Inkomstenbelasting Flashcards
Wat is het personele toepassingsgebied?
- Inkomstenbelasting is van toepassing op inwoners van België dus natuurlijke personen. Dan bent u belastbaar op uw wereldwijd inkomen als u inwoner bent. Dit is een onbeperkte belastingplicht: zowel buitenlandse activiteiten als beleggingen.
- Gevolg: risico om juridisch dubbel belast te worden maar dit is een rem aan het internationaal verkeer en de Europese interne markt dus art. 155.
- Er is een andere interne bepaling die zegt dat als u in buitenland belastingen betaald op interesten dan gaan we in België die buitenlandse belastingen aftrekken van de binnenlandse belasting, maar die regel geldt niet voor dividenden.
- Dus als u in België een dividend ontvangt van Franse bron wordt u dubbel belast. Zo’n maatregelen zorgen ervoor dat je niet grensoverschrijdend kan werken en dat de interne markt niet wordt gerealiseerd.
- Vandaag worden die interne maatregelen overruled door allerlei internationale verdragen waar we afzonderlijk gaan afspreken wie wat mag belasten en dat is voor elk soort inkomen. De bedoeling is de heffingsbevoegdheid over te hevelen tussen de landen om dubbele belasting te vermijden.
Wat houdt het aanslagjaar in?
- Annualiteitsprincipe: de personenbelasting wordt gevestigd op jaarbasis. Dit is het inkomen dat is gerealiseerd in het kalenderjaar. Voor vennootschap een boekjaar.
- Aanslagjaar is het jaar waarin de belasting wordt gevestigd. Dat is het jaar dat volgt op het jaar van het belastbaar tijdperk = 2018, aanslagjaar 2019.
- Alle bedragen zijn geïndexeerd, er is een indexstop geweest en alle bedragen zijn aangepast in het wetboek.
Wat doen we met een woonplaatsconflict?
- Twee vermoedens ingevoerd:
- Inschrijving in een bevolkingsregister is een weerlegbaar vermoeden dat u inwoner bent in België. Dat speelt in het voordeel van de fiscus.
- Bv. als u zich ingeschreven bent in het bevolkingsregister van Antwerpen dan is hij weerlegbaar een Belgisch inwoner. Hij kan zelf het tegenbewijs leveren. U kan dan zelf een tegenbewijs dat u duurzaam verblijft in het buitenland en dat u bijvoorbeeld daar vastgoed heeft.
- Vestigingsplaats van het gezin, de ligging van de gezinswoning = onweerlegbaar vermoeden. Bij gehuwden kan niemand tegenbewijs voeren voor gehuwden en wettelijk samenwonenden.
- Inschrijving in een bevolkingsregister is een weerlegbaar vermoeden dat u inwoner bent in België. Dat speelt in het voordeel van de fiscus.
Hoe zit het met gehuwden en hun aangifte?
- Gehuwden en wettelijke samenwonenden dienen één aangifte in, maar worden elk apart belast op zijn eigen inkomsten. Dan ziet u linkerkolom de inkomstentypen en dan twee rechterkolommen voor beide partners. De berekening van de inkomsten gebeuren volledig gescheiden.
- Eigen inkomsten: hiervoor wordt gekeken naar het huwelijksvermogensrecht om te bepalen of iets eigen is of niet.
- Bv. als je een huis koopt met spaargeld is het gemeenschappelijk vermogen en is men elk belast voor de helft.
- Inkomsten van kinderen: als het wettelijk genot bij ouders ligt, komt het bij de ouders.
- Sinds 2015: Je wordt ook belast op inkomsten die je niet hebt gekregen als je die hebt gevestigd in laag belaste vennootschappen en trusts. Dat is de zogenaamde kaaimantaks. Dat is de strijd tegen de belastingparadijzen.
Wat is de belastbare grond?
- In principe ben je nooit belastbaar op uw bruto-inkomen, maar belastbaar op uw netto-inkomsten. De vier inkomsten gaan in principe samengevoegd tot het gezamenlijk belastbare netto-inkomen:
- Onroerende inkomsten en bedrijfsinkomsten worden samengevoegd.
