internal 2.3 SPSS Flashcards

1
Q

soorten onderzoeks vragen 3

A

frequentie, verschil, samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nominaal meetniveau

A

een antwoord waarbij geen combinatie mogelijk is, je bent man of vrouw een of t ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ordinaal meetniveau

A

wel een verschil tussen meer en minder maar dit is niet in nummers uit te drukken. verschhil tussen havo en vmbo of goud en zilver.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

interval meetniveau

A

verschil is in nummers uit drukbaar, zoals tempratuur gwwn sprake van een nulpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ratio meetniveau

A

verschil is ook in nummers uitdrukbaar maar hierbij is wel een nulpunt zoals gewicht en lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

continue variabelen

A

stellen een rechte lijn voor waarbij tussen waarden alle mogeljke andere waarden liggen zzoals lengte, leeftijd, intiligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

discrete variabelen

A

variabelen die alleen hele waarden kunnen aannemen zoals het aantal kinderen dat iemand heeft of auto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beschrijvende statistiek

A

bij een populatie onderzoek,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

inductieve staistiek

A

bij steekproef, wanneer je over een populatie uitspraak wilt doen dmv het onderzoeken van een gedeelte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

normaalverdeling

A

symmetrie van beiden kanten en vorm van een klok eerder pyramide maar oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

significantie

A

overschrijdingskans is kleiner dan 5 % of bij grotere steekproeven met meer dan 1000 mensen kleiner is dan 1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly