Inkomstenbelasting Flashcards

1
Q

Wat is het personele toepassingsgebied?

A
  • Inkomstenbelasting is van toepassing op inwoners van België dus natuurlijke personen. Dan bent u belastbaar op uw wereldwijd inkomen als u inwoner bent. Dit is een onbeperkte belastingplicht: zowel buitenlandse activiteiten als beleggingen.
    • Gevolg: risico om juridisch dubbel belast te worden maar dit is een rem aan het internationaal verkeer en de Europese interne markt dus art. 155.
  • Er is een andere interne bepaling die zegt dat als u in buitenland belastingen betaald op interesten dan gaan we in België die buitenlandse belastingen aftrekken van de binnenlandse belasting, maar die regel geldt niet voor dividenden.
    • Dus als u in België een dividend ontvangt van Franse bron wordt u dubbel belast. Zo’n maatregelen zorgen ervoor dat je niet grensoverschrijdend kan werken en dat de interne markt niet wordt gerealiseerd.
    • Vandaag worden die interne maatregelen overruled door allerlei internationale verdragen waar we afzonderlijk gaan afspreken wie wat mag belasten en dat is voor elk soort inkomen. De bedoeling is de heffingsbevoegdheid over te hevelen tussen de landen om dubbele belasting te vermijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het aanslagjaar in?

A
  • Annualiteitsprincipe: de personenbelasting wordt gevestigd op jaarbasis. Dit is het inkomen dat is gerealiseerd in het kalenderjaar. Voor vennootschap een boekjaar.
  • Aanslagjaar is het jaar waarin de belasting wordt gevestigd. Dat is het jaar dat volgt op het jaar van het belastbaar tijdperk = 2018, aanslagjaar 2019.
  • Alle bedragen zijn geïndexeerd, er is een indexstop geweest en alle bedragen zijn aangepast in het wetboek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen we met een woonplaatsconflict?

A
  • Twee vermoedens ingevoerd:
    1. Inschrijving in een bevolkingsregister is een weerlegbaar vermoeden dat u inwoner bent in België. Dat speelt in het voordeel van de fiscus.
      • Bv. als u zich ingeschreven bent in het bevolkingsregister van Antwerpen dan is hij weerlegbaar een Belgisch inwoner. Hij kan zelf het tegenbewijs leveren. U kan dan zelf een tegenbewijs dat u duurzaam verblijft in het buitenland en dat u bijvoorbeeld daar vastgoed heeft.
    2. Vestigingsplaats van het gezin, de ligging van de gezinswoning = onweerlegbaar vermoeden. Bij gehuwden kan niemand tegenbewijs voeren voor gehuwden en wettelijk samenwonenden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zit het met gehuwden en hun aangifte?

A
  • Gehuwden en wettelijke samenwonenden dienen één aangifte in, maar worden elk apart belast op zijn eigen inkomsten. Dan ziet u linkerkolom de inkomstentypen en dan twee rechterkolommen voor beide partners. De berekening van de inkomsten gebeuren volledig gescheiden.
  • Eigen inkomsten: hiervoor wordt gekeken naar het huwelijksvermogensrecht om te bepalen of iets eigen is of niet.
    • Bv. als je een huis koopt met spaargeld is het gemeenschappelijk vermogen en is men elk belast voor de helft.
  • Inkomsten van kinderen: als het wettelijk genot bij ouders ligt, komt het bij de ouders.
  • Sinds 2015: Je wordt ook belast op inkomsten die je niet hebt gekregen als je die hebt gevestigd in laag belaste vennootschappen en trusts. Dat is de zogenaamde kaaimantaks. Dat is de strijd tegen de belastingparadijzen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de belastbare grond?

A
  • In principe ben je nooit belastbaar op uw bruto-inkomen, maar belastbaar op uw netto-inkomsten. De vier inkomsten gaan in principe samengevoegd tot het gezamenlijk belastbare netto-inkomen:
    • Onroerende inkomsten en bedrijfsinkomsten worden samengevoegd.
  • Afzonderlijk belast:
    • Alle roerende inkomsten en diverse inkomen.
      • Uitzondering: het ontvangen van onderhoudgeld.
  • Progressief belast:
    • Onroerende inkomsten, bedrijfsinkomsten en ontvangen onderhoudsgelden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het personaliteitsprincipe?

A
  • Inkomsten die in hoofde van een natuurlijk persoon belastbaar zijn, blijven principieel beperkt tot de inkomste die door hem gerealiseerd werden, of aan hem kunnen toegerekend worden.
  • Dit wordt door verschillende bepalingen doorbroken:
    1. Onroerende en roerende inkosmten van minderjarige kinderen worden fiscaal toegerekend aan hun ouders, die het wettelijke genot hebben van deze inkomsten: art. 126, §4 WIB.
    2. Inkomsten uit juridische constructies = doorkijkbelasting of kaaimantaks. Uitzondering: kwalificatie van dividend primeert op de doorkijkbelasting.
    3. Artikel 344, §2: ‘papieren tijger’: wordt zeer zelden toegepast.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat met diplomaten?

A
  • Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren worden steeds geacht Belgisch rijksinwoner te zijn en dus aan de personenbelasting onderworpen blijven. Dit geldt ook voor hun inwonende gezinsleden.
  • Op voorwaarde van wederkerigheid geldt voor niet-Belgische diplomatieke ambtenaren worden niet gezien als Belgische inwoners en zijn dus niet onderworpen aan de inkomstenbelasting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de opbrengsten van onroerende goederen?

A
  1. Ongebouwde onroerende goederen: waar geen percelen op staan.
  2. Gebouwde onroerende goederen: dit kan alle constructies zijn
  3. Materieel en de outillage:
    1. Uit hun aard: art. 519 BW
    2. Door bestemming: art.524 BW
  • Dit is enkel als het inkomsten zijn uit privékarakter want anders kunnen het volgens art. 37 inkomsten worden uit professionele activiteit en dit heeft andere verplichtingen: sociale zekerheid, beroepsinkomsten,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het belastbaar moment bij onroerende inkomsten?

A
  • In principe zijn onreorende inkomsten belastbaar in het belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige ze verkregen heeft (taxatie op cashbasis: art. 360 WIB)
  • Belastbaar moment bij huur: kan gebeuren dat er op 1 moment huurgelden voor meerdere jaren wordt betaald dan mag dat bedrag gespreid worden over de verschillende jaren vanaf 1 januari van het belastbaar tijdperk waarin die last is betaald of gedragen: art. 7, §2.
    • Belangrijk voor progressieve belastingtarieven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het kadastraal inkomen?

A
  • Elk in België gelegen onroerend goed heeft een kadastraal inkomen. Fiscus waardeert elk onroerend goed in België. Waardeert in de zin van ‘bepaalt welk inkomen, dat men kadastraal inkomen noemt, aan dit onroerend goed toebehoort’. Dat kadastraal inkomen is een geschat inkomen, netto-inkomen.
    • Ze weet welke kosten, hoeveel huuropbrengsten mogelijk zijn = geïmputeerd inkomen (gallicisme).
  • Geen definitie in het WIB dus kijken naar het BW voor de definitie van onroerend goed. Dus al de burgerlijke complicaties van onroerend door bestemming gelden ook het fiscaal recht.
  • Als je uw onroerend goed niet verhuurt, kan je belast worden op dat geïmputeerde inkomen. Als je uw onroerend goed niet verhuurt en er zelf in woont dan ben je principieel belastbaar op dat kadastraal inkomen. Men wil ze allebei taxeren, want dan taxeer je de uitgespaarde kost als je iemand taxeert dat er zelf woont.
  • Bevoegd daarvoor is de AAPD = Algemene Administratie Patrimonium Documentatie. 1000 ambtenaren maar die administratie is gigantisch onderbemand. De laatste algemene schatting van vastgoed was in 1980 = perequatie.
    • Sindsdien is al het vastgoed niet meer herschat geworden. Nieuw vastgoed wordt wel herschat → Leidt tot gigantische discriminatie en oneerlijkheid.
    • Bv. Ukkel heel oude, maar zeer dure huizen. Die hebben kadastraal inkomen van 1980 dat niet meer is aangepast. Er zijn sociale woningen die nieuw gebouwd zijn die een hoger kadastraal inkomen hebben dan een enorme villa met tuin.
  • Wat hebben we gedaan om die discriminatie een beetje weg te werken? We hebben twee dingen gedaan:
    • Kadastraal inkomen indexeren jaarlijks. Dus ineens is dat 40 % erbij in 1995. Belastingplichtige is de eigenaar/vruchtgebruiker/opstalhouder/erfpachter → Die 4 genereren opbrengst uit het onroerend goed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt je belast op niet-verhuurde gebouwen?

A
  • Niet-verhuurde gebouwen: de eigenaar woont zelf in dat gebouw: kadastraal inkomen + 40 %: inhaalbeweging van de jaren ‘90 geldt enkel voor gebouwen en niet op gronden. Maar het eigen woonhuis is vrijgesteld.
    • Dit is te danken aan Verhofstadt en zijn regering. Toen is er besloten om de mensen niet meer te taxeren op de geïmputeerde opbrengst van hun eigen woning. Dus eigen woning is vandaag de dag niet meer belastbaar.
    • De uitzondering voor de eigen woning geldt voor de eerste woning. Het is te zeggen, de gezinswoning. Daar waar het hoofdverblijf is gevestigd. Verhuur aan particulier voor niet beroepsmatig gebruik.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat als bij verhuring de huurder het pand beroepsmatig gebruikt?

