Inleiding Flashcards
Economie=
*gebruik van middelen(tijd&geld)(=schaars) en menselijke doelstellingen/behoeften(=onbegrensd,materieel)
* eco = oikos(Grieks) nomie=nomos
huis-regels; geheel van regels ivm huishouding
*menswetenschap/humane wetenschap
* beleidswetenschap/politieke wetenschap
*2 betekenissen;
1) economy; economisch= zuinigheid
2) economics; wetenschappelijke discipline/vakgebied; geheel van productieve activiteiten
Schaarste=
= economische eigenschap
spanning tussen middelen/instrumenten en doelstellingen/behoeften
*tijdruimtelijk gebonden
*wordt niet opgelost door meer middelen; behoeften(=onbegrensd)
dus wanneer meer middelen ook meer behoeften
Economische rationaliteit=
*Vanwege schaarste moeten er keuzes gemaakt worden; zoveel mogelijk doelstellingen, zo weinig mogelijk middelen
*aanbieders; wanneer prijs stijgt van product/dienst= meer rentabiliteit->meer aanbieden
prijsdaling-> minder aanbieden
*vragers; prijs stijgt-> minder kopen
prijs daalt -> meer kopen
*verstandige keuze is persoonlijk
*prijszetter; aanbieder; zo hoog mogelijk
vrager; zo laag mogelijk
Econoom=
2 betekenissen:
1) ‘huismeester’; verantwoordelijk voor het economaat(= materiële beheer van instelling)
2) iemand die economie afgestudeerd heeft(vakgebied)
welvaart=
toestand van voorspoed, van volle (materiële) bevrediging
*verkrijgen door productie, consumptie; schaarse hulpmiddelen voor nodig
contemplatief=
mensen die behoeften bewust laag houden
Economische kost:
- monetaire kost: prijs die je moet betalen
* opportuniteitskost: gederfde opbrengst van keuze
Voorbeelden economisch probleem van schaarste
- mobiliteit
- hulpmiddelen voor transport gestegen, maar de behoeften nog sterker gestegen
- steeds meer schaars goed met hoge prijs voor individu, milieu, samenleving
- file
- voeding
- in rijke landen geen tekort aan voedsel, maar koopkracht-> hogere eisen(ecologisch, gezond, levensbeschouwing)
Wat zijn de productiefactoren?
gezinnen eigenaar van:
a) - arbeid( menselijke prestaties)
b) - kapitaal( door de mens vervaardigde uitrustingsgoederen/infrastructuren)
- grondstoffen( door de natuur ter beschikking gestelde hulpbronnen); daarvoor a) en b) nodig om te gebruiken
primitief systeem=
gezin(gezinsverbanden/clans) produceert voor eigen gebruik
*gezinnen en bedrijven vallen samen
output=
goederen en diensten voor consumptie/voor productieproces in ander bedrijf/ aan buitenland of overheid
commando-economie:
overheid regelt alles
ruilhandel=
betalen met goederen, diensten, productiefactoren
Is ons land een zuivere markteconomie?
De markteconomie is dominant maar ons land heeft een gemengde economie met wisselende eigenschappen.( dus ook deels commando-economie, primitieve economie)
*in markteconomie; gezinnen en bedrijven leveren prestaties aan elkaar in ruil voor tegenprestatie(geld); aan iedere stroom beantwoordt een tegenstroom;
houden elkaar globaal financieel in evenwicht; economische kringloop
prijs=
verhouding tussen prestatie en tegenprestatie uitgedrukt in aantal geldeenheden