BTW Flashcards

1
Q

Wat is de btw?

A
  • BTW is een indirecte belasting op consumptie: hier wordt er belasting geven op inkomsten of vermogen bij de besteding van economische middelen.
  • Btw wil de finale consumptie belasten, dus de eindverbruiker draagt de btw economisch. Deze is de economische drager, maar niet de belastingplichtige –> indirecte belasting
    • Inning gebeurt door de handelaar = belastingplichtige. Hij draagt de btw over naar de Schatkist.
  • Btw omzeilt het probleem van traditionele omzetbelasting waarbij een cumulatie van belasting ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is aftrek van voorbelasting?

A
  • Regel die voorkomt dat de btw drukt op een afnemer die de goederen of diensten verder gebruikt in het productie- of distributieproces.
  • Ondernemer kan de btw die hij betaald heeft voor de aankoop van goederen of diensten (voorbelasting) die hij in zijn onderneming gebruikt aftrekken van de btw die hij zelf heeft aangerekend aan zijn klanten.
    • Hij moet dan enkel het verschil doorstorten aan de staat of geld terugkrijgen.
  • Dit is een systeem van gefractioneerde betalingen: zo betaalt elke leverancier slechts de btw over de waarde die hij toevoegd aan het finale goed.
  • Btw wordt definitief door de eindconsument gedragen, die geen recht op vooraftrek heeft.
  • Ontstaat onmiddellijk en hangt niet af van het moment dat het goed of dienst wordt verkocht of verricht (art. 45, §1).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heeft de btw richtlijn directe werking?

A
  • Volgens het Hof van Justitie heeft de btw-richtlijn directe werking, ook al is die niet tijdig omgezet door de Belgische wetgever.
  • Voorwaarden:
    1. Richtlijn inhoudelijk onvoorwaardelijk
    2. Richtlijn voldoende duidelijk en nauwkeurig
    3. Indien de omzettingstermijn verstreken is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt het neutraliteitsbeginsel in?

A
  • Ontstaan door de rechtspraak van het Hof van Justitie.
  1. Btw wil situaties van dubbele belasting vermijden: via aftrek van voorbelasting
  2. Neutraliteit tussen belastingplichtigen: RP = NP = overheden (als dat leidt tot verstoring mededinging: art. 6)
  3. Neutraliteit tussen transacties: gelijkaardige producten en diensten aan zelfde tarief en zelfde als binnenlands
  4. Neutraliteit tussen eindverbruikers = alle eindverbruikers moeten belast worden. Dit komt voor bij onttrekking (als er al recht op aftrek was en dan levering aan zichzelf)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zou een btw-verhoging een goed idee zijn om meer inkomsten uit de belastingen te halen?.

A
  • Btw is een regressieve belasting en zet dus het meeste druk op de lagere inkomstencategorieën die daar het eerst onder lijden. Dit tegenover de progressieve personenbelasting, waarbij het inkomn stijgt en de belasting. Bij de btw stijgt de gemiddelde belastingdruk, naarmate hoe kleiner het inkomen.
  • Dit is in strijd met het draagkrachtsbeginsel of het ‘ability to pay’ beginsel:
    1. Horizontaal: mensen met gelijke financiële draagkracht moeten dezelfde belastingdruk ondergaan
    2. Verticaal: mensen met een grotere draagkracht moeten groter deel belasting betalen.
  • Mildering: basisgoederen aan 6%.
  • Het regressieve karakter wordt geneutraliseerd door het herverdelende effect van de inkomstenbelasting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe best een btw casus oplossen?

A
  1. Wie wordt belast?
    • Toepassingsgebied ratione personae = handeling door belastingplichtige.
  2. Wat wordt belast?
    • Toepassingsgebied ratione materiae = belastbare handelingen
  3. Waar vindt de handeling plaats?
    • Dit is van belang voor de plaatsbepalingsregels (zie ICV)
  4. Is de handeling vrijgesteld?
    • Geen vrijstelling? Dan kijken naar het tarief en de maatstaf van heffing = belastbare grond
  5. Wie is de schuldenaar van de btw?
    • Wie moet de btw storten aan de staat = belastingplichtige
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de btw-belastingplichtige?

A
  • Artikel 4 WBTW (!).
  • Zij rekenen btw aan aan hun klanten en storten wat zij hebben ontvangen, met mindering van de btw die ze betaald hebben aan hun leveranciers, door aan de staat.
  • Alleen btw-plichtige hebben recht op vooraftrek en alleen een btw-plichtige kan handelingen stellen die aan btw zijn onderworpen.
    • Uitzondering: invoer van goederen sowieso btw, wie ook invoert.
  • Kan elke NP, RP, VZW,… Ook buitenlandse ondernemingen, onafhankelijk van nationaliteit. Ook overheden.
  • Economische activiteit nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de “economische activiteit” in van de btw-plichtige?

A
  • Samengaan van arbeid en kapitaal. Alle activiteiten van de producent, handelaar, exploitaie van zaken,…
  • Er moet een vergoeding zijn, dus niet om niet.
    • Prestaties om niet = eindverbruiker omdat de producti - en distributieketen bij hem ophoudt: Hong Kong Trade Development Council: Hof van Justitie
    • Tolsma arrest: Hof zegt dat een verrichting zonder tegenprestatie is niet aan btw onderworpen. (straatmuzikant: bijdragen waren vrijwillig gegeven)
    • Dit zijn gevolgen van het neutraliteitsbeginel.
  • Dit kunnen ook illegale activiteiten zijn:
    • Hof: ter beschikking stellen van een tafel voor de verkoop van illegale substanties is ook een belastbare handeling.
    • Dit omdat er concurrentie met legale activiteiten ontstaat. Anders oordelen zou in strijd zijn met neutraliteitsprincipe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het “geregeld” in bij btw-plichtige?

A
  • Economische activiteiten moeten geregeld zijn dus niet louter occasioneel of eenmalig.
    • Casuïstische benadering
  • Er moet een zekere opvolging van handelingen bestaan:
    • Belastingplichtige die een toevallige handeling verricht in het kader binnen de uitoefenen van zijn geregelde werkzaamheid:
    • Bv. slager die zijn toonbank verkoopt = btw plichtig en zal btw moeten aanrekenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het begin en het einde van de belastingplicht?

A
  • Vanaf het moment dat men voldoet aan artikel 4 WBTW is een persoon automatisch een btw-plichtige. Hij zal zich moeten registreren.
    • Vanaf dan ontstaat het recht op aftrek van de voorbelasting: ook voor de voorbereidende handeling als er daarna geen outputhandeling volgt –> neutraliteit.
  • Van zodra de persoon niet meer voldoet aan de essentiële criteria van artikel 4 zal deze persoon van rechtswege niet langer een btw-plichtige zijn. Alleen een definitieve stopzetting leidt tot het einde van de belastingplicht.
    • Dus niet de tijdelijk stopzetting: bv. sluiting Galetjee tijdens winter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat met holdingactiviteiten?

A
  • Hof van Justitie heeft zich in een aantal arresten uitgesproken over de draagwijdte van het begrip ‘economische activiteit’.
  • Arrest Polysar: het verwerven en houden van aandelen en het verkrijgen van dividendinkomn niet kan beschouwd worden als een exploitatie van een zaak.
    • Dit zijn de niet-belastingplichtige rechtspersonen.
  • Wel btw verplicht als het handelingen zijn verricht in het kader van een directe of indirecte inmenging in het beheer van de vennootschappen waarin wordt deelgenomen.
    • bv. vennootschap die gewoon aandelen houdt, zonder inmenging –> geen btw verschuldigd.
    • vennootschap die wel aanleiding geven tot btw-plicht als die advies geeft aan de dochtervennootschappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de subjectieve vrijstelling?

A
  • Aantal publiekrechtelijke lichamen worden uitgesloten van de btw-plicht omwille van hun hoedanigheid: art. 6. Dit zijn de niet-belastingplichtige rechtspersonen. Enkel voor de handelingen die zij stellen in hun hoedanigheid, handeling die enkel een overheid kan stellen.
  • Wel btw-plichtig voor werkzaamheden of handelingen die tot concurrentiverstoring van enige betekenis.
  • Aantal handelingen waarvoor onweerlgbaar vermoeden zijn waarbij ze steeds belastingplichtig zijn.
    • Bv. Leuven die parkeergeld vraagt op openbaar domein = niet btw plichtig maar wel als het een ondergrondse parkeergarage uitbuit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een levering van goederen?

