat de jaarrekening uit?
De balans
Resultaten rekening (winst- en verliesrekening)
Liquiditeits overzicht (kasstroomoverzicht)
Wat staat er in het bestuursverslag
een terugblik op het afgelopen
jaar en (vaak) een verwachting voor de komende jaren
Er wordt bijvoorbeeld ingegaan op
successen, doelstellingen en de strategie
controleverklaring
In de
controleverklaring geeft de accountant een verklaring van de “getrouwheid van de
jaarrekening”
Externe jaarrekening
• De jaarrekening volgens wet- en
regelgeving voor het afleggen van
verantwoording aan
- De aandeelhouders
- Andere belanghebbenden
(stakeholders) zoals banken,
leveranciers, klanten, werknemers
• Wordt één keer per jaar opgesteld (maar
soms ook vaker)
Interne jaarrekening
De jaarrekening voor het management
van de onderneming
• Doel: informatie verschaffen om de
onderneming te kunnen sturen
• Vaak veel uitgebreider dan de externe
jaarrekening, bijvoorbeeld met cijfers per
product, vestiging, regio
• Wordt regelmatig opgesteld
De balans indeling
Activa:
Vaste activa
Bezit dat meer dan één productieproces
(of > 1 jaar) meegaat
Vlottende activa
Bezit dat één productieproces (of < 1
jaar) meegaat
Liquide middelen
Passiva
Eigen vermogen
Lang vreemd vermogen
Schulden met looptijd > 1 jaar
Kort vreemd vermogen
Schulden met looptijd < 1 jaar
Let op: in de jaarrekening zijn de liquide middelen een onderdeel van de vlottende activa.
Balans nv Activa linkerkant balans
Immateriële vaste
activa
Materiële vaste
activa
Financiële vaste
activa
Balans nv passiva (rechterkant)
Voorzieningen
Langlopende
schulden
Kortlopende
schulden
Immateriële vaste
activa
Voorbeelden:
Goodwill:
* Als bij een overname van een onderneming
meer wordt betaald dan de intrinsieke waarde
van de onderneming, spreken we van
goodwill.
Concessie of
licentie
(vergunning):
Een vergunning (van de overheid) om iets te
doen.
* Voorbeelden:
- Een concessie om olie / gas uit de grond
te halen.
- Een softwarelicentie
Materiële vaste
activa
Voorbeelden:
Gebouwen,
auto’s, etc.:
* Tastbare vaste activa
Financiële vaste
activa
Voorbeelden:
Deelneming:
* Een onderneming heeft aandelen in een
andere onderneming met als doel
zeggenschap / macht te verwerven.
* Let op: als een onderneming aandelen en
obligaties koopt met als doel dividend- en
koersrendement te boeken, staat dit op de
balans als ‘Effecten’ (vlottende activa).
Lening u/g:
Een onderneming heeft geld uitgeleend,
bijvoorbeeld aan een dochteronderneming
(u/g = uitgeleend geld).
Voorzieningen
Voorbeelden:
Pensioen- of
onderhoudsvoorziening:
onderhoudsvoorziening
* Deze vorm van vreemd vermogen wordt gevormd
om een toekomstige uitgave te kunnen dekken.
* Het doel van de uitgave is bekend. De omvang en
het tijdstip van de uitgave(n) zijn onbekend.
Langlopende
schulden
Voorbeelden:
Hypothecaire
lening:
* Een lening voor de aanschaf van een woning (of
bedrijfspand) met onroerend goed als onderpand.
* Omdat er sprake is van een lening met onderpand
is de rente relatief laag (de bank heeft het
onderpand als zekerheid).
Obligatielening:
* Een langlopende lening die wordt opgesplitst in
kleinere delen (bijvoorbeeld van € 1.000,-) en wordt
afgesloten met een groot aantal geldgevers.
Onderhandse
lening:
* Een langlopende lening tussen één geldgever en
één geldnemer, bijvoorbeeld een lening van de
bank aan een onderneming.
Kortlopende
schulden
Voorbeelden:
Rekeningcourant krediet:
‘Rood staan’ op de betaalrekening van de
onderneming.
Ontvangen
leverancierskrediet:
Een onderneming moet nog geld betalen aan
leveranciers voor ingekochte goederen of diensten.
* Ook wel: crediteuren.
Ontvangen
afnemerskrediet:
* Afnemers (klanten) verlenen krediet aan de
leverancier door vooruit te betalen voor nog te
leveren goederen of diensten.
* Voorbeeld: een aannemer die een aanbetaling
ontvangt van klanten.
Lineaire lening
- Je betaalt elke maand hetzelfde
bedrag. - Je betaalt rente over het deel van
de schuld dat nog niet is afgelost. - Het rentebedrag wordt steeds
lager (doordat de schuld lager
wordt door aflossing).