- Afzonderlijk belast:
- Alle roerende inkomsten en diverse inkomen.
- Uitzondering: het ontvangen van onderhoudgeld.
- Alle roerende inkomsten en diverse inkomen.
- Progressief belast:
- Onroerende inkomsten, bedrijfsinkomsten en ontvangen onderhoudsgelden.
Wat is het personaliteitsprincipe?
- Inkomsten die in hoofde van een natuurlijk persoon belastbaar zijn, blijven principieel beperkt tot de inkomste die door hem gerealiseerd werden, of aan hem kunnen toegerekend worden.
- Dit wordt door verschillende bepalingen doorbroken:
- Onroerende en roerende inkosmten van minderjarige kinderen worden fiscaal toegerekend aan hun ouders, die het wettelijke genot hebben van deze inkomsten: art. 126, §4 WIB.
- Inkomsten uit juridische constructies = doorkijkbelasting of kaaimantaks. Uitzondering: kwalificatie van dividend primeert op de doorkijkbelasting.
- Artikel 344, §2: ‘papieren tijger’: wordt zeer zelden toegepast.
Wat met diplomaten?
- Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren worden steeds geacht Belgisch rijksinwoner te zijn en dus aan de personenbelasting onderworpen blijven. Dit geldt ook voor hun inwonende gezinsleden.
- Op voorwaarde van wederkerigheid geldt voor niet-Belgische diplomatieke ambtenaren worden niet gezien als Belgische inwoners en zijn dus niet onderworpen aan de inkomstenbelasting.
Wat zijn de opbrengsten van onroerende goederen?
- Ongebouwde onroerende goederen: waar geen percelen op staan.
- Gebouwde onroerende goederen: dit kan alle constructies zijn
- Materieel en de outillage:
- Uit hun aard: art. 519 BW
- Door bestemming: art.524 BW
- Dit is enkel als het inkomsten zijn uit privékarakter want anders kunnen het volgens art. 37 inkomsten worden uit professionele activiteit en dit heeft andere verplichtingen: sociale zekerheid, beroepsinkomsten,…
Wat is het belastbaar moment bij onroerende inkomsten?
- In principe zijn onreorende inkomsten belastbaar in het belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige ze verkregen heeft (taxatie op cashbasis: art. 360 WIB)
- Belastbaar moment bij huur: kan gebeuren dat er op 1 moment huurgelden voor meerdere jaren wordt betaald dan mag dat bedrag gespreid worden over de verschillende jaren vanaf 1 januari van het belastbaar tijdperk waarin die last is betaald of gedragen: art. 7, §2.
- Belangrijk voor progressieve belastingtarieven.
Wat is het kadastraal inkomen?
- Elk in België gelegen onroerend goed heeft een kadastraal inkomen. Fiscus waardeert elk onroerend goed in België. Waardeert in de zin van ‘bepaalt welk inkomen, dat men kadastraal inkomen noemt, aan dit onroerend goed toebehoort’. Dat kadastraal inkomen is een geschat inkomen, netto-inkomen.
- Ze weet welke kosten, hoeveel huuropbrengsten mogelijk zijn = geïmputeerd inkomen (gallicisme).
- Geen definitie in het WIB dus kijken naar het BW voor de definitie van onroerend goed. Dus al de burgerlijke complicaties van onroerend door bestemming gelden ook het fiscaal recht.
- Als je uw onroerend goed niet verhuurt, kan je belast worden op dat geïmputeerde inkomen. Als je uw onroerend goed niet verhuurt en er zelf in woont dan ben je principieel belastbaar op dat kadastraal inkomen. Men wil ze allebei taxeren, want dan taxeer je de uitgespaarde kost als je iemand taxeert dat er zelf woont.
- Bevoegd daarvoor is de AAPD = Algemene Administratie Patrimonium Documentatie. 1000 ambtenaren maar die administratie is gigantisch onderbemand. De laatste algemene schatting van vastgoed was in 1980 = perequatie.
- Sindsdien is al het vastgoed niet meer herschat geworden. Nieuw vastgoed wordt wel herschat → Leidt tot gigantische discriminatie en oneerlijkheid.
