Basisprincipes PDT: relatie Flashcards
Twee basis ingrediënten van PDT relatie
1) Vrije associatie/spel
2) Welwillende neutraliteit
Vrije associatie/spel
vertellen of spelen over wat de cliënt bezig houdt, zonder te censureren
Welwillende neutraliteit
oordeel-loos, abstinent
AMBIT: Stanford (1966): Balans tussen ondersteunen en uitdagen
1) Persecutor = achtervolger: te veel uitdagen
2) Absicator = opgever: niet uitdagen en ondersteunen
3) Fanclub = te veel ondersteunen en te weinig uitdagen
Overdrachtsrelatie: Persoonsdriehoek van Malan
P = persoon uit het verleden
T = therapeut
O = actuele ander
Objectrelatie/-representatie
representaties van ‘ander’ en ‘zelf in relatie tot ander’
Relatieve stabiliteit
hoe het subject naar bepaalde relaties en buitenstaande entiteiten kijkt
Relatieve plasticiteit
“Oude” objectrelaties kunnen herwerkt worden via nieuwe relationele ervaringen
Weerstand
VM (die geactiveerd worden) binnen de therapie (zowel actief als subtiel)
duty of care
prioriteit geven aan veiligheid van de cliënt en grenzen bewaken; zorgend zijn
Tegenoverdracht
emotionele reactie van de therapeut t.a.v. de cliënt
Salutogenese
nieuwe objectrelaties vormen factoren die de gezondheid stimuleren i.p.v. de oude objectrelaties proberen op te lossen
Correctieve ervaringen
Nieuwe objectrelaties die superieur worden
Agency
therapeut biedt cliënt verschillende paden aan die de cliënt mogelijks kan bewandelen