A
  • Artikel 2 WBTW:
  1. Handeling wordt verricht door een belastingplichtige die handelt in de uitoefening van zijn economische activiteit: art. 4 WBTW
  2. De handeling moet een levering van een goed zijn: art. 10, §1 of hiermee gelijkgesteld: de juridische beschikkingsbevoegdheid moet worden overgedragen of de economische beschikkingsmacht waarbij de medecontractant defacte formeel juridisch eigenaar is.
    • Lichamelijk goed zijn: ook elektriciteit, gas, zakelijke rechten maar geen onlichamelijke goederen.
  3. Levering moet plaatsvinden onder bezwarende titel
  4. Levering moet plaatsvinden in België
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is onttrekking?

A
  • Artikel 12: wanneer een btw-plichtige een goed uit zijn voorraad neemt en het gebruikt voor andere doeleinden moet er een onttrekking worden verricht.
    • Dus: als de voorbelasting op een bepaald goed reeds in vooraftrek is gebracht, maar zonder dat nog een outputhandeling wordt gesteld omdat het goed bv. niet meer verkocht wordt.
    • De btw moet gecorrigeerd worden.
    • Dit is voor de neutraliteit.
  1. Btw over de aankoopprijs van het goed: correctie moet enkel gebeuren als voor dat goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek is ontstaan.
  2. Dit kan dus gebruik zijn voor andere doeleinden (privé of voor zijn personeel), schenking om niet van en goed: uitzondering als waarde minder is dan 50 euro.
  3. Stopzetting van de economische activiteit –> hier opnieuw een fictieve levering aan zichzelf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de plaats bij de levering van goederen?

A
  • Basisregel: artikel 14: levering vindt plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering.
    • Dit is van belang voor de btw omda alleen de levering van goederen die in België plaatsvindt is onderworpen aan Belgische btw.
  • Terbeschikking moet niet materieel zijn, louter juridisch volstaat.
  • Uitzondering: als de goederen worden verzonden of vervoerd –> plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van vertrek of ht vervoer naar de afnemer = ook bij Intracommunautaire levering.
    • Tenzij het van een niet-EU land is dan is het land van de invoerder
  • Uitzondering: als het goed nog geïntsalleerd of gemonteerd moet worden is dat de plaats:
    • Waarde goed <50 %: levering goed
    • Waarde goed >50%: levering dienst: hiervoor plaatsbepaling dienst regels.
  • Levering tijdens IC-passagiersvervoer: plaats van het vertrek van het passagiersvervoer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het belang van het tijdstip van een levering van een goed?

A
  1. Termijn te bepalen waarin de belastingplichtige / schuldenaar van de btw effectief de belasting zal moeten voldoen aan de schatkist.
    • In principe op moment dat levering gebeurd
  2. Te bepalen welk tarief bij eventuele tariefwijzigingen
  3. Het tijdstip te bepalen waarop het reht op aftrek van voorbelasting ontstaat.
17
Q

Wat zijn occasionele btw plichtigen mbt verkoop nieuwbouw?

A
  • Occasionele btw-plichtigen: verkoop van nieuwbouw
  1. Gebouw of grond?
  2. Is het een gebouw?
  3. Is het nieuw of oud gebouw?
    • Oud: registratierecht, nooit btw (10 % vandaag, binnenkort 6%)
  4. Nieuw gebouw? Wie verkoopt? Bouwpromotor?
    • Altijd btw!
  5. Iemand anders?
    • Optie! Normaal registratierecht tenzij men opteert om btw te kiezen.
      • BTW is 21 procent en registratie 10 procent. Je kan alle btw aftrekken die je zelf aan aannemer hebt betaald wanneer je gebouw hebt gekocht, waardoor uw kostprijs ook met 21 procent zakt. Dan kan je hogere winstmarge maken of juist verkopen aan lagere prijs.
18
Q

Wat zijn met levering gelijkgestelde handelingen?