- Bv. Ukkel heel oude, maar zeer dure huizen. Die hebben kadastraal inkomen van 1980 dat niet meer is aangepast. Er zijn sociale woningen die nieuw gebouwd zijn die een hoger kadastraal inkomen hebben dan een enorme villa met tuin.
- Wat hebben we gedaan om die discriminatie een beetje weg te werken? We hebben twee dingen gedaan:
- Kadastraal inkomen indexeren jaarlijks. Dus ineens is dat 40 % erbij in 1995. Belastingplichtige is de eigenaar/vruchtgebruiker/opstalhouder/erfpachter → Die 4 genereren opbrengst uit het onroerend goed.
Hoe wordt je belast op niet-verhuurde gebouwen?
- Niet-verhuurde gebouwen: de eigenaar woont zelf in dat gebouw: kadastraal inkomen + 40 %: inhaalbeweging van de jaren ‘90 geldt enkel voor gebouwen en niet op gronden. Maar het eigen woonhuis is vrijgesteld.
- Dit is te danken aan Verhofstadt en zijn regering. Toen is er besloten om de mensen niet meer te taxeren op de geïmputeerde opbrengst van hun eigen woning. Dus eigen woning is vandaag de dag niet meer belastbaar.
- De uitzondering voor de eigen woning geldt voor de eerste woning. Het is te zeggen, de gezinswoning. Daar waar het hoofdverblijf is gevestigd. Verhuur aan particulier voor niet beroepsmatig gebruik.
Wat als bij verhuring de huurder het pand beroepsmatig gebruikt?
- Niet langer meer belast op het KI, maar op reële huur. Hier is minder risico op collusie, want de huurder en verhuurder geen incentive op de prijs te verhogen of verlagen.
Wat met pachtwetgeving en de inkomsten uit onroerende goederen?
- Pachtwetgeving: belastbaar op kadastraal inkomen: hiervoor is geen ratio legis, dit komt door de sterke Boerbond en hun lobbygroep.
Hoe zit het met inkomsten uit erfpacht en opstal?
- Zakelijke rechten, heel veel fiscaal misbruik.
- Recht van optstal: max. 50 jaar: dan natrekking en krijg ik het gebouw als eigenaar van de grond.
- De canons worden belast: de reële inkomsten die u krijgt door de vestiging opstalrecht en opstalrecht.
- Artikel 10: dit is in 1 keer. Wetgever schrik dat er prijsbewimpeling gaat zijn dus kan herwaarderen.
- Erfpacht = huur van minimum 27 jaar tot 99 jaar. Contract is onopzegbaar dus je hebt een heel vaste inkomstenstroom.
- Vruchtgebruik is niet belastbaar –> legaliteitsbeginsel: het staat niet in de wet en is dus niet belastbaar.
Hoe zit het met de aftrek van kosten bij onroerende goederen?
- Indien je belast wordt op KI dan mag je geen kosten aftrekken omdat het KI een geschat netto-inkomen is –> heel streng van de fiscus.
- Je kan procedure opstarten als je het niet eens bent met de waarde van de KI.
- Als je belastbaar inkomen gelijk is aan je huurinkomen, dan mag je kosten aftrekken:
- Forfait van 40 % = heel genereus. Je moet geen reële kosten bewijzen omdat een particulier belegger moet je niet opzadelen met boekhoudverplichtigen.
- Maar de fiscus vondt dit toch te genereus dus nu beperkt tot 2/3de van het gerevaloriseerde KI: dit is dus het KI, niet geïndexeerd maal de revoalorisatiecoëfficiënt = 4,39.
Wat is de volledige vrijstelling van het KI?
- Sommige gebouwen zijn volledig vrijgesteld van kadastraal inkomen.
- Artikel 12: eigenaars van gebouwen voor onderwijs, erediensten, ziekenhuizen,…
- Dus dan geen federale belasting en ook geen regionale belasting want de onroerende voorheffing is een percentage van het KI.
- Eigen woning is ook vrijgesteld: de gezinswoning
- Dit is ook als je 6m bent weggeroepen voor een humanitaire missie blijft dit je eigen huis.