A
  • Niet langer meer belast op het KI, maar op reële huur. Hier is minder risico op collusie, want de huurder en verhuurder geen incentive op de prijs te verhogen of verlagen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat met pachtwetgeving en de inkomsten uit onroerende goederen?

A
  • Pachtwetgeving: belastbaar op kadastraal inkomen: hiervoor is geen ratio legis, dit komt door de sterke Boerbond en hun lobbygroep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zit het met inkomsten uit erfpacht en opstal?

A
  • Zakelijke rechten, heel veel fiscaal misbruik.
    • Recht van optstal: max. 50 jaar: dan natrekking en krijg ik het gebouw als eigenaar van de grond.
  • De canons worden belast: de reële inkomsten die u krijgt door de vestiging opstalrecht en opstalrecht.
    • Artikel 10: dit is in 1 keer. Wetgever schrik dat er prijsbewimpeling gaat zijn dus kan herwaarderen.
  • Erfpacht = huur van minimum 27 jaar tot 99 jaar. Contract is onopzegbaar dus je hebt een heel vaste inkomstenstroom.
  • Vruchtgebruik is niet belastbaar –> legaliteitsbeginsel: het staat niet in de wet en is dus niet belastbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe zit het met de aftrek van kosten bij onroerende goederen?

A
  • Indien je belast wordt op KI dan mag je geen kosten aftrekken omdat het KI een geschat netto-inkomen is –> heel streng van de fiscus.
    • Je kan procedure opstarten als je het niet eens bent met de waarde van de KI.
  • Als je belastbaar inkomen gelijk is aan je huurinkomen, dan mag je kosten aftrekken:
    • Forfait van 40 % = heel genereus. Je moet geen reële kosten bewijzen omdat een particulier belegger moet je niet opzadelen met boekhoudverplichtigen.
    • Maar de fiscus vondt dit toch te genereus dus nu beperkt tot 2/3de van het gerevaloriseerde KI: dit is dus het KI, niet geïndexeerd maal de revoalorisatiecoëfficiënt = 4,39.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de volledige vrijstelling van het KI?

A
  • Sommige gebouwen zijn volledig vrijgesteld van kadastraal inkomen.
    • Artikel 12: eigenaars van gebouwen voor onderwijs, erediensten, ziekenhuizen,…
  • Dus dan geen federale belasting en ook geen regionale belasting want de onroerende voorheffing is een percentage van het KI.
  • Eigen woning is ook vrijgesteld: de gezinswoning
    • Dit is ook als je 6m bent weggeroepen voor een humanitaire missie blijft dit je eigen huis.
    • Ook als je het pand niet kunt betrekken omwille van sociale redenen: bent zwaar ziek en moet 6 maanden in het ziekenhuis blijven: dan kan je nog steeds die vrijstelling behouden.
    • Dit is echter enkel voor de federale personenbelasting en je gaat nog wel onderworpen zijn aan de onroerende voorheffing etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de onroerende voorheffing?

A
  • Dit is een oneigenlijke regionale belasting: het is niet echt een voorheffing, maar meer een belasting, ze hebben hier een regionale belasting van gemaakt. Vroeger was het nog wel een voorheffing op de personenbelasting, maar niet meer.
    • In 2002 overgeheveld naar de regio’s = zuiver regionale belasting.
    • Je gaat nooit een regionale belasting kunnen aftrekken van een federale belasting dus het zou onlogisch zijn moest het een voorheffing zijn: elk zijn eigen portfeuille.
  • Het is een vermogensbelasting op vastgoed: een aantal procenten van het KI.
  • Tarief in Vlaanderen: 3,97:
    • Veel vrijstellingen want dat mag Vlaanderen doen, samen met grondslag verminderen en tarief wijzigen. Veel vrijstellingen op bedrijfsvastgoed, machines en routenering: dit is niet zo in Brussel of Wallonië.
  • De onroerende voorheffing wordt veel zwaarder door de provinciale en gemeentelijke opcentiemen! Dit mag volgens artikel 364 WIB.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de categorieën roerende inkomsten?

A
  1. Inkomsten uit risicodragend kapitaal:
    • Aandelen: die brengen dividenden op, winst van een vennootschap na belasting.
  2. Inkomsten uit niet-risicodragend kapitaal:
    • Alle schuldinstrumenten met vaste rente: obligaties, kasbons, termijnrekeningen, interest, leningen
  3. Inkomen uit verhuring van (on)lichamelijke roerende goederen
    • Royalties: vooral bij octrooien
  4. Lijfrenten
  5. Auteursrechten

Belangrijk: opnieuw het onderscheid of hij dit doet in functie van zijn beroep of in functie als privépersoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe worden roerende inkomsten belast?

A
  • Roerende inkomsten worden niet geglobaliseerd. Die worden dus niet bijgeteld bij de onroerende en bedrijfsinkomsten die samen progressief worden belast.
    • Nee: afzonderlijk belastbare inkomsten = ADI’S.
    • Basisregel tarief: 30 procent.
  • Dit is via voorheffingen: dit wordt ingehouden aan de bron namelijk 30 %.
    • Sommige wel vrijgesteld: lijfrentes en huurinkomsten.
    • Buitenlandse roerende inkomsten zijn vrijgesteld van roerende voorheffing, maar je moet ze wel aangeven: dit komt doordat er geen extraterritoriale fiscale wetgeving is buiten het Belgische grondgebied: je kan geen verplichtingen opleggen aan een buitenlandse bank.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de bevrijdende roerende voorheffing?

A
  • De belasting wordt betaald via de inhouding aan de bron door de betaler. Ze zijn al belast en je moet ze dus niet aangeven in uw aangifte:
    • Bevrijdende roerende voorheffing omdat je al hebt betaald en ze toch niet worden samengeteld bij bedrijfsinkomsten en roerende inkomsten.
  • Geen roerende voorheffing op buitenlandse dividenden en interesten:
    • Deze moet u dus wel inhouden want ze zijn nog niet belast geweest.
  • Auteursrechten altijd aangeven, ook al is de roerende voorheffing ingehouden.
  • Vroeger 1880 vrijstelling voor interesten op spaarboekjes per belastingplichtige maar Michel wil jobs creëren dus beperkt tot 940.
    • Ook een belastingvrije som op dividenden van 640 euro: maar de verplichting blijft aan de betalers van de roerende voorheffing om ze in te houden dus je moet zelf op je aangifte aantonen en dan krijg je 192 euro teruggestort.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom denkt de fiscus dat weinig mensen aanspraak gaan doen op de vrijstelling van dividenden?

A
  • Het is maar 192 euro: dus veel mensen vinden het misschien niet de moeite.
  • Wanneer dat je dat vakje aanduidt moet je zeggen welke aandelen je hebt. Door het feit dat de roerende voorheffing liberatoir is, is het mogelijk om anoniemn in roerende waarden te beleggen. Niemand bij de fiscus weet hoe groot het vermogen is van Belgen die belegen in roerende waarden want dat moet niet aangegeven worden.
    • Er is geen vermogenskadaster.
  • Roerende voorheffing is ook geen voorheffing meeer omdat het een belasting is: het is geen voorschot op de progressieve personenbelasting: het wordt afzonderlijk belast: het is liberatoir en dan is het gedaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe gaat de Belgische fiscus om met buitenlandse roerende inkomsten?

A
  • Op internationaal niveau is de International Reporting Standard gemaakt. Dit is een multilaterale overeenkomst en men heeft alle landen, inclusief de belastingparadijzen gedwongen om gegevens uit te wisselen.
    • Ze mogen zich niet meer achter het bankgeheim verschuilen
  • Alle Belgen ook de verplichting om buitenlandse bankrekeningen in hun Belgische aangifte te vermelden: heel grote sancties als je het niet doet.
    • Verplichting bij het CAP: Centraal aanspreekpunt bij de Nationale Bank om uw buitenlandse bankgegevens: dus zowel in uw aangifte als bij de Nationale Bank.
  • Fiscus kan in het CAP gaan kijken als er:
    1. Aanwijzingen van fraude
    2. Indiciair tekort: je uitgaven kloppen niet met wat je als inkomsten aangeeft. Tekenen en indiciën van welstand: Artikel 341 WIB.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn aandelen?

A
  • 3 kenmerken:
    1. Recht dividend
    2. Recht op liquidatiebonus bij het einde van de vennootschap
    3. Stemrecht.
      • Tegenover het winstbewijs: daarvoor geen stemrecht maar wel voorrang bij dividenden.
  • Dividenden bij aandelen zijn economisch dubbel belast:
    • Dezelfde belasting wordt 2 keer belast: 1 keer winstbelasting binnen de vennootschap zelf en dan ook nog bij de dividend uitkering: de 30 % roerende voorheffing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer zijn dividenden niet belast?

