Internationale Financiële transacties in de praktijk Flashcards
Löber/Barclays
Bij puur economisch verlies in de context van de prospectus liability kan – onder artikel 7(2) Brussel I bis- de plek waar de de ‘harmful event’ occurred in de woonplaats van de claimant zijn.
VEB/BP
Het enkele aanhouden van aandelen in een jurisdictie, is niet voldoende om rechtsmacht af te dwingen voor een rechtszaak. Dit kan wel in de jurisdictie waar een bedrijf beursgenoteerd is en aan haar openbaarmakingsverplichtingen heeft voldaan.
Albaniabeg Ambient/Enel c.s
Het staat de nederlandse rechter vrij om zelf een oordeel te vellen of een buitenlands rechtelijke oordeel hier wordt erkent. Is het antwoord nee, kan hij het inhoudelijk volledig opnieuw beoordelen, inclusief een eigen verdeling van de bewijslast onder artikel 431 lid 2 rv.
Tilman NV/Unilever supply company AG
Het openbaar stellen van de algemene voorwaarde op een website is geldig. Zolang deze maar voldoen aan de voorwaarden van artikel 23 lugano. Dat betekent dat een counterparty deze voorwaarden heeft gelezen en kunnen accepteren voordat de overeenkomst zelf is gesloten.
Keerweer/sogelease
Een sale-and-leaseback overeenkomst is niet strijdig met het fiduciaverbod. Het doet meer dan enkel bescherming bieden tegen andere schildeisers. Een partij heeft de volledige eigendom en de andere partij persoonlijke rechten en verplichtingen tegenover de ander.
Bechem/Hansa
In principe gelden de verwijzings regels van artikel 14 Rome I niet alleen voor de obligatoire persoonlijke verhouding tussen cedent en cessionairis maar ook voor de goederenrechtelijke aspecten van een cessie.
Sisal/NBC
In het geval een verordening wordt geind, vervalt het vorderingsrecht en ook het pandrecht hierop. Immers afgeleid recht van het moederrecht. Maar de pandhouder behoudt wel voorrang bij de verdeling van de opbrengst, ook als de pandhouder niet zelf executeert maar een derde. Onder 481 lid 1 RV kan de de pandhouder dit als ‘meest gerede partij’ verzoeken.
Dix/ING
Vordering kunnen rechtsgeldig worden verpand met een verzamelpandakte. Dit betekent dat de bank als gevolmachtigde van de generiek omschreven pandgevers optreedt. Ondanks dat de naam van de pandgevers niet vermeldt zijn, zijn de vordering wel voldoende bepaald in de zin van artikel 3:84 lid 2 BW. De datering van de stampandakte en het volmachtbeding moet dan wel vaststaan.
ASR/Achmea
Op de verjaring van een regresvordering tussen hoofdelijk medeschuldenaren (6:10 lid 2 BW) is de verjaringstermijn van vijf jaar van 3:310 lid 1 BW van toepassing. Gaat lopen op het moment dat de regresvordering ontstaat, zodra een van de hoofdelijke schuldenaren de vordering van de schuldeiser voldoet voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat.
Coface/Intergamma
Verbintenisrechtelijke uitleg van een onoverdraagbaarheidsbeding staat voorop, tenzij uitdrukkelijk is bepaald dat goederenrechtelijke werking is beoogd. Gebruik hiervoor haviltex. Goederenrechtelijk: iets kan niet worden overgedragen. Verbintenissenrechtelijk: iets mag niet worden overgedragen.
De lage landen/ van logtesteijn
Een pandhouder kan zich in faillissement verhalen op de verpande goederen. Dit geldt niet alleen voor vorderingen die bij het uitspreken van het faillissement al bestaan, maar ook voor vorderingen die op dat moment nog toekomstig zijn, maar voortvloeien uit een op dat moment reeds bestaande rechtsverhouding met de gefailleerde. Dit geldt ook voor regresvorderingen van pandhouders/borgen in een wederzijdse zekerhedenregeling.
De enkele rechtsverhouding tussen de hoofdschuldenaar en de bor, is niet een rechtsverhouding die voortvloeit uit een op de dag van faillietverklaring reeds bestaande rechtsverhouding met de gefailleerde, tenzij de hoofdschuldenaar partij is bij, of als partij toetreedt tot het overwaarde-arrangement.
Private equity insurance bank/ Swedbank
De houder van een financiële zekerheid als in het hoofdgeding,
waarbij op een bankrekening gedeponeerde contanten aan de bank in pand worden gegeven voor alle vorderingen van de
bank op de rekeninghouder, slechts het recht geeft om die zekerheid te realiseren ondanks het feit dat er ten aanzien van
de zekerheidsverschaffer een insolventieprocedure is ingeleid, indien, in de eerste plaats, de contanten waarop die
zekerheid betrekking heeft vóór het tijdstip van aanvang van die procedure op de betrokken rekening zijn gestort of die
contanten op de datum van aanvang van die procedure op die rekening zijn gestort en de bank heeft aangetoond dat zij
geen kennis had, noch diende te hebben, van de aanvang van die procedure en, in de tweede plaats, de houder van die
rekening werd belet om over die contanten te beschikken na de storting ervan op die rekening
ABN Amro/ Woningborg
In beginsel geldt dat een bank
bij het stellen van een bankgarantie geen acht behoeft te slaan op de onderliggende
rechtsverhouding tussen haar opdrachtgever en de begunstigde. Het is echter niet
uitgesloten dat een bank onder bijzondere omstandigheden zich de voor haar kenbare
belangen van de begunstigde moet aantrekken..