- Ook als je het pand niet kunt betrekken omwille van sociale redenen: bent zwaar ziek en moet 6 maanden in het ziekenhuis blijven: dan kan je nog steeds die vrijstelling behouden.
- Dit is echter enkel voor de federale personenbelasting en je gaat nog wel onderworpen zijn aan de onroerende voorheffing etc.
Wat is de onroerende voorheffing?
- Dit is een oneigenlijke regionale belasting: het is niet echt een voorheffing, maar meer een belasting, ze hebben hier een regionale belasting van gemaakt. Vroeger was het nog wel een voorheffing op de personenbelasting, maar niet meer.
- In 2002 overgeheveld naar de regio’s = zuiver regionale belasting.
- Je gaat nooit een regionale belasting kunnen aftrekken van een federale belasting dus het zou onlogisch zijn moest het een voorheffing zijn: elk zijn eigen portfeuille.
- Het is een vermogensbelasting op vastgoed: een aantal procenten van het KI.
- Tarief in Vlaanderen: 3,97:
- Veel vrijstellingen want dat mag Vlaanderen doen, samen met grondslag verminderen en tarief wijzigen. Veel vrijstellingen op bedrijfsvastgoed, machines en routenering: dit is niet zo in Brussel of Wallonië.
- De onroerende voorheffing wordt veel zwaarder door de provinciale en gemeentelijke opcentiemen! Dit mag volgens artikel 364 WIB.
Wat zijn de categorieën roerende inkomsten?
- Inkomsten uit risicodragend kapitaal:
- Aandelen: die brengen dividenden op, winst van een vennootschap na belasting.
- Inkomsten uit niet-risicodragend kapitaal:
- Alle schuldinstrumenten met vaste rente: obligaties, kasbons, termijnrekeningen, interest, leningen
- Inkomen uit verhuring van (on)lichamelijke roerende goederen
- Royalties: vooral bij octrooien
- Lijfrenten
- Auteursrechten
Belangrijk: opnieuw het onderscheid of hij dit doet in functie van zijn beroep of in functie als privépersoon.
Hoe worden roerende inkomsten belast?
- Roerende inkomsten worden niet geglobaliseerd. Die worden dus niet bijgeteld bij de onroerende en bedrijfsinkomsten die samen progressief worden belast.
- Nee: afzonderlijk belastbare inkomsten = ADI’S.
- Basisregel tarief: 30 procent.
- Dit is via voorheffingen: dit wordt ingehouden aan de bron namelijk 30 %.
- Sommige wel vrijgesteld: lijfrentes en huurinkomsten.
- Buitenlandse roerende inkomsten zijn vrijgesteld van roerende voorheffing, maar je moet ze wel aangeven: dit komt doordat er geen extraterritoriale fiscale wetgeving is buiten het Belgische grondgebied: je kan geen verplichtingen opleggen aan een buitenlandse bank.
Wat is de bevrijdende roerende voorheffing?
- De belasting wordt betaald via de inhouding aan de bron door de betaler. Ze zijn al belast en je moet ze dus niet aangeven in uw aangifte:
- Bevrijdende roerende voorheffing omdat je al hebt betaald en ze toch niet worden samengeteld bij bedrijfsinkomsten en roerende inkomsten.
- Geen roerende voorheffing op buitenlandse dividenden en interesten:
- Deze moet u dus wel inhouden want ze zijn nog niet belast geweest.
- Auteursrechten altijd aangeven, ook al is de roerende voorheffing ingehouden.
- Vroeger 1880 vrijstelling voor interesten op spaarboekjes per belastingplichtige maar Michel wil jobs creëren dus beperkt tot 940.
- Ook een belastingvrije som op dividenden van 640 euro: maar de verplichting blijft aan de betalers van de roerende voorheffing om ze in te houden dus je moet zelf op je aangifte aantonen en dan krijg je 192 euro teruggestort.
Waarom denkt de fiscus dat weinig mensen aanspraak gaan doen op de vrijstelling van dividenden?
- Het is maar 192 euro: dus veel mensen vinden het misschien niet de moeite.