A
  1. Vanaf 1 juli 2013: KMO die wordt opgericht met geld en de dividenden die op dat kapitaal worden uitgekeerd: maar 15 %.
    • Het moet een KMO zijn: art. 15 W. Venn.
    • Het is pas vanaf het 3de jaar, dus de eerste 2 boekjaren geen dividenden: VVPRbis: Verlaagde voorheffing PR = précompte réduit.
  2. Er is VVPRter: Vroeger werden heel veel vennootschappen geliquideerd omdat je zo je winst voor 10 % er kon uithalen en nu dus aangepast naar 25%.
    • Nu liquidatiereserven: je betaalt 10% extra vennootschapsbelasting en dan kan je dat in je liquidatiereserve zetten op je balans, maar dat is de eindheffing, dus als je met pensioen gaat dan moet je hier niet nog eens belasting op betalen.
    • Dus als je 100 winst hebt, eerst 29 vennootschapsbelasting: 71, dan 10 procent extra: 63,9 in de reserves.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal en uitgiftepremies?

A
  • 2 aandeelhouders richten samen een vennootschap op: elk de helft van de aandelen en elk stort 500.000 euro kapitaal. Samen is het maatschappelijk kapitaal dus 1 miljoen.
    • Wat als die 2 zeggen: we hebben een te hoog maatschappelijk kapitaal: we willen een kapitaalvermindering van 200.000 euro?
    • Vennootschapsrechtelijk moet de proportionaliteit van de aandeelhouders worden gerespecteerd dus elk 100.000 euro terug. Dan is het kapitaal 800.000 euro.
  • Wat zijn hier de fiscale gevolgen van?
    • Geen: het is je eigen geld. Het is geen rendement, geen dividend.
    • Bv. je aandeel van Acco terug gaan verkopen waarbij Acco verplicht is terug te kopen = terug inkoop van eigen aandelen door Acco.
    • Zie artikel 18, 2: terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal zijn onbelaste verrichten op dubbele voorwaarde:
      1. Het kapitaal moet worden terugbetaald.
      2. Je moet de vennootschapswetgeving hebben nageleefd: dus de specifieke regels over kapitaalvermindering. Notariële algemene vergadering, notariële akte, gelijkheid van de aandeelhouders, 2 maanden wachten. Deze voorwaarden moet je respecteren om fiscaal een vrijstelling te krijgen
  • Als je echter een fout maakt tegen het vennootschapsrecht dan is je kapitaal een dividend en dan ineens een belasting van 25% voor de overtreding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zeggen de kerstwetten over de kapitaalvermindering

A
  • Wet van 25 december 2017: 4 fiscale wetten die het hele wetboek ondersteboven hebben gehaald voor de vennootschapsbelasting en de spaarfiscaliteit.
    • Dit zijn de Kerstwetten.
  • Wet zegt: zelfs als je een kapitaalvermindering doet, dat fiscaal die kapitaalvermindering geen kapitaalvermindering meer is als de vennootschap nog reserves heeft.
    • Voorbeeld: Kapitaal 100.000 en reserves 400.000. Dus kapitaalvermindering van 30 dus terugbetaling, proportionele verdeling over de aandeelhouders.
    • Algemene vergadering gaat akteren dat het gemeenschappelijk kapitaal 70 is.
  • Fiscaal zegt de wet nu sinds 1 januari van dit jaar: als je een kapitaalvermindering doet van 30 dat die 30 bestaat uit deel kapitaal en deel reserves.
    • Dat wordt proportioneel bepaald die verhouding.
    • 100 kapitaal en 500 totaal eigen vermogen → 20 procent van die 30 is kapitaalvermindering = 6 en 24 is reserve-uitkering.
      • Reserve-uitkering is dividenduitkering dus 30 procent roerende voorheffing tenzij VVPRbis dan maar 15.
  • Dus vennootschap heeft 500.000 euro op bankrekening staan en je wilt die eruit halen via kapitaalvermindering. Wetgever wou niet meer meedoen omdat er zoveel kapitaalverminderingen zijn omwille van fiscale redenen.
    • Dus de truc van de onbelaste kapitaalvermindering behoort daarmee tot verleden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn inkoop en liquidatiebonussen?

A
  • Liquidatiebonus: Dat betekent dat de vennootschap stopt met werken, al zijn activa verkocht heeft en dus laatste fase in deze vennootschap dat zal betekenen dat ook die 5 in cash staat. Alles is verkocht, alle schulden zijn betaald. De aandeelhouder is de laatste in de rij. Alle bevoorrecht schuldeisers zijn betaald.
    • Aandeelhouder krijgt pro rata zijn deel: daarop wordt die niet volledig belast maar enkel op de winst: stel 5 miljoen is nog over en er was 1 miljoen kapitaal ingebracht dan is er 4 miljoen winst dus elk 2 miljoen waarop ze belast zijn als er 2 aandeelhouders zijn. Hierop 30 procent belasting
      • Tenzij: VVPRter: liquidatiereserve.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is geldlening?

A
  • Hof van Cassatie heeft daar een paar keer over moeten nadenken omdat het niet gedefinieerd is in het fiscale wetboek → Artikel 1802 BW van het civiel recht.
    • Som geld en die som terugbetalen op termijn en tussenin vergoeding, rente. Dus er is een overdracht van een som geld van A naar B, die aan het einde terug moet komen van B naar A.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn besmette leningen?

A
  • Een vennootschap mag maar net zoveel lenen als zijn eigen vermogen: 1:1.
  • Dit mag ook maar tegen marktrente.
  • Alle interest die pro rata wordt betaald boven hoeveel je mag lenen mag je niet aftrekken: heel strenge regel.
    • Fiscaal eigen vermogen is de som van het kapitaal en de reserves. Ik heb hier nu gedaan alsof die vennootschap al een paar jaar bezig is en al wat reserves heeft opgebouwd, maar u moet zich plaatsen op dag 1.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn instellingen voor collectieve beleggingen?

A
  • Vennootschappen die verplicht de naam hebben van een NV of een Commanditaire vennootschap op aandelen waarvan de aandelen openbaar worden uitgegeven dus beursgenoteerd zijn en dus spaargeld aantrekken uit de markt.
  • Voordelen:
    • Risicospreiding en professionele begeleiding
    • Maar dit kost ook geld natuurlijk.
  • Onderscheid:
    1. BEVAK: vennootschap met vast kapitaal: je koopt aandelen via de beurs zelf.
      • Distributieaandelen: die keren dividenden uit: heel gewone vennootschappen.
    2. BEVEK: Vennootschap met veranderlijk kapitaal: Wanneer u aandelen koopt naar aanleiding van een kapitaalverhoging dus nieuwe aandelen waarop u kan intekenen, dan geraak je enkel uit die BEVEK door te vragen om uw aandelen terug in te kopen.
      • Je kan enkel intreden bij kapitaalverhoging en uittreden bij inkoop. Kapitaal is veranderlijk.
      • Kapitalisatieaandelen: geen periodieke uitkeringen: ze reserveert de opbrengst en gaat enkel aandelen en obligaties uitgeven: ze gaat haar winst investeren.
31
Q

Wat zijn levensverzekeringen?

A
  • Tak 21: is een beleggingsverzekering waarbij de verzekeraar zegt ‘ik ga u een vast rendement geven’.
    • Dus u legt 100,000 euro in bij AXA en AXA zegt ‘als u binnen 5 jaar nog leeft, betaal ik u dat terug, sterft u daarvoor, dan geef ik het aan de begunstigden en gedurende die 5 jaar geef ik u een vast rendement’
    • Das een contract met een rendementsgarantie. Dus niet-risicodragend. Net alsof u een obligatie koopt van de Belgische staat. U legt 100.000 euro in bij de staat en u krijgt 5 jaar later 100,000 euro terug en tussendoor 2% rente. Het enige risico is dat AXA om zeep gaat.
    • Fiscaal gezien:
      • Rendement is belast zoals elke interest belastbaar is.
  • Tak 23: wel risicodragend want het zijn beursgenoteerde aandelen en er kan vanalles mee gebeuren. De waarde kan schommelen naargelang de marktsituatie.
    • Als er een rendementsverbintenis is: zoals tak 21 en dus zoals interest belast.
    • Belast op het verschil tussen wat je inbrengt en wat je krijgt wanneer de betaling geschiedt.
32
Q

Wanneer zijn levensverzekeringen onbelast?

A
  1. Het contract heeft een looptijd van 8 jaar en de uitbetaling gebeurt na 8 jaar maw er is geen één belg die een tak 21 levensverzekering tekent die korter is dan 8 jaar. Al die contracten hebben een loopduur van 8 jaar en 1 dag. En als de uitbetaling geschiedt na 8 jaar hebt u een vrijstelling maw er is geen Belg die wakker ligt van die 4,75 %. Dat is alleen voor korte contracten, maar niemand tekent die korte contracten. Dan moet je wachten met uitbetalen bij leven tot na 8 jaar/
  2. Wanneer het contract minder dan 8 jaar is en of er is vereffening bij dood voor 8 jaar dan bent u ook vrijgesteld. Dus als u op een contract van 8 jaar + zit en de verzekerde sterft in jaar 5 en er is een uitbetaling dan moet u zich geen zorgen maken de uitbetalingen bij overlijden zijn nooit belastbaar zelfs als het contract een kortere looptijd had dan 8 jaar.
  3. Korte contracten van minder dan 8 jaar met een overlijdensdekking van 130%: komt bijna nooit voor.
33
Q

Wat zijn fix-fondsen?

