Introductie & basisassumpties Flashcards
Dodo-bird verdict
elke therapie brengt een meerwaarde op zijn eigen manier
Sleeper-effect
personen zijn zelfs nog beter één jaar na de behandeling dan net na de behandeling
Wat zijn de basisassumpties van PDT?
1) Ontwikkelingsperspectief
2) Rol van de onbewuste motivatie en intentionaliteit
3) Overdacht van patronen van denken, voelen en handelen in de vroegere relaties naar de huidige relaties
4) Persoonsgericht perspectief
5) Erkenning van complexiteit (van het psychisch functioneren)
6) Focus op innerlijke psychische wereld en psychologische causaliteit
7) Continuïteit tussen de normale en psychopathologische ontwikkeling
Leg de formatieve rol van de ontwikkelingsperspectief van PDT uit
vormend = belangrijke invloed
-> van vroege levenservaringen op latere psychische structuren en gedrag
- niet-deterministisch of lineair-causaal: complexe rol van (epi)genetica, latere ervaringen en omgevingsinvloeden
- impliceert een geleidelijke ontwikkeling van mentale capaciteiten
Script
patroon van interacties met anderen
Leg uit: Multifinaliteit en Equifinaliteit
Multifinaliteit = één oorzaak heeft verschillende uitkomsten
Equifinaliteit = meerdere oorzaken hebben één uitkomst
Fundamenten van het mens: 4 P’s
Predisposing = iets dat al vooraf bestaat in je genetica = aanleg
Precipitating = trigger dat het nu te veel is= uitlokkende gebeurtenis
Perpetuating = in standhoudende factoren
Protective = beschermende factoren
Disharmonische ontwikkeling
onevenwicht tussen cognitieve en motorische ontwikkeling
Basisassumpties in het PD-mensbeeld
1) Psychische gelaagdheid
2) Trias verborgen gevoel - angst - afweer (Conflictdriehoek van Malan)
Conflictdiehoek van Malan
Verborgen gevoel = (onderdrukte) impuls: intrapsychische basis!
Angst = blokkerend gevoel
Afweer (d.m.v. verdedigingsmechanismes of afwerend gedrag
Motor van defensie
Signaalangst = signaleert dat er iets aan de gang is (stadium voor paniek)
Aspecten:
Verdedigingsaspect = behoud van evenwicht in functioneren en van zelfwaarde gevoel
Uitdrukkingsaspect van het symptoom = uitingsvorm van verlangen en affect
Diagnostiek DSM
DSM: categoriaal descriptief -> symptoombeschijvingen
+ Voordelen
- Gemeenschappelijke taal
- Gekoppelde behandelprotocollen
- Nadelen
- Pathologiserend
- Geen verklaring voor comorbiditeit
- Nietszeggend over etiologie
Diagnostiek PDM
= Psychodynamic Diagnostic Manual
PDM: Dimensioneel structureel (continuüm o.b.v. bodem van klachten)
- Sluit beter aan bij psychodynamisch continuüm denken
- Sluit aan bij het persoonsgericht denken: persoon in zijn geheel bekijken en niet enkel symptomatologie
VM: Primitief/Immatuur
ontwikkelen zich vroeg en hebben te maken met de grens ik-ander
Splitting
dichotomisch (zwart-wit) denken; goed of slecht