- Wanneer dat je dat vakje aanduidt moet je zeggen welke aandelen je hebt. Door het feit dat de roerende voorheffing liberatoir is, is het mogelijk om anoniemn in roerende waarden te beleggen. Niemand bij de fiscus weet hoe groot het vermogen is van Belgen die belegen in roerende waarden want dat moet niet aangegeven worden.
- Er is geen vermogenskadaster.
- Roerende voorheffing is ook geen voorheffing meeer omdat het een belasting is: het is geen voorschot op de progressieve personenbelasting: het wordt afzonderlijk belast: het is liberatoir en dan is het gedaan.
Hoe gaat de Belgische fiscus om met buitenlandse roerende inkomsten?
- Op internationaal niveau is de International Reporting Standard gemaakt. Dit is een multilaterale overeenkomst en men heeft alle landen, inclusief de belastingparadijzen gedwongen om gegevens uit te wisselen.
- Ze mogen zich niet meer achter het bankgeheim verschuilen
- Alle Belgen ook de verplichting om buitenlandse bankrekeningen in hun Belgische aangifte te vermelden: heel grote sancties als je het niet doet.
- Verplichting bij het CAP: Centraal aanspreekpunt bij de Nationale Bank om uw buitenlandse bankgegevens: dus zowel in uw aangifte als bij de Nationale Bank.
- Fiscus kan in het CAP gaan kijken als er:
- Aanwijzingen van fraude
- Indiciair tekort: je uitgaven kloppen niet met wat je als inkomsten aangeeft. Tekenen en indiciën van welstand: Artikel 341 WIB.
Wat zijn aandelen?
- 3 kenmerken:
- Recht dividend
- Recht op liquidatiebonus bij het einde van de vennootschap
- Stemrecht.
- Tegenover het winstbewijs: daarvoor geen stemrecht maar wel voorrang bij dividenden.
- Dividenden bij aandelen zijn economisch dubbel belast:
- Dezelfde belasting wordt 2 keer belast: 1 keer winstbelasting binnen de vennootschap zelf en dan ook nog bij de dividend uitkering: de 30 % roerende voorheffing.
Wanneer zijn dividenden niet belast?
- Vanaf 1 juli 2013: KMO die wordt opgericht met geld en de dividenden die op dat kapitaal worden uitgekeerd: maar 15 %.
- Het moet een KMO zijn: art. 15 W. Venn.
- Het is pas vanaf het 3de jaar, dus de eerste 2 boekjaren geen dividenden: VVPRbis: Verlaagde voorheffing PR = précompte réduit.
- Er is VVPRter: Vroeger werden heel veel vennootschappen geliquideerd omdat je zo je winst voor 10 % er kon uithalen en nu dus aangepast naar 25%.
- Nu liquidatiereserven: je betaalt 10% extra vennootschapsbelasting en dan kan je dat in je liquidatiereserve zetten op je balans, maar dat is de eindheffing, dus als je met pensioen gaat dan moet je hier niet nog eens belasting op betalen.
- Dus als je 100 winst hebt, eerst 29 vennootschapsbelasting: 71, dan 10 procent extra: 63,9 in de reserves.
Wat zijn terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal en uitgiftepremies?
- 2 aandeelhouders richten samen een vennootschap op: elk de helft van de aandelen en elk stort 500.000 euro kapitaal. Samen is het maatschappelijk kapitaal dus 1 miljoen.
- Wat als die 2 zeggen: we hebben een te hoog maatschappelijk kapitaal: we willen een kapitaalvermindering van 200.000 euro?
- Vennootschapsrechtelijk moet de proportionaliteit van de aandeelhouders worden gerespecteerd dus elk 100.000 euro terug. Dan is het kapitaal 800.000 euro.
- Wat zijn hier de fiscale gevolgen van?
- Geen: het is je eigen geld. Het is geen rendement, geen dividend.
- Bv. je aandeel van Acco terug gaan verkopen waarbij Acco verplicht is terug te kopen = terug inkoop van eigen aandelen door Acco.
- Zie artikel 18, 2: terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal zijn onbelaste verrichten op dubbele voorwaarde:
- Het kapitaal moet worden terugbetaald.