A
  • Art. 18-19 WIB: dat zijn BEVEK waarbij bij de openbare uitgifte van de aandelen garanties zijn gegeven over de terugbetaling van het kapitaal of het rendement. En deze garanties hebben een looptijd van maximaal 8 jaar.
    • Kapitaals en rendementsgarantie: maar die gaan dan in Duitse staatsobligaties gaan investeren dus eigelijk dezelfde sitautie alsof die man zelf in Duitse staatsobligaties had geïnvesteerd.
  • Wetgever komt hiertegen in: art. 19bis: Fondsen die meer dan 10% van hun vermogen beleggen in vastrentende effecten zijn de gemengde fondsen en die moeten we fiscaal transparant maken.
    • Interest is niet risicodragend, dividend wel: risicodragend gedeelte belaste alsof het een interest is 30% RV.
      • Dus als je in zo’n gemengd fonds zit dan speelt die regel en wordt het rendement in 2 componenten gebroken en interest wordt belast alsof hijzelf rechtstreeks interest had ontvangen.
34
Q

Wat zijn spaardeposito’s?

A
  • Eerste schijf is vrijgesteld tot 960 euro: bij getrouwden of wettelijk samenwonenden is dat het dubbel.
  • Er is ook een kapitaalgarantie van 100.000 euro als de bank failliet gaat.
  • Als je 900 interest ontvangt moet de bank eigenlijk geen roerende voorheffing inhouden, maar soms verspreiden mensen over verschillende spaarboekjes om zo overal niet onderworpen te worden aan de roerende voorheffing.
35
Q

Wat zijn de inkomsten uit de verhuring van immatrieel of materieel roerend goed?

A
  • Immatrieel roerend goed = merken en octrooien buiten beroepswerkzaamheid
  • Materieel roerend goed = inkomsten uit verhuring machines, buiten beroepswerkzaamheid.
  • Stelt weinig in de praktijk voor. Dit kan bv. een strandcabine zijn dat je verhuurd = materieel roerend goed → 30 % roerende voorheffing verschuldigd.
  • Stel kotbaas verhuurt kot met gemeubelde kamers voor een vaste prijs: dan is eren deel onroerende verhuur en een deel roerende verhuur.
    • 60 % onroerend
    • 40 % roerend → Dit is in het voordele van de belastingsplichtige want zijn onrooerend inkomen is progressief belast en zijn roerend inkomen is degressief belast. Hoe meer u roerend maakt, hoe lager de belasting.
      • Schuldenaars moeten geen roerende voorheffing inhouden, normaal wel maar niet als het praktisch te moeilijk is, wat hier het geval is. Het moet worden aangegeven door de genieter.
36
Q

Wat is lijfrente?

A
  • Kanscontract en de uitvoering is gekoppeld aan het leven van de tegenpartij end e betalingsverplichting van degene die verzekerd stopt bij het overlijden:
    • Je hebt 100.000 euro en je vraagt rente in ruil voor 100.000 totdat u sterft –> lijkt op tak 21. Levensverzekering zonder prijsgave van kapitaal:
      • Die 100.000 komt toe aan uw begunstigden dus je krijgt een rente en uw kapitaal gaat over bij overlijden.
    • Lijfrente met prijsgave van kapitaal is dat er een contract wordt afgesloten waarbij een goed wordt overgedragen aan een partij die u wil verzekeren en die gaat daarvoor een betaling doen tijdens uw levensduur.
      • Bv. verkoop van een huis op lijfrente.
  • Fiscaliteit: rentecompenent en een interstcomponent:
    • Het wordt enkel belast als de schuldenaar een vennootschap is = coherentieprincipe want dan kan hij die rente aftrekken als kost en zakt zijn winst. Rente is voor die koper een aftrekbare kost dus belasten op de rente.
37
Q

Wat met fiscaliteit en schenkingen?

A
  • Oudere mensen die schenken aan kinderen onder de verplichting om die kinderen een rente te betalen totdat de schenker sterft: niet belastbaar.
    • Kinderen-natuurlijke personen zijn geen vennootschap zij kunnen die rente niet aftrekken en dan moet die ook geen belasting betalen. Dus in twee hypothesen gaat het belastbaar zijn: lijfrentecontracten met verzekeringsmaatschappij en de verkoop van onroerend goed op lijfrente:
    • Bv. Man van 80 die zijn boerderij verkoopt aan het immo kantoor.
  • Er is een fictie in de wet die zegt dat de rente gelijk is aan 3% van de waarde van het onroerend goed bij verkoop in volle eigendom. Dus die boerderij moet geschat worden en als die 200.000 waard is dan gaat men ervan uit dat elke betaling die immokantoor doet een rente zit gelijk aan 3% van 200.000 eur.
    • Wat dat immokantoor betaalt is de aankoopprijs van dat OG en een deel rente want het is met prijsgave van kapitaal want je verkoopt uw huis en zij gaan betalen voor dat huis en een deel rente. Opnieuw geen inhoudingsverplichting RV en de genieter, oude man, moet aangeven en belasting betalen op rentecomponent.
38
Q

Wat met auteursrechten?

A
  • Heel veel twijfelgevallen of het beroepsinkomen is of niet dus de wetgever heeft beslist:
    • De wet zegt dat auteursrechten roerende inkomsten zijn zelfs als ze beroepsmatig zijn verdiend: Dit tot op een bedrag van 60.000 euro bruto. Dit is dan aan roerende voorheffing van 15%.
  • Dit is ook omdat auteurs vaak wisselende inkomsten hebben waarbij ze ineens heel veel verdienen waardoor ze ineens veel progressieve belastingen moeten betalen:
    • Discriminatoir want veel mensen met wisselende inkomsten.
  • Tarief is 15%.
39
Q

Wat met roerende inkomsten en de aftrek van kosten?

A
  • In principe mag je geen kosten aftrekken: 2 uitzonderingen:
    1. Als je roerende goederen verhuurt: art. 3-4 KB/WIB. Recht op 85% kostenaftrek bv. als je partituren verhuurt, geen bewijs nodig.
    2. Forfaitaire kostenaftrek per schijf voor auteursrechten:
      1. Eerste schijf tot 16.000 wordt u verwacht 50% kosten te maken.
      2. Op tweede schijf tot 32.000: 25 % kosten en boven die schijf nog eens 15%.
        • Dus u moet niets bewijzen, de helft van uw auteursrechten worden gedetaxeerd via een kostenaftrek.
40
Q

Wat zijn de effecten van de 6de Staatshervorming op roerende inkomsten?

A
  • Federale personenbelasting wordt tot 75 % gereduceerd en op die federale personenbelasting mogen de gewesten nog opcentiemen heffen om aan 25 % te komen.
    • Dit is geen volledige, autonome fiscale bevoegdheid voor de gewesten. Als federaal de wet wijzigt en we gaan bepaalde dingen vrijstellen dan gaan automatisch de gewesten minder belastingen hebben. Als straks opbrengst belastingplichtige plots 10% lager is dan is die gereduceerde belasting 75% van een lager bedrag en in de gewesten ook een lager bedrag. Eigenlijk kunnen die gewesten gegijzeld worden door de federale overheid. Daarom kijken die gewesten met argusogen naar de personenbelasting belastinghervormingen.
  • De staatshervorming van roerende inkomsten is een zeer ingewikkeld verhaal dat ik kort heb samengevat op deze slide. Vroeger was deze veel ingewikkelder. De echte roerende inkomsten, de spaarinkomsten, dividenden, interesten en royalties. Dat is een exclusief federale bevoegdheid. Exclusief in de zak van Johan. U betaalt X en dat gaat integraal in de kas van de federale overheid.
    • Uitzonderingen: de verhuurinkomsten, lijfrente en auteursrechten. Dat wordt gedeeld. Belastingen tot 75% gereduceerd en dan heft Vlaanderen er opcentiemen op en komt er 25% bij Vlaanderen terecht.
41
Q

Wat zijn de beroepsinkomsten?

A
  • Alle beroepsinkomsten zijn belastbaar. Regels over winst gelden in personenbelasting en vennootschapsbelasting.
  • Artikel 37 = professionaliseringsregel. Alle inkomsten die zijn aangewend voor de beroepsactiviteit worden omgezet in beroepsinkomsten:
    • Dus bv. een slager verkoopt zijn toonbank –> Dat is beroepsinkomst.
  • Beroepsinkomsten worden altijd belast op reële netto inkomsten: geen forfaits, geen afzonderlijke regels: dus bv. KI wordt niet gebruikt bij beroepsinkomsten.
  • Roerende voorheffing is bij beroepsinkomsten een echte voorheffing:
    • Interesten worden bij uw loon geteld en daarop ga je progressief belast worden dus je hebt het recht om voorheffing te verrekenen met uw progressieve belasting: het is echt een voorschot op uw progressieve belasting.
42
Q

Wat is het tijdstip van belastbaarheid bij beroepsinkomsten?

A
  • Principe: op kasbasis: als inkomen op bankrekening staat:
  • Uitzondering: artikel 24: deze ondernemingen worden belast op vorderingsbasis:
    • Ieder die ondernemer is in de zin van het wetboek: bakkers, slagers, bloemisten die moeten boekhouding bijhouden. Een volledige boekhouding met alle kosten en opbrengsten.
    • Wanneer factuur wordt verstuurd naar een klant moet u dat in boekhouding opnemen. U hebt dan een vordering op uw klant. Die vordering is deel van uw winst. Als die klant pas drie maanden later betaald. U gaat belastingen betalen in 2018 op die factuur ook al is cash er nog niet.
      • Bv. Bloemist die voor 80 000 bloemen verkoopt in december en grote factuur stuurt naar het koningshuis en ook de koning heeft tijd nodig om te betalen.
43
Q

Fiscale schaal van richter: Wat is grens tss beroepsinkomen, divers inkomen en onbelast vermogensbeheer?

A
  • Artikel 90, ten eerste: Inkomen uit normaal beheer van privaat vermogen is niet belast. Inkosmten uit occasionele prestatie zijn diverse inkomen en art. 24: inkomsten uit beroepsactiviteiten zijn beroepsinkomsten.
  • Beroepsinkomsten = progressief tarief + sociale zeekrheid.
    • Occassionele prestaties = 33 % en geen sociale zekerheid want geen beroepsinkomen.
    • Privaat vermogen beheren: hierop betaal je niets: geen taks en geen sociale zekerheid.
  • Volgens het Hof van Cassatie is een beroepsactiviteit: geheel van verrichten die talrijk en verbonden zijn om bezigheid te vermogen met als doel het verwerven van inkomsten: Dus kijken naar:
    • Continuïteit van het handelen: is het elke dag of is het maar occasioneel?
    • Organisatie: is het georganiseerd of is het zijn hobby?
    • Naar buiten zichtbaar? Laat hij zien aan buitenwereld dat hij auto’s verkoopt? Websites? Internet?
    • Onderlinge verbondenheid
    • Frequentie
    • Beroep op adviseurs
    • Gebruik normale commerciele marketing methoden
    • Beroep op eigen beroepsexpertise: is hier niet het geval want hij is bankier.
    • Risico’s, gaat hij leningen aan? Hoe groot is de investering?
44
Q

Wat met artikel 24: handelsactiviteit?

A
  • De keuze voor vennootschapsvorm is veel interessanter dus in principe zijn er niet veel particulieren handelaars over.
  • Handelaars genieten van heel veel forfaits: ze worden hierop belast:
    • Wetgever wil het hen gemakkelijk maken door geen boekhouding te maken maar dit werkt zwartwerk in de hand.
  • Je bent belastbaar op de in boukhouding uitgedrukte meerwaarde: herwaarderingen zijn belastbaar.
    • Maar je bent niet verplicht om te herwaarderen: dit is een verdoken reserve en dit is niet belastbaar: maar je bent wel belastbaar op onderwaarderingen als je de boekhoudwetgeving niet respecteert:
      • Actief dat niet in de boeken staat, stock aangekocht in het zwart,… Daarop wel belastbaar.
45
Q

Wat zijn baten?

A
  • Artikel 7: ontvangsten van vrije beroepers en ambtenaren en andere zelfstandige activiteiten.
  • Inkomsten uit winstgevende bezigheden: moet niet per se hoofdberoep zijn maar wel dermate professioneel uitgevoerd dat het eigenlijk beroep is.
  • Advocaat belast op honoraria: alle baten uit beroepswerkzaamheden worden belast.
    • Dit is dus ook als je uw bedrijfswagen verkoopt: ook een baat.
  • Je bent ook belastbaar op meerwaarde gerealiseerd op het voormalige beroepsactief: dus als je nog facturen binnenkrijg nadat je al bent gestopt: nog steeds belastbaar.
46
Q

Wat met bezoldigingen?

A
  • Werknemers in ondergeschikt verband: zowel publieke als private sector.
  • Alles wat een vergoeding is voor de uitoefnening van arbeid in ondergeschikt verband is belastbaar: cash, boni, premies voor nachtarbeid.
  • Artikel 31: “Alle beloningen die ontvangen zijn uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en die voor de werknemer de opbrengst zijn van zijn arbeid in dienst van de werkgever”. Daar staan 2 dingen in:
    1. Causaal verband tussen wat u ontvangt
    2. Arbeidsrelatie met die werkgever moet aanwezig zijn als compensatie voor de arbeid die u verricht.
47
Q

Wat zijn voordelen van alla aard?

A
  • Bij bezoldigingen zeer frequent beroep op gedaan omwille van fiscale en sociale zekerheid. Heel hoge loonkost in België dus werkgevers via allerlei soorten VAA dat ze niet belastbaar zijn, aan lagere waardes of onder speciale regimes van fiscale of sociale zekerheid vallen. Wij hebben een politiek in België om stelselmatig uitzonderingen te maken en alles moeilijk te maken. Dat is een gevolg van de politiek en de politieke keuze die in dit land al 25 jaar wordt gemaakt.
    • Bv. de winsbewijzen bij Colruyt.
  • Artikel 36: mensen zijn belastbaar op de werkelijke waarde van dat voordeel: maar het is moeilijk om dit te bepalen op het moment dat je dat krijgt.
    • Soms dan forfaitair gewaardeerd om het na te gaan: bij een onroerend goed: 3/8ste van het verhoogd KI. De kost van de werkgever is integraal aftrekbaar en de werknemer wordt belast op forfaitair gewaardeerde voordelen.
  • Bekende voordelen:
    • Bedrijfswagen die u ook privé kan gebruiken: forfaitair bepaald.
    • Aandelenopties: deze worden belast op het moment dat de optie wordt toegekend maar hier kan je dus belast worden, ook al ga je ze niet uitoefenen.
      • Als je ze niet wilt dan moet je ze weigeren.
48
Q

Wat is de taxatie op aandelenopties?

A
  • Belastbaar op het moment dat je het krijgt: moeilijk dus puur forfaitaire basis: 18% van de onderliggende waarde van het aandeel op het moment dat die optie aan jou wordt toegekend:
    • Die 18% verhogen met 1 % als de optie een looptijd heeft van meer dan 5 jaar dus als het 10 jaar is dan met 5% erbij.
    • als bepaalde voorwaarden vervuld zijn mag je het percentage delen door 2.
  • Voorwaarden:
    • Optieprijs moet vaststaan bij de toekenning:
    • Uitoefenbaar vanaf jaar 4 tot jaar 10.
    • Je mag de aandelen niet overdragen onder levenden. Dus niet verkopen zelfs niet schenken dat is allemaal verboden alleen als je sterft, kan dat overgaan op je erfgenamen. De aandelen zijn immers van je werkgever.
    • De werkgever mag de risico’s niet afdekken, je betaalt in België dus op het moment dat nog niets in handen hebt behalve dat recht, dat potentiële voordeel dat je zou kunnen hebben. Dat is een risico en men verbiedt dat de Belgische werkgever dat risico zou afdekken.
      • Als ik dit risico niet wil dan moet ik weigeren. Hiervoor heb je 60 dagen maar het is ook psychologisch om te weigeren.
  • Werkgever mag maar 1/5de maximaal van het loon geven: dit is een voorwaarde door een dienst van de administratie die is toegevoegd: dus het is door de rulingcommissie beslist.
49
Q

Wat zijn de niet-belaste inkomsten van werknemers?

A
  • Personeelsleden worden niet belast als die winst maakt op bedrijsactief, tegenover een zelfstandige of een ondernemer die zijn bedrijfsvoertuig verkoopt. Dit door het legaliteitsbeginsel maar het is vrij dicriminatoir.
  • Artikel 32, laatste lid: terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever is niet belastbaar bij de werknemer.
    • Vele bedrijven gaan forfaitaire kostenvergoedingen toekennen aan hun werkneemers waardoor er heel veel misbruik van wordt gemaakt.
    • Werkverkeer met eigen wagen: je kan je benzinekosten indienen: 0,33 euro per kilometer.
50
Q

Wat met bedrijfsleiders?

A
  • Twee categorieën:
    • De eerste categorie bestaat uit de echte volmachthouders dus de bestuurders en zaakvoerders en als de vennootschap in vereffening is, de vereffenaar.
    • De tweede groep zijn de zelfstandige managers.
      • Dat zijn mensen die geen lid zijn van de raad van bestuur of geen zaakvoerder zijn, maar wel belast zijn met een leidende functie. En die leidende functie, dat is de tekst van de wet, situeert zich op het vlak van dagelijks bestuur of een functie van commerciële, financiële of technische aard buiten arbeidsovereenkomst.
      • Fiscaal recht volgt het sociaal zekerheidsrecht met de discussie over schijnzelfstandigen.
  • Belangrijk omdat enkel categorie 1 onder de fictiebepaling valt van de 1 op 1 schuldratio op eigen vermogensratio: de besmette leningen:
    • Leningen door bedrijfsleiders van de vennootschap waarin ze hun mandaat uitoefenen. Bedrijfsleiders van categorie 1 vallen hieronder. En deze vallen ook onder de fictie waarbij huur wordt geacht loon te zijn. En niet die van de tweede categorie.
51
Q

Wat is het belastbaar inkomen bij bedrijfsleiders?

A
  • Grote bedragen, vaak ook tantièmes = vergoeding van de bestuurder gekoppeld aan de winst van de vennootschap –> hoe meer winst, hoe meer vergoeding.
    • Ook zitpenningen omdat je deelneemt aan de raad van bestuur.
52
Q

Wat is het attractiebeginsel?

