Basisprincipes PDT: relatie Flashcards

1
Q

Twee basis ingrediënten van PDT relatie

A

1) Vrije associatie/spel
2) Welwillende neutraliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vrije associatie/spel

A

vertellen of spelen over wat de cliënt bezig houdt, zonder te censureren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welwillende neutraliteit

A

oordeel-loos, abstinent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AMBIT: Stanford (1966): Balans tussen ondersteunen en uitdagen

A

1) Persecutor = achtervolger: te veel uitdagen
2) Absicator = opgever: niet uitdagen en ondersteunen
3) Fanclub = te veel ondersteunen en te weinig uitdagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overdrachtsrelatie: Persoonsdriehoek van Malan

A

P = persoon uit het verleden
T = therapeut
O = actuele ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Objectrelatie/-representatie

A

representaties van ‘ander’ en ‘zelf in relatie tot ander’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Relatieve stabiliteit

A

hoe het subject naar bepaalde relaties en buitenstaande entiteiten kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relatieve plasticiteit

A

“Oude” objectrelaties kunnen herwerkt worden via nieuwe relationele ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Weerstand

A

VM (die geactiveerd worden) binnen de therapie (zowel actief als subtiel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

duty of care

A

prioriteit geven aan veiligheid van de cliënt en grenzen bewaken; zorgend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tegenoverdracht

A

emotionele reactie van de therapeut t.a.v. de cliënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Salutogenese

A

nieuwe objectrelaties vormen factoren die de gezondheid stimuleren i.p.v. de oude objectrelaties proberen op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Correctieve ervaringen

A

Nieuwe objectrelaties die superieur worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Agency

A

therapeut biedt cliënt verschillende paden aan die de cliënt mogelijks kan bewandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly