inleiding Flashcards
approximaal
tussen de tanden
interdentaal
onder contactpunten tussen de tanden
paramediaan
langs de middelijn
ramfjordelementen
16, 21, 24, 36, 41, 44
wat bevat de gekeratiniseerde gingiva?(2)
marginale gingiva + aangehechte gingiva
marginale (vrije) gingiva
deel van de gingiva dat niet aangehecht is aan de tand en loopt van de marginale gingivarand tot de vrije gingivale groeve
aangehechte gingiva
loopt van de vrije gingivale groeve tot aan de mucogingivale grens
vrije gingivale groeve
ondiepe depressie in de gingiva, komt vaak overeen met de bodem van de sulcus
wT scheidt de mucogingivale grens?
gekeratiniseerde gingiva van de orale mucosa of het wangslijmvlies
sulcus
ruimte tussen de marginale gingivarand en het aanhechtingsepitheel
stelling; sulcusepitheel is niet gekeratiniseerd omdat het doorlaatbaar moet zijn voor de creviculaire vloeistof(semi permeabel)
juist
wat is creviculaire vloeistof?
permanent exsudaat zoals serum in de sulcus met antimicrobiële en ontstekingsremmende eigenschappen dankzij producten zoals monocyten en granulocyten
van waar tot waar loopt het aanhechtingsepitheel?(junctionel epithelium)
loopt van de bodem van de sulcus tot aan de glazuurcementgrens
van waar tot waar loopt bindweefselvezelige aanhechting (dentogingival junction)?
begint onder het aanhechtingsepitheel en loopt tot aan de alveolaire botrand
functie bindweefselvezelige aanhechting
trekt vrije gingiva en het aanhechtingsepitheel naar de tand toe om de bacteriële infiltratie te voorkomen
biologische ruimte (biological width)
afstand in mm van het meest coronaal gelegen aanhechtingsepitheel tot de meest apicaal gelegen bindweefselvezelige aanhechting
wat gebeurd er als er een inbreuk wordt gedaan op de biologische ruimte?
gingiva hypertrofie
functie van parodontaal ligament(4)
- garandeert biologische activiteit van cementum en bot
- via bloed en lumfevaten in het PDL worden bouwstenen aangevoerd en afvalstoffen afgevoerd
- PDL houdt de tand stevig vast en maakt fysiologische beweeglijkheid mogelijk
- doorgeven van motorische en gevoelssensaties via n. trigeminus netwerk
histologische pocket
afstand in mm van de marginale gingivarand tot de meest coronaal gelegen bw-vezelige aanhechting
klinische pocket
afstand in mm van het meest coronaal gelegen aanhechtingspunt tot aan de glazuurcementgrens
CAL (clinical attachment level) meting
afstand in mm van een vast punt (GCG) tot aan de meest coronaal bindweefselvezelige aanhechting
pseudopocket
valse pocket, door gingiva hypertofie lijkt de pocketdiepte groter
pocketdiepte
afstand in mm van de marginale gingiva tot de meest coronaal gelegen bindweefselvezelige aanhechting
noem 3 voorbeelden waardoor een foute pocketmeting kan ontstaan
- door een kromme wortel
- door tandsteen
- door overhangende vullingen
intrabonypocket
pocket die onder of in het bot gelegen is
recessie
apicaalwaartse beweging van de marginale gingiva voorbij de glazuur cementgrens
aanhechtingsverlies
som van de pocketdiepte en de recessie
sulcus bleeding index 0-5
0 = gezond 1= bloeding 2 = verkleuring 3 = lichte zwelling 4 = hevige zwelling 5 = spontaan bloeden
navy plaque index 0-3
0 = geen plaque 1 = plaque strikt vestibulair 2 = plaque aan gingivarand strikt vestibulair 3= plaque approximaal
waarom heeft het aangehechte epitheel geen submucosa?
omdat het bestand moet zijn tegen kauwkrachten en trauma tgv poetsen
3 kenmerken van junctional epithelium (aanhechtingsepitheel)
- het is de overgang van uitwendig en inwendig milieu
- tijdens eruptie van de tand verschuift het aanhechtingsepitheel mee apicaalwaarts
- ondersteund door de onderliggende binsweefselvezels en de hemi-desmosomale binding met het glazuur vormt het aanhechtingsepitheel een dichte seal
waar liggen de Sharpey vezels?
liggen ingebed tussen het cementum en de alveolaire botrand