A
  • Artikel 32 van het WIB.
  • Het attractiebeginsel speelt wanneer het een duale functie heeft binnen een bedrijf. Je hebt een bediende die is al jaren werkzaam is in de onderneming en die verdient een loon en op een bepaald moment wordt die man ook benoemd in de raad van bestuur en krijgt een vergoeding als bestuurder. Dan heb je iemand met een duale functie. In een en hetzelfde bedrijf is die man tewerkgesteld als bediende en als bestuurder.
    • Cassatie zegt: “wanneer iemand tegelijkertijd bediende is en bestuurder, wordt zijn inkomen allemaal geacht inkomen van bestuurder te zijn.”
      • Dus het feit van bedrijfsleider te zijn heeft een attractieve functie: die trekt al het ander inkomen aan.
      • Uw loon wordt niet geacht het loon te zijn maar inkomen van bestuurder.
  • Dit afgeleid uit art. 32, lid 1: bestuurder is belastbaar op alle beloning die hij krijgt voor de uitoefening van zijn opdracht als bestuurder.
    • Dus als die man 10.000 euro verdient als bestuurder en 90.000 als wedde → Vaste rechtspraak van Cassatie. 100.000 is dus als bestuurder.
53
Q

Wat met kosten en bedrijfsleiders?

A
  • Als je 2 types loon hebt dan kun je van elk type forfaitaire kosten aftrekken:
  • Bedrijfsleiders hebben een kostenforfait: bijna 2500 dat zij mogen aftrekken en de ontrekkingen hebben ook een kostenforfait van 4720 euro.
    • Gevolg van de duale functie: man heeft een loon enerzijds en een bedrijfsleiderbezoldiging anderzijds → Kan 2 keer kosten aftrekken.
  • Dat wil men niet want het gevolg is dat als je plots loon krijgt van bedrijfsleider krijg je maar 1 kostenforfait. Dus maar 2500.
  • Heel vaak een persoon die een mooie loopbaan heeft opgebouwd en dan door de voorzitter van de Raad van Bestuur te benoemen in de Raad van Bestuurd waarbij die zitpenningen krijgt:
    • Persoon aanvaardt dat en hij krijgt 6000 extra betaald, maar probleem: want al zijn loon wordt nu plots bestuurdersbezolding en hij dacht dus even snel gerekend dat hij dus even 7000 euro kosten zou mogen aftrekken waardoor hij een forse belastingsbesparing realiseerde, maar op het einde van de rit kan hij maar 2500 euro kosten aftrekken en als hij dat niet had geaccepteerd, die job, dan had hij toch een aftrek van 4700 euro. Dus met andere woorden even snel gerekend, hij steekt daar 1500 euro aan toe aan heel dat verhaal.
54
Q

Wat is de bezoldiging van de meewerkende echtgenoot?

A
  • Twee mogelijke situaties voor de echtgenoot van de bakker die meewerkt:
    • Zonder sociaal statuut: ze helpt en dan mag ze geen eigen sociaal statuut dus ook geen eigen inkomsten en ook geenv ervangensinkomsten die recht geven op sociale zekerheidsbescherming.
      • Dan kan de partner 30% van de winst van de baat krijgen: dus 30 % van de nettowinst.
      • Dit is een aftrekbare bezoldiging, een loonkost en met de decumul is dat een groot fiscaal voordeel want de inkomens worden niet opgeteld.
    • Wel een sociaal statuut als medewerkende echtgenoot: Dit is een toekenning hier, geen bezoldiging.
  • Wat zijn dan de voorwaarden voor dat tweede: de toekenning?
    • De meewerkende echtgenoot heeft een eigen beroepsinkomen en is sociaal beschermd, maar niet hoger dan 40000 euro.
55
Q

Wat met flexi-jobs?

A
  • Dit is vooral in de horeca om zwarte jobs wit te wassen. De voorwaarde is dat je al een officiële job moet hebben alvorens een flexijob te kunnen doen. U moet voldoende tewerkstelling hebben, dus geen vervangingsinkomen.
  • Groot succes in de horeca dus Open Vld wil dit ook verruimen naar sectoren buiten de horeca: bv. groothandel voeding (Delhaize, Carrefour) en de zelfstandige kleinhandel (bakker,…).
  • Men wil het ook verruimen naar gepensioneerden:
    • Fiscaal volledig vrijgesteld
    • Werknemersbijdrage sociale zekerheid: volledig vrijgesteld
    • Werkgeversbijdrage: normaal 33%, verlaagd naar 25%. = niet helemaal vrij. De werkgever moet op flexijobloon 25% sociale bijdrage betalen.
56
Q

Wat met winstpremies voor werknemers?

A
  • Een onderneming kan beslissen een deel van haar winst als premie uit te keren aan ondernemers = uniek in België. Winst van een onderneming wordt uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouder. We hebben nu een systeem ernaast waarbij onderneming kan beslissen om een deel van de winst niet meer aan de aandeelhouders uit te keren maar wel aan het personeel = vrij sociale maatregel.
    • Een deel van de winst gaat niet meer naar de aandeelhouders maar wordt aan het personeel uitgekeerd. Het initiatief ligt louter bij de ondernemingen want het is een winstuitkering. De aandeelhouder beslist soeverein of er een premie wordt uitgekeerd en hoeveel.
    • De wet zegt ook uitdrukkelijk: het is niet omdat er 1 x een premie werd uitgekeerd dat je een verworven recht hebt. Het is een Open VLD maatregel; maar je kent de vakbonden: eerst zijn ze tegen en eens ze het hebben willen ze het voor altijd hebben. De Croo heeft gezegd: 1 keer maar niet noodzakelijk een verworven recht. Het moet elke keer beslist worden in functie van de winst.
  • Maximaal 30% van de totale bruto loonmassa mag worden uitgekeerd. Daarom stond ik daarnet even stil bij de voorwaarden die de rulingcommissie toevoegde aan die stockopties. Daar heb je 20%.
    • Hier is het 30% van de bruto loonmassa, die mag uitgekeerd worden in globo als winstpremie. Dat is veel. Is dus eigenlijk een 3e van de loonmassa die je afhankelijk kan maken van de winst. Hier staat uitdrukkelijk in, wat niet in de stockoptiewet staat: Het mag niet gebeuren ter vervanging van of ter omzetting van bestaand loon. Het is een toetje. Het is on top of. Niet: loon omzetten in winstpremie.
  • Twee soorten premies:
    • Identieke premie = voor iedereen hetzelfde.
    • Gecategoriseerde premie = verdeelsteulel: moet gebaseerd zijn op een objecteif criterium.
  • Belasting: 7%, niet helemaal vrijgesteld.
    • Voorheffing aan de bron en dan moet de werkgever dan nog eens aanleveren voor de controle: echte bedrijfsvoorheffing.
    • Werkgever mag het niet aftrekken.
  • Sociale zekerheid: 13,7%.
57
Q

Hoe zit het met de terugbetaling van het woon-werkverkeer door werkgever?

A
  • Wet zegt uitdrukkelijk dat de terugbetaling van woonwerk-verkeerstkosten doord e werkgever aan de werknemer onbelast zijn.
    • Ook voor abbonementen op het openbaar vervoer integraal.
  • Voor de auto: 400 euro.
  • Voor de fiets: kilometervergoeding door fietsverplaatsing: 0,23 per km:
    • Dit is geen voordeel van alle aard maar bedrijfskosten.
58
Q

Wat met maaltijdcheques?

A
  • Niet op belast op voorwaarde dat er een aantal wettelijke voorwaarden zijn vervuld.
  • Maaltijdcheques zijn cheques die je krijgt van je werkgever om een maaltijd te nemen buiten het bedrijf. Want de idee van de maaltijdcheque is: je hebt geen kantine om je personeel ’s middags te laten eten; dan geef je een cheque en dan kan je op restaurant gaan eten of (en dat is de ellende van het probleem): je kan daarmee voeding kopen aan de kassa bij supermarkten. Een dame die hondenvoer wil kopen met een maaltijdcheque: dat hoort niet. Het is bedoeld voor verbruiksklare voeding voor mensen.
  • Er zijn ook ecocheques die vrijgesteld zijn voor 250 euro. Dat krijgt prof wel als enige VAA.
    • Ook de griepprik = sociaal voordeel waarop je niet belastbaar bent.
    • Goed nagegaan of je de grens van 250 euro niet gaat overschrijden.
  • Vrijgesteld van belasting voor sociale voordelen:
    • Wegens de wijze van toekenning is het onmogelijk om het voordeel te bepalen:
      • Bv. personeelsfeesten.
    • Individualiseerbaar maar geen echte bezoldiging: bv. griepprik: Is wel individualiseerbaar maar niet echt bedoeld om de arbeid te bezoldigen.
59
Q

Wat is de investeringsaftrek?