A
  • Onttrekking: je hebt uw recht op aftrek al gebruikt want ontstaat bij levering goed of wanneer je factuur krijgt en je gaat het daarna zelf gebruiken
  • Gratis weggeven van goederen: factuur aan zichzelf en btw doorstorten aan schatkist, zoals bij onttrekking
  • Ingebruikneming als bedrijfsmiddel van een roerend goed
    • Bedrijfsmiddel: goed dat je duurzaam in bedrijf gebruikt, in boekhoudkundige termen: ‘vast actief’.
      • Bv. Meubelzaak die in zijn toonzaal een boekenkast plaatst en deze dan in zijn eigen bureau zet. Die boekenkast is gekocht om doorverkocht te worden, vandaar automatisch recht op aftrek. Die boekenkast wordt een bedrijfsmiddel. Boekenkast wordt uit handelszaak weggehaald, wordt duurzaam in handelszaak gebruikt als bedrijfsmiddel, het wordt dus niet verkocht, opnieuw correctie via onttrekkingsmechanisme.
  • Bij faillissement nog doorstorten van de goederen waarvoor aftrek al is geclaimd –> ziet de fiscus weinig van terug: VAT-gap ratio
19
Q

Wat is het tijdstip van de levering?

A
  • Artikel 16 WBTW: van belang het tijdstip waarop het goed ter beschikking wordt gesteld van de verkrijger of de overnemer:
    • Onmiddellijke eigendomsoverdracht
    • Levering met montage: voltooiing levering
    • Vervoer: voltooiing levering.
    • Doorlopende leveringen: bv. Gas, elektriciteit,… à tijdstip na verstrijken periode waarop afrekening betrekking heeft.
  • Vermoeden: Levering wanneer goederen niet meer in magazijn aanwezig zijn. De btw-administratie doet onaangekondigde stock-controles (boekhouding tellen volgens stock nog aanwezig). Maatregel tegen verkoop in het zwart: Op al die zwarte verkopen wordt levering geacht plaats te hebben in België.
20
Q

Wat houdt de opeisbaarheid van btw in?

A
  • 3 vragen : artikel 16/17
    1. Aan welke staat moet de btw worden betaald?
      • Zie de regels over levering
    2. Wanneer ontstaat de facturatieplicht van de leverancier?
      • Wanneer levering voltooid is: als men factureert voor de levering, dan valt de btw op moment facturatie!
      • Voorschotfacturen: Daar ook al een deel Belgische btw!
    3. Wanneer ontstaat het recht op aftrek van de koper?
      • Dag van facturatie zie artikel 17.
  • Tijdstip van betaling van factuur door klant is irrelevant voor de opeisbaarheid van de btw door de fiscus. Leverancier btw voor als zijn klant laat betaald.
21
Q

Wat is een levering van een dienst?

A
  • 4 voorwaarden:
    1. Handeling verplicht door belastingplichtige in uitoefening van een economische activiteit
    2. Handeling moet een dienst zijn of hiermee gelijkgesteld
    3. Ten bezwarende titel
    4. In België
  • Residuaire categorie, niets ontsnapt aan btw.
  • Verschillende acategoriën:
    1. Materieel of intellectueel werk
    2. Contracten ivm lichamelijke goederen
    3. Contracten ivm lichamelijke goederen
    4. Technische diensten op afstand
22
Q

Wanneer is de btw verschuldigd op een dienst?

A
  • Wanneer de dienst voltooid is: art. 22, §1.
  • Voor voortdurende diensten is het verstrijgen van de periode waarop de afrekening betrekking heeft of kalenderjaar.
  • Uitzondering: je factureert voor dat de dienst is voltrokken: voorschotfactuur: prijs ten dele betaald voordat de dienst voltooid is dan is btw verschuldigd op dat voorschot.
23
Q

Wat met de afnemer van een dienst voor een klant buiten de EU?

A
  • Afnemer van een dienst bij intellectuele of immatriële diensten ten voordele van een klant die niet in de EU is gevestigd. Dat wil in de praktijk zeggen, geen btw. Heel sympathiek van onze Europese wetgever. We geven een hele pak btw weg voor consumers, en enkel voor consumers buiten de EU heffen we geen btw op. Ik vind dat vrij sportief.
  • Bv. Belgische dame, die in Zwitserland woont: factuur: 25.000 euro :maar ze geniet van de uitzondering want ze woont niet in de EU, haar nationaliteit is niet relevant, het is haar woonplaats. Dus geen btw want ze woont buiten de EU.
24
Q

Wat is het bestemmingslandbeginsel?