Rabobank/Ten berge
Een goed moet eerste overdraagbaar zijn, voor er beperkte rechten zoals een pandrecht op kan worden gevestigd. In dit geval is er een beding voor onoverdraagbaarheid afgesloten in de zin van artikel 3:83 lid 2 BW en daarmee is het dus ook onoverdraagbaar in de zin dat er geen pandrecht op kan worden afgesloten.
Pierson/Onderdrecht
Uit de overwegingen van de Hoge Raad volgt
dat ook in geval van een bankhypotheek als
hoofdregel geldt dat het hypotheekrecht strekt
tot zekerheid voor alle gesecureerde vorderingen
en dat het als afhankelijk recht die vorderingen
volgt. Bij de overgang van een of meer van de
door het hypotheekrecht gesecureerde vorderingen gaat het hypotheekrecht (gedeeltelijk) met
die vorderingen mee over op de verkrijger. Een
dergelijke overgang is volgens de Hoge Raad
niet in strijd met de aard van een bankhypotheek.
Bannenberg/NMB-Heller
De constructie van een overwaardearragenment (schuldeiers kunnen profiteren van overwaarde van zekerheden van elkaar. Schuldenaar verplicht zich contractueel enige betaling onder schuldeisers voor zijn rekening te nemen op op de eerste verzoek te voldoen), niet naar inhoud of strekking in strijd is met een regel of beginsel van goederenrecht of faillissementsrecht.
Borgtochconstructie is goedgekeurd door de HR en daardoor rechtsgeldig.
BTL/Van Summeren
Een aantal punten over de sale and lease back constructie (sogalease/keereweer arrest) verduidelijkt:
- Wanverhouding tussen vordering en waarde van overgedragen zaken kan bijdragen aan het oordeel dat het geen werkelijke overdracht is (Dus fiducia verbod)
- Uitleg sale and lease back vindt plaats via haviltex maatstaf.
- Schuldenaar beroept zich dat het eigendomsoverdracht een geldige titel ontbeert, moet hij dit ook bewijzen. Hij moet zijn stelling hier dus bewijzen
Ingerwersen/ING commercial finance
Het aangaan van een overwaardearrangment door de schuldenaar (nadien gefailleerde), geldt hier als een onverplichte rechtshandeling. De conctractuele verplichting tot aanvullende zekerheid schiep hier in deze context geen verplichtingen. Verplichtingen om eventuele regresvorderingen te voldoen, kan niet worden gelijkgesteld met het direct vestigen van aanvullende zekerheid ten gunste van de gewaarborgde schuldeiser.
ABN AMRO/Marell
de bevoegdheid van de bank om de aan
haar verpande vordering te innen, omvat tevens de bevoegdheid
tot uitwinning van de aan die vordering verbonden
zekerheidsrechten. Deze inningsbevoegdheid vloeit voort uit het
pandrecht en strekt tot het beloop van de vordering waarvoor het
pandrecht is verstrekt
Van Dooren/Bowie recycling
De rangorde van pandrecht wordt normaal gesproken bepaald door tijdstippen. Maar rangwijziging voor pandrechten is mogelijk via analoge toepassing van artikel 3:262 BW (Welke voor hypotheken geldt). Dus de regeling voor rangwijziging voor panden wordt hetzelfde ingevuld als die voor hypotheken.
Daarbij komt de HR deels terug op ABN Amro/Marell: de
inningsbevoegdheid strekt zich uit tot alle vorderingen die door
de pandgever aan de pandhouder zijn verpand, ongeacht het
beloop van de vordering tot zekerheid waarvan het pandrecht is
verstrekt.
ING/Gunning q.q.
54 fw, staat er niet aan in de weg dat een pandhouder, die met een pandgever een afwijkende verkoop in de zin van 3:251 lid 2 BW is overeengekomen, verrekent met (een deel van) de schuld die de gever aan de pandhouder heeft, ongeacht goede trouw of niet. Bijschrijving op naam client kan ook betaling aan giro-instelling constitueren.
De kerseboom/ontvanger
girale betaling is verbintenissenrechtelijke figuur,
ontstaan en tenietgaan vorderingen en schulden, niet “houden” van gelden in
goederenrechtelijke zin
ING/Manning q.q.
De verbintenis van een bank om overeenkomstig een instructie van haar rekeninghouder een betalingsopdracht ten laste van het saldo van de rekeing-courant uit te voeren. Ontstaat pas op het moment dat die instructie wordt gegeven. Het feit dat het geld er staat en dus of uitbetaald kan worden of overgeboekt, is niet afdoende om al aan te nemen dat de verbintenis al bestaat.
Huijzer/Rabobank.
Een verbintenis tot het doen van een betaling voor een bank ontstaat op het moment dat de rekeninghouder een door de bank aanvaarde concrete betalingsopdracht verstrekt. Dan is de bank gerechtigd het creditsaldo met een corresponderend bedrag te verminderen. Het enkele feit dat de verhouding tussen rekening courant en bank al bestond is niet afdoende voor het aannemen van een verbintenis.