A
  • Bv. je koopt een nieuwe machine aan voor 1000 die je boekhoudkundig over 10 jaar afschrijft:
    • Elk jaar 10 % en dus heeft u recht op een afschrijving van 100 per jaar.
  • Als je een investering doet in een nieuw actief dat afschrijfbaar is, heb je ook recht op investeringsaftrek en die is dit jaar plots 20% geworden voor investeringen, vroeger 8%.
    • Daast die 1000 afschrijving en die je uitsmeert over 10 jaar nog eens investeringsaftrek erboven op van 200.
  • Dus het is een supplementaire afschrijving: je koopt iets voor 1000, maar je kan het afschrijven voor 1200: de eerste afschrijving is gespreid over 10 jaar, de investering is aftrek in jaar 1.
  • Voorwaarden:
    • Het moeten nieuwe activa zijn, die afschrijfbaar zijn: je moet ze in België gebruiken.
    • Afschrijfbaar zijn over minstens 3 jaar.
    • Belangrijk: uitzondering: auto’s! Daarvoor geldt het niet.
60
Q

Wat zijn meerwaarden?

A
  1. Verwezenlijkte meerwaarden:
    • U draagt een actief bestanddeel over en komst iets anders in de plaats (vermogenssubstitutie): bv. u bent advocaat en u verkoopt uw Range Rover en je krijgt 20.000 euro in de plaats.
    • Hier nog een onderscheid tussen:
      • Vrijwillig: je beslist zelf om uw Range Rover te verkopen
      • Gedwongen: dit kan om allerlei redenen te zijn: bv. bedrijf brandt af en vergoeding verzekering komt in de plaats.
  2. Niet-verwezenlijkte meerwaarde:
    • Actief bestanddeel is niet weg uit uw onderneming, maar je beslist boekhoudkundig om dit actief bestanddeel te herwaarderen.
    • Herwaarderingsmeerwaarde van 400: positieve waardenschommeling op zit.
61
Q

Wat is het onderscheid tussen meerwaarde op privévermogen en meerwaarde op beroepsvermogen?

A
  • Meerwaarde op privévermogen zijn in principe vrijgesteld.
    • ‘in principe’ -> er zijn nogal wat uitzonderingen. Maar de algemene regel is dat als je als particulier uit je privévermogen een actief bestanddeel verkoopt en je maakt winst dan betaal je daarop geen belasting.
  • Beroepsmatig vermogen is net andersom: je betaalt belasting.
    • Er zijn een aantal uitzonderingen. De wet definieert wat een beroepsmatig actief bestanddeel is. Dit is handig. Daarmee zijn alle discussies die we vroeger hadden, opgelost.
      • Dit is niet en en-en (die 3 bollen), het is of of-of. Het is op drie manier te maken hebben met een beroepsmatig actief.
    • In het kader van het beroep aangeschaft of zelf geproduceerd. Je koopt een stuk grond waarop je je parking aanlegt voor je fabriek, je fabrieksgebouw, je machines. Waarop afschrijvingen zijn aanvaard. Weet dat alle actiefbestanddelen; materiele en immateriële actiefbestanddelen in België afschrijfbaar zijn, behalve 1: grond. Grond is niet afschrijfbaar.
62
Q

Wat reflecteert afschrijving?

A
  • De economische waardevermindering van het goed. De machine is 1000 waard op de dag van aankoop, maar na jaar is hij geen 1000 meer waard. Je gebruikt hem en dan gaat het naar beneden. Vandaar dat je de aankoopprijs open smeert over de economische levensduur.
  • Grond wordt geacht in België niet in waarde te verminderen. Eigenlijk stijgt grond enkel in waarde tenzij het vervuild is. Dan wordt het fiscaal wel een ellende, omdat kosten voor opkuis van gronden door de fiscus niet aanvaard worden, precies omdat ze zeggen: grond daalt niet in waarde. Het zal je maar overkomen dat je een stuk grond liggen hebt dat helemaal vervuild is en moet saneren voor een paar miljoen Euro en dan de kost niet mag aftrekken.
63
Q

Wat zijn immateriële vaste actiefbestanddelen die tijdens de beroepswerkzaamheden tot stand zijn gekomen?

A
  • Datgene dat je niet kunt vastpakken. Het is niet echt een juridische definitie maar wel juist. Een machine kun je vastpakken, een materieel vast actief, een camion kun je vastpakken; dat is een materieel vast actief.
  • Maar een merk, dat is een immaterieel vast actief. Er heeft nog nooit iemand een merk kunnen vastpakken. Je kunt een octrooi niet vastpakken. Maar je uitvinding is beschermd door het octrooi en je kunt het met een monopolie produceren. Wat zijn de belangrijkste? Ik heb er al 2 belangrijke genoemd.
  • Derde: Goodwill dus uw cliënteel. Het klantenbestand en een heel deel know how dat aanwezig is in de onderneming om goederen te produceren, diensten te leveren en er is een heel klantenbestand.
    • Bv. bij notarissen die hun klanten overdragen.
64
Q

Wat met de niet-verwezenlijkte meerwaarde?

A
  • Om te herwaarderen moet er een duurzame waardevermeerdering zijn: is wel een subjectieve instelling maar je bent nooit verplicht van te herwaarderen.
  • Artikel 24, 2:
    • Maar artikel 44 zegt uitdrukkelijk dat niet-verwezenlijkte meerwaarden niet belastbaar zijn. Pure papieren winst.
  • Twee uitzonderingen:
    • Als je voorraden herwaardeert moet je daar wel belastingen op betalen. Ik heb nog nooit een bedrijf een voorraad weten herwaarderen. Want een voorraad herwaarderen mag je maar doen als je voorraad duurzaam gestegen is in waarde. Voorraden stijgen niet duurzaam in waarde. Zelfs een olievoorraad, als prijs van olie stijgt is dat niet duurzaam.
    • Dit bedrijf heeft belegd in Grieks staatspapier, in een Griekse staatsobligatie voor 100.000 euro aan 8 % interestvoet 6 jaar geleden. De Griekse staat is failliet en slaagt er niet in om die terug te betalen dus de revisor zegt: afboeken want getrouw beeld is een van de gulden regels van het boekhouden. Dit is een kost voor de onderneming: mag je dit fiscaal aftrekken?
      • Artikel 49: als je gaat herwaarderen naar 20 moet je op die 20 belasting betalen want je hebt die 100 afgetrokken daarvoor.
      • Dat is een gedeeltelijke recapture (terugname van die 100).
      • Iets dat je eerst afwaardeert, vervolgens weer opwaardeert: die opwaardering = winst. De wet zegt daar het volgende (= volgens mij dode letter): je gaat belasting betalen op die 20 zelfs als je die herwaardering boekhoudkundig niet uitdrukt.
65
Q

Wat met de verwezenlijkte meerwaarde?

A
  • Hierbij verdwijnt er echt een actief uit de onderneming, er komt dan iets in de plaats, meestal geld.
  • Bedrag van de meerwaarde:
    • Meerwaarde is het verschil tussen de verkoopprijs en de netto boekwaarde: artikel 43.
    • Als je vrachtwagen helemaal helemaal is afgeschreven is uw boekwaarde 0, dan is de volledige verkooprijs de meerwaarde.
  • Meerwaarde is een terugname van eerder genomen afschrijvingen. Die afschrijvingen zijn immers kosten voor mij wat betekent dat ik minder belastingen moet betalen. Minder belastingen is minder opbrengst voor onze regering.
66
Q

Wat is het tarief voor meerwaarden?

A
  • Realiseren van meerwaarden is vrij exceptioneel maar het zijn hoge inkomsten dus progressief hoog tarief:
    • Dus heel veel afzonderlijke regimes voor meerwaarden met veel lage tarieven, vrijstellingen en gespreide taxatie,…
  • Belangrijkste: artikel 47: Voorwaarden:
    • Het actief al 5 jaar of langer in uw bezit zijn.
    • Hetgeen wat u verkoopt een materieel of immaterieel vast actief zijn.
    • U moet de volledige verkoopprijs wederbeleggen, dit wil zeggen iets nieuws kopen in mensentaal.
    • En dat nieuwe moet een afschrijfbaar materieel of immaterieel actief zijn. Dit wederbeleggen moet binnen de 3 jaar, niet van dag tot dag gerekend, maar vanaf de eerste dag van het jaar waarin je verkoopt. In het voorbeeld is dat dus vanaf 1 januari 2014. Dit geldt dus ook zoals u de vrachtwagen pas in juni 2014 zou verkocht hebben.
67
Q

Hoe worden de meerwaarden op gronden belast?

A
  • Meerwaarden op gronden zijn altijd belastbaar aan de volle pot.
    • Tenzij land- en tuinbouwsector → Lobby van de boerenbond heeft goed gewerkt.
  • Als ik als advocaat een stuk grond naast mijn kantoor koop in de gedachte van ‘als ik mijn kantoor uitbreid dan ga ik daar mijn annex op bouwen’, maar mijn kantoor groeit niet en er komt geen annex en ik verkoop dat stuk grond weer dan ben ik daarop belast. Als mijn buurman die boer hetzelfde doet dan is hij niet belast.
68
Q

Wat zijn de stopzettingsvoorwaarden?