A
  • Wanneer goederen of diensten geleverd of gepresteerd worden in het buitenland worden de belastingregels toegepast zoals die gelden in het land van de verbruiker, niet de leverancier.
    • Dit is de belasting volgens de eindbestemming van het goed.
  • Grenscontroles binnen EU afgeschaft in 1993.
  • Invoer van goederen is aan btw onderworpen: moetniet onder bezwarende titel zijn om belastbaar te zijn: voor diensten geldt het algemeen regime (art. 18).
    • Wel alleen als het goed wordt verbruikt in het binnenland, productief of consumptief.
    • Bij invoer voor binnenlands gebruik is altijd btw verschuldigd, ongeacht of de invoer gebeurt door een belastingplichtige of door een particulier.
      • De btw is verschuldigd door de geaddresseerde = vrijkrijger of overnemer.
25
Q

Wat is de btw bij grensoverschrijdende levering van goederen?

A
  • We willen neutraliteit dus er moet btw betaald worden bij de import van goederen.
    • Import sinds Verdrag van Wenen 1993: buiten EU –> binnen EU.
  • Intracommunautaire verwerving ingevoerd: verkoop roerend goed van 1 EU-bedrijf aan een bedrijf in een ander EU-land.
  • Particulieren hebben ook de verplichting om Belgische btw te betalen op import
    • Als je Rolex koopt in het buitenland moet je die declareren.
  • Bedrijven hebben keuze waarop de btw wordt geheven bij invoer:
    • Je kan zeggen: het moet naar Luxemburg en dus het land van eindbestemming en dan geen Belgische btw.
    • Of invoer in Belgie en dan ICV naar Luxemburg
26
Q

Wat is een ICV?

A
  • Oplossing omdat er geen binnengrenzen zijn: art. 3bis en 25bis.
  • Dit is wanneer een Belgische btw-plichtige roerende goederen koopt in een andere lidstaat en die worden getransporteerd naar België, zonder montage of installatie.
    • ICV gebeurt in het land van bestemming, irrelevant wie het transport doet.
  • Voorwaarden:
    1. Levering = macht verkrijgen om als eigenaar te beschikken en onder bezwarende titel
    2. Aard van het goed = grensoverschrijdende leveringen of verzending van lichamelijk roerend goed: geen installatie of montage ! Er moet dus transport zijn van 1 lidstaat naar een andere.
    3. ICV moet plaatsvinden in Belgë = plaats van bestemming
    4. Hoedanigheid van de leverancier van het goed = belastingplichtige die handelt in uitoefening van zijn economische activiteit (tenzij nieuw vervoermiddel: ook particulieren)
    5. Hoedanigheid van de afnemer = btw-plichtige van de gewone soort: art. 4.
27
Q

Wat is de vangnetbepaling bij ICV?

A
  • Om tegen te gaan dat er nergens btw wordt betaald: dus als Delhaize Italiaanse wijnen besteld met hun Belgisch btw-nummer en ze willen die naar Luxemburg brengen dan is r een werlegbaar vermoeden dat er Belgische btw verschuldigd is.
    • Dan zal Delhaize moeten aantonen dat de goederen naar Luxemburg gaan.
  • Dit is artikel 25quinquies, §5.
28
Q

Hoe geraakt de fiscus aan zijn btw?

A
  • Hetzelfde als bij B2B van goederen: verlegging van heffing. In 1 keer de btw aanrekenen en aftrekken = nuloperatie want bedrijf gaat dat nog doorverkopen. ICV enkel tussen 2 belastingplichtigen hierdoor!
29
Q

Wat is de maatstaf van heffing?

A
  • Grondslag van de belasting = belastbaar bedrag waarop het tarief wordt toegepast = tegenprestatie van de medecontractant of van een 3de, geldt ook bij een ICV.
  • Prijs en alle bijhorigheden als het in geld is, anders de normale waarde als het niet in geld is uitgedrukt (art. 32)
  • De belasting wordt geheven op de prijs, de effectief betaalde prijs dus ook als je korting hebt, daarop geen belasting.
  • Bij invoering is de maatstaf op de waarde van de goederen die we invoeren.
30
Q

Wat is een intracommunautaire levering?