- Je moet de vennootschapswetgeving hebben nageleefd: dus de specifieke regels over kapitaalvermindering. Notariële algemene vergadering, notariële akte, gelijkheid van de aandeelhouders, 2 maanden wachten. Deze voorwaarden moet je respecteren om fiscaal een vrijstelling te krijgen
- Als je echter een fout maakt tegen het vennootschapsrecht dan is je kapitaal een dividend en dan ineens een belasting van 25% voor de overtreding.
Wat zeggen de kerstwetten over de kapitaalvermindering
- Wet van 25 december 2017: 4 fiscale wetten die het hele wetboek ondersteboven hebben gehaald voor de vennootschapsbelasting en de spaarfiscaliteit.
- Dit zijn de Kerstwetten.
- Wet zegt: zelfs als je een kapitaalvermindering doet, dat fiscaal die kapitaalvermindering geen kapitaalvermindering meer is als de vennootschap nog reserves heeft.
- Voorbeeld: Kapitaal 100.000 en reserves 400.000. Dus kapitaalvermindering van 30 dus terugbetaling, proportionele verdeling over de aandeelhouders.
- Algemene vergadering gaat akteren dat het gemeenschappelijk kapitaal 70 is.
- Fiscaal zegt de wet nu sinds 1 januari van dit jaar: als je een kapitaalvermindering doet van 30 dat die 30 bestaat uit deel kapitaal en deel reserves.
- Dat wordt proportioneel bepaald die verhouding.
- 100 kapitaal en 500 totaal eigen vermogen → 20 procent van die 30 is kapitaalvermindering = 6 en 24 is reserve-uitkering.
- Reserve-uitkering is dividenduitkering dus 30 procent roerende voorheffing tenzij VVPRbis dan maar 15.
- Dus vennootschap heeft 500.000 euro op bankrekening staan en je wilt die eruit halen via kapitaalvermindering. Wetgever wou niet meer meedoen omdat er zoveel kapitaalverminderingen zijn omwille van fiscale redenen.
- Dus de truc van de onbelaste kapitaalvermindering behoort daarmee tot verleden.
Wat zijn inkoop en liquidatiebonussen?
- Liquidatiebonus: Dat betekent dat de vennootschap stopt met werken, al zijn activa verkocht heeft en dus laatste fase in deze vennootschap dat zal betekenen dat ook die 5 in cash staat. Alles is verkocht, alle schulden zijn betaald. De aandeelhouder is de laatste in de rij. Alle bevoorrecht schuldeisers zijn betaald.
- Aandeelhouder krijgt pro rata zijn deel: daarop wordt die niet volledig belast maar enkel op de winst: stel 5 miljoen is nog over en er was 1 miljoen kapitaal ingebracht dan is er 4 miljoen winst dus elk 2 miljoen waarop ze belast zijn als er 2 aandeelhouders zijn. Hierop 30 procent belasting
- Tenzij: VVPRter: liquidatiereserve.
- Aandeelhouder krijgt pro rata zijn deel: daarop wordt die niet volledig belast maar enkel op de winst: stel 5 miljoen is nog over en er was 1 miljoen kapitaal ingebracht dan is er 4 miljoen winst dus elk 2 miljoen waarop ze belast zijn als er 2 aandeelhouders zijn. Hierop 30 procent belasting
Wat is geldlening?
- Hof van Cassatie heeft daar een paar keer over moeten nadenken omdat het niet gedefinieerd is in het fiscale wetboek → Artikel 1802 BW van het civiel recht.
- Som geld en die som terugbetalen op termijn en tussenin vergoeding, rente. Dus er is een overdracht van een som geld van A naar B, die aan het einde terug moet komen van B naar A.
Wat zijn besmette leningen?
- Een vennootschap mag maar net zoveel lenen als zijn eigen vermogen: 1:1.
- Dit mag ook maar tegen marktrente.
- Alle interest die pro rata wordt betaald boven hoeveel je mag lenen mag je niet aftrekken: heel strenge regel.
- Fiscaal eigen vermogen is de som van het kapitaal en de reserves. Ik heb hier nu gedaan alsof die vennootschap al een paar jaar bezig is en al wat reserves heeft opgebouwd, maar u moet zich plaatsen op dag 1.