interpersoonlijke communicatie Flashcards
(communicatie en communicatieproces)
definitie zender
Degene die start met het communiactieproces en die een boodschap verstuurt.
(communicatie en communicatieproces)
definitie ontvanger
Persoon/Doelgroep die de boodschap ontvangt.
(communicatie en communicatieproces)
definitie boodschap
Communicatie-inhoud die de zender aan de ontvanger wil overbrengen.
(communicatie en communicatieproces)
definitie medium of kanaal
“Iets” dat tussen de zender en de ontvanger zit en dat de boodschap kan transformeren.
(communicatie en communicatieproces)
definitie context of situatie
De totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt, zoals een situatie of betrokken personen. De context of de situatie is achtergrond of referentie van een uitdrukking, idee of gebeurtenis waaraan het zijn betekenis krijgt.
(communicatie en communicatieproces)
definitie ruis
Alle factoren die ervoor zorgen dat de boodschap niet overkomt zoals de zender het had bedoeld. Dit kan interne ruis zijn of externe ruis.
Externe ruis is als er iets buiten de zender en de ontvanger stoort, zoals de herrie van een overkomend vliegtuig.
Interne ruis wil zeggen dat de ontvanger niet in staat is om de boodschap te begrijpen, of dat de zender bijvoorbeeld zijn gedachten niet goed onder woorden kan brengen.
(communicatie en communicatieproces)
definitie feedback
Reactie die de zender krijgt van de ontvanger. Uit deze reactie kan de zender concluderen of de boodschap is overgekomen zoals hij had bedoeld.
(communicatie en communicatieproces)
definitie terugkoppeling
De reactie die de zender geeft op de feedback. Bijvoorbeeld: de ontvanger bedanken of de boodschap nog een keer zenden, maar dan harder of anders.
(communicatie en communicatieproces)
definitie encoderen
Het omzetten van gedachten in een code, zoals woorden, lichaamstaal, plaatjes, …
(communicatie en communicatieproces)
definitie decoderen
Het omzetten van een code in gedachten.
(communicatiemodellen) ( uitleg =… )
Communicatie is het proces waardoor een zender bewustzijns inhoud overdraagt of tracht over te dragen aan één of meerdere ontvangers en die dat middel van een kanaal, signalen en/of tekens.
Het communicatiemodel van Fauconnier
(communicatiemodellen) ( definitie =… )
Het communicatiemodel van Fauconnier
Communicatie is het proces waardoor een zender bewustzijns inhoud overdraagt of tracht over te dragen aan één of meerdere ontvangers en die dat middel van een kanaal, signalen en/of tekens.
(communicatiemodellen) (definitie = ?)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma I = ?
Het is onmogelijk om niet te communiceren.
(communicatiemodellen) (definitie = ?)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma II = ?
Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect.
(communicatiemodellen) (definitie = ?)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma III = ?
De aard van de betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de interactie tussen de communicerende personen, de waarheid bestaat niet.
(communicatiemodellen) (definitie = ?)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma IV = ?
Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
(communicatiemodellen) (definitie = ?)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma V = ?
Communicatie tussen mensen is symmetrisch of complementair.
(communicatiemodellen)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma I, er kan storing in de communicatie optreden als = …
→ De communicatie ontkend wordt (niet antwoorden).
→ De communicatie afgewezen wordt (met jou wil ik niets te maken hebben).
→ De communicatie eenzijdig wordt beëindigd.
(communicatiemodellen)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma II, er kan storing in de communicatie optreden als = …
→ Je een slechte relatie hebt met elkaar, wat het praten over de inhoud bemoeilijkt.
→ Er onenigheid over de inhoud op de relatie wordt overgedragen.
→ Men probeert de relatie uit de communicatie te houden.
(communicatiemodellen)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma III, er kan storing in de communicatie optreden als = …
→ Het eigen gedrag gerechtvaardigd wordt door het gedrag van de ander (ik deed dat, omdat jij of hij…).
→ Er self fulfilling prophecy optreedt: men neemt een houding aan waardoor een reactie wordt uitgelokt. Vervolgens ziet men zich bevestigd in zijn mening (zie je wel…) en men verandert de houding hierdoor niet.
(communicatiemodellen)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma IV, er kan storing in de communicatie optreden als = …
→ Er geen samenhang te vinden is bij de gesprekspartners.
→ De analoge communicatie verkeerd wordt geïnspireerd, bijvoorbeeld door iemand die lacht op het verkeerde moment.
→ Als de analoge en digitale communicatie elkaar tegenspreken, bijvoorbeeld als iemand zit met de armen en benen over elkaar, wilt dat zeggen dat hij “openstaat”.
(communicatiemodellen)
De communicatie-axioma’s van Watzlawick:
axioma V, er kan storing in de communicatie optreden als = …
→ De gesprekspartner enkel overeenkomsten zoeken.
→ De gesprekspartners te veel op hun standpunten blijven staan en geen overeenkomsten zoeken.
(communicatie doelen) (opsomming geven)
1) ?
2) ?
3) ?
4) ?
5) ?
1) informatie geven
(op de hoogte stellen)
2) overtuigen
(doen geloven)
3) adviseren
(aanbevelen)
4) bewustmaken
(tot besef brengen)
5) verbinden
(in samenhang brengen)
(vormen van communicatie) (definitie)
verbale communicatie = …
Je brengt een boodschap over met woorden. Dat kan zowel schriftelijk als mondeling.
(vormen van communicatie) (definitie)
non-verbale communicatie = …
Je brengt een boodschap over zonder woorden. Dat kan op verschillende manieren:
1) Bewegingen die je maakt met je lichaam, bijvoorbeeld handgebaren.
2) Je houding, bijvoorbeeld of je je armen over elkaar hebt of niet.
3) Oogcontact, hoe meer oogcontact je maakt, des te betrouwbaarder komt je over op anderen.
4) Stemgeluid, bijvoorbeeld toonhoogte en de snelheid waarmee je spreekt.
5) Lichamelijke nabijheid, hoe intiem ben je met elkaar?
6) Gezichtsuitdrukking, bijvoorbeeld glimlachen, knipperen met je ogen of de stand van je wenkbrauwen.
7) Lichamelijke reacties, zoals blozen, zweten en zenuwtrekjes.
(vormen van communicatie)
Je brengt een boodschap over met woorden. Dat kan zowel schriftelijk als mondeling. = … communicatie
verbale communicatie
(vormen van communicatie)
Je brengt een boodschap over zonder woorden. Dat kan op verschillende manieren:
1) Bewegingen die je maakt met je lichaam, bijvoorbeeld handgebaren.
2) Je houding, bijvoorbeeld of je je armen over elkaar hebt of niet.
3) Oogcontact, hoe meer oogcontact je maakt, des te betrouwbaarder komt je over op anderen.
4) Stemgeluid, bijvoorbeeld toonhoogte en de snelheid waarmee je spreekt.
5) Lichamelijke nabijheid, hoe intiem ben je met elkaar?
6) Gezichtsuitdrukking, bijvoorbeeld glimlachen, knipperen met je ogen of de stand van je wenkbrauwen. = … communicatie
non verbale communicatie
(non-verbale communicatie)
lichaamstaal = …
Geheel van communicatieve boodschappen dat door middel van gebaren, mimiek, lichaamshouding, stemgeluid en oogcontact wordt overgebracht.
(non-verbale communicatie)
Geheel van communicatieve boodschappen dat door middel van gebaren, mimiek, lichaamshouding, stemgeluid en oogcontact wordt overgebracht. = …
lichaamstaal