A
  • Cassatie: de meerwaarde die tot uiting komt in een of ander schrift/akte. Er zijn in de rechtspraak twee gevallen bekend.
    • Successieaangiften en aangiften waarbij naar aanleiding echtscheidingsboedel wordt verdeeld tussen 2 partners. Dit maakt een vrij pijnlijke situatie er moet namelijk twee maal belastingen worden betaald door erfgenamen: meerwaardebelastingen en successiebelasting.
  • Belastbaar regime:
    • Onderscheid tussen de situatie waarin onze notaris jonger is dan 60 of ouder.
      • Definitieve stopzetten: vanaf 60
      • Gedwongen stopzetting voor 60 of bij overlijden.
    • Onderzoeken welke activa:
      • Materieel vaste activa: meubilair, bibliotheek, IT-infrastructuur
      • Immatrieel: clienteel
    • Vervolgens de meerwaarden berekenen:
      • Meubilair aangekocht voor 500k, afgeschreven 250k netto boekwaarde. Koper bereid 275k voor te betalen → Meerwaarde 25.000 euro. Bibliotheek is 200k en koper bereid 225k te betalen dus opnieuw 25.000 euro meerwaarde.
      • Clienteel heeft geen boekwaarde, dat heeft notaris zelf verwezenlijkt door hard te werken en is dus volledige meerwaarde van 3,45 miljoen.
      • Onderscheid tussen de situatie waarin onze notaris jonger is dan 60 of ouder.
        • Definitieve stopzetten: vanaf 60
        • Gedwongen stopzetting voor 60 of bij overlijden.
      • Onderzoeken welke activa:
        • Materieel vaste activa: meubilair, bibliotheek, IT-infrastructuur
        • Immatrieel: clienteel
      • Vervolgens de meerwaarden berekenen:
        • Meubilair aangekocht voor 500k, afgeschreven 250k netto boekwaarde. Koper bereid 275k voor te betalen → Meerwaarde 25.000 euro. Bibliotheek is 200k en koper bereid 225k te betalen dus opnieuw 25.000 euro meerwaarde.
        • Clienteel heeft geen boekwaarde, dat heeft notaris zelf verwezenlijkt door hard te werken en is dus volledige meerwaarde van 3,45 miljoen.
69
Q

Wat is de band van noodzakelijkheid?

A
  • Vaste Cassatierechtspraak: er moet een oorzakelijk verband zijn tussen het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en het maken van de kosten. Door het feit dat je advocaat bent maak je die kosten.
    • Bv. je koopt een toga omdat je advocaat bent. Onbetwistbaar een beroepskost.
  • Hof van Cassatie heeft gezegd dat het niet vereist is dat die noodzakelijkheidsvoorwaarde of verbod op noodzakelijkheid vereist niet dat zonder die uitgave u dat bepaalde inkomen niet had kunnen maken.
    • Test is niet: “had ik dat inkomen kunnen verwerven zonder dat ik die kost heb gemaakt”. Dat is niet artikel 53.
  • Voorbeeld: bedrijf dat in gordijnen handelde:
    • Bedrijf werd beticht van namaak van een octrooi van een concurrent. Die maakte de gordijnen na die door een concurrent gepatenteerd waren. U weet wat een octrooi is, als je een octrooi hebt dan ben je de enige die dat octrooi mag gebruiken en dat product kan maken.
    • Cliënt verloor die octrooi-zaak dus twee gevolgen:
      • Schadevergoeding van paar 100.000 euro
      • Advocaat in die octrooizaak die hem een fors ereloon aanrekent.
        • In totaal zo’n 750.000 euro n.a.v. het verliezen van een octrooizaak.
  • Hamvraag is of de kost gemaakt zou worden indien de beroepsactiviteit niet uitgevoerd zou worden. dat is volgens mij de vraag die altijd gesteld zou moeten worden. Indien het antwoord “Nee” is dan heb je een beroepskost, dus de toga die je aankoopt als advocaat is dus duidelijk een beroepskost.
70
Q

Wat is de annualiteitsvoorwaarde bij beroepsinkomsten?

A
  • Gedragen: kosten die nog niet betaald zijn maar die geboekt zijn als zeker en vaststaande schuld. We spreken hier over een grote categorie belastingplichtigen die bedrijfsinkomsten hebben. Daar zitten ondernemers tussen, die van artikel 24 van twee weken geleden, die zijn onderworpen aan de boekhoudwetgeving.
  • Er is hier wat rechtspraak over maar die is daar heel helder in. Het is niet nodig dat de uitgave, inkomsten teweeg brengt in het jaar van de aftrek. Om de zoveel tijd heb je eens een controleur die origineel wil zijn.
    • Die zegt dat je niet kan bewijzen dat er inkomsten tegenover staan in het jaar dat je de aftrek doet. Men doet dit meestal bij reclamecampagnes. In december komt een factuur van 100.000 van een advertentiebedrijf, de controleur zegt dat dit niet wordt toegestaan om te worden afgetrokken van de inkomsten. Die inkomsten zitten in het volgende jaar, dit mag niet zegt de rechtspraak. Er is absoluut geen eis van matching tussen de kost en het inkomen. Het kan 1, 2 of zelfs 3 jaar later zijn.
71
Q

Wat is de bewijslast bij de aftrek van kosten van beroepsinkomsten?

A
  • Realiteit van de kost: Als je kosten wil aftrekken zal je hiervan bewijs moeten bijhouden:
  • Facturen, restaurantnota’s, tanknota’s,…
  • Aftrek van lonen is onderworpen aan een bijkomende eis:
    • Je kan de lonen maar aftrekken als je deze hebt gezet op een loonfiche. Als genieter van een loon krijg je van je werkgever een loonfiche, bijvoorbeeld jobstudenten. Waarom? Artikel 51: loonkosten zijn maar aftrekbaar mits rapportering op fiches. 1 van die fiches gaat naar de genieter van het loon de andere gaat naar de fiscus zodanig dat deze een link kan leggen tussen de betaler en de genieter.
  • Bewijslast: Als je kostenaftrekken claimt, vrijstelling claimt dan ligt de bewijslast bij de belastingplichtige.
    • Je bent niet verplicht om reële kosten te bewijzen. Dit is lastig want ondernemers zijn immers verplicht reële kosten te bewijzen maar vergeet niet dat de onttrekkende kunnen, hebben recht op kostenaftrek en kunnen dus die werkelijke kost dan wel het forfait aftrekken. Voor die mensen is dit een last. Je vader is bankbediende en die moet plots een boekhouding bijhouden van zijn kosten.
    • De wet zegt we willen dit niet opleggen we geven de keuze tussen de reële kosten of het forfait. Die keuze wordt gegeven aan elke plichtige behalve aan de ondernemers van artikel 24 want die zijn aan de boekhoudwetgeving onderhevig. Die hebben de keuze niet. Dit zijn onder andere de bakkers, slagers,… Die hebben geen recht op een forfait.
  • Forfait betekent niets bijhouden van kosten, je krijgt van rechtswege een aftrek. Hoeveel? Dit jaar fors verhoogd, 30% van de eerste schijf van 15733 euro met een maximum van 4720 euro.
    • Let wel dat je daarnaast altijd het recht om de RSZ af te trekken. Je krijgt per jaar een overzicht van je bijdragen. Vanaf wanneer heb je dus belang om je reële kosten te bewijzen?
      • Als je meer kosten kan aantonen dan 4720 euro. Wanneer zit je in deze situatie, als je een beroepswagen hebt. Je begint die af te schrijven op een aantal jaar. Als je een wagen hebt van 20.000 en je schrijft die af gedurende 4 jaar dan zit je al aan een kostenaftrek van 5.000 voor die 4 jaar. Je gaat meteen door het plafond.
72
Q

Wat met aftrek reële kosten?

A
  • Artikel 52: voorbeelden van kosten die aftrekbaar is: het is belangrijk wat niet aftrekbaar is of wat beperkt aftrekbaar is.
73
Q

Wat zijn de soorten afschrijvingen?

A
  1. Lineaire afschrijvingen
    • Bijvoorbeeld, je koopt een vrachtwagen van 500 000 EUR, je zegt dat de economische levensduur 10 jaar is, dan ga je elk jaar 50 000 EUR afschrijven (10%), dus 10 keer hetzelfde bedrag.
  2. Degressieve afschrijvingen
    • Dit is een fiscaal begrip, niet boekhoudkundig want hier wijken we af van het boekhoudrecht. Dit zijn snellere afschrijvingen of een versneld afschrijvingssysteem. Hoe werkt dat? Wel, op 2 manieren:
      1. Het lineaire percentage verdubbelen. Dus als je 10% lineair hebt, dan ga je afschrijven aan 20%. Dit is duidelijke een versnelling, je gaat van 10% naar 20%. Dit betekent dus prima facie dat je de vrachtwagen op 5 jaar gaat afschrijven.
      2. Dit is het speciale aan degressieve afschrijvingen: je schrijft af op de restwaarde. Doordat je afschrijft op de restwaarde, ga je op een bepaald moment bij degressieve afschrijvingen trager afschrijven dan lineair en dan switcht u naar lineair. Hierbij gelden 3 regels:
        1. Je verdubbelt het percentage
        2. Je schrijft af op de restwaarde
        3. Op het moment dat de degressieve afschrijving minder voordelig is dan de lineaire afschrijving, dan switch u naar de lineaire.
  • Indien u kiest voor degressieve afschrijvingen, dan moet u alle activa die tot dezelfde categorie behoren allemaal degressief afschrijven. Geen cherry-picking dus.
  • Het is in België niet of bijna niet geregeld hoe de economische levensduur moet bepaald worden, maar bestaan stilzwijgende regels over.
    • Maar 1 fiscale regel: Immateriële vast activa moeten verplicht lineair afgeschreven worden op 5 jaar.