A
  • Tegenovergestelde van een intracommunautaire verwerving: hier speelt artikel 14 dus niet waarbij de regel is dat belasting wordt geheven bij begin van de levering.
  • Intracommunautaire levering in het land waar het transport begint: die is vrijgesteld van Belgische BTW: artikel 39. Op voorwaarde dat:
    • Leverancier moet het bewijs leveren van het recht op vrijstelling = bewijs van verzending of vrvoer van goederen buiten België, maar binnen EU)
    • Bewijs dat de levering gschiedt voor een belastingplichtige die vooor de btw is geïdentificeerd in een andere lidstaat:
      • Daar is de ICV wel belastbaar aan het toepasselijke btw-tarief.
  • Het recht op vooraftrek van btw blijft voor de Belgische onderneming = level playing field tussen bedrijven die binnen de EU hun producten verkopen en enkel binnen België.
    • De btw van de leverancier is aftrekbaar als uw output-handeling belastbaar is.
31
Q

Wat is de aftrekregel?

A
  • Artikel 45:
    • Btw op de input wordt onmiddellijk en ineens afgetrokken op basis van het vermoedelijke gebruik van de goederen en diensten.
  • Dus je recht op aftrek ontstaat op het moment dat die goederen en diensten aan jou geleverd zijn en je beschikt over een factuur en we hebben gezien dat elke levering van een goed of een dienst gepaard moet gaan met facturatie. Dat is de discussie omtrent de opeisbaarheid van de btw.
  • Subaspecten:
    • Het recht op aftrek ontstaat bij de levering van het goed of dienst en u moet beschikken over een factuur. Dus u moet altijd een factuur hebben anders kun je het niet uitoefenen.
    • ICV: je behoudt in beide gevallen je recht op vooraftrek, als het naar een niet-EU handeling gaat:
      • Output handeling is een economische handeling onderworpen aan btw en dus daarom recht op vooraftrek van je input op btw.
32
Q

Wat zijn de beperkingen op het recht van aftrek?

A
  1. Volledige belastingplichtigen: Je kan slechts de input gedeeltelijk gebruiken voor belastbare handelingen omdat ook ten dele die inputhandelingen voor privé worden gebruikt. Vaak bij kleine vennootschappen.
    • Bv. Aannemer die een vrachtwagen koopt waarmee hij paarden naar jumpings vervoert: dus 5 dagen professioneel gebruik en 2 dagen privé. Dan is dus maar 5/7de van de btw aftrekbaar omdat die camion maar 5 van de 7 dagen beroepsmatig wordt gebruikt.
  2. Gemengde btw-plichtige: Hij of zij die 2 economische activiteiten ontwikkeld, de ene wel en de andere niet.
    1. Banken: alle financiële verrichtingen van banken zijn vrijgesteld van btw. Dit is artikel 44. Als je interest betaalt moet je daar geen btw voor betalen.
    2. Leasing van banken: niet vrijgesteld: dit deel is wel aan de btw onderworpen dus een gemengde btw plichtige. Dit is artikel 18. Huurt u een auto dan wel elke maand een factuur van 1500.
  3. Sommige btw is niet aftrekbaar: geheel verbod of gedeeltelijk verbod of aftrek.
33
Q

Hoeveel btw mag zo een gemengde dienst aftrekken?

A
  • Stel in de maand april 1 miljoen input btw op goederen en diensten die zij gekocht heeft om haar activiteiten te kunnen ontwikkelen.
    • Algemene regel is de pro rata regel voor hoeveel ze van dat miljoen kan aftrekken.
    • Pro rata tussen de omzet met de btw plichtige activiteit, in de teller en in de noemer: alle omzet.
    • Dus stel: 3 miljoen omzet uit de leasing en 6 miljoen uit de rest. Dan is alle omzet 9 miljoen: 3/9 à Dan kan ze 1/3de aftrekken. Dit is logisch van 1/3de van haar activiteiten zijn aan btw onderworpen.
      • In theorie gemakkelijk maar in de praktijk niet eenvoudig om uit te rekenen.
  • 1 uitzondering: soms in het voordeel van de belastingplichtige, dat is lastig want dan gaat de fiscus die niet automatisch geven en moet je hem vragen.
    • Regel van het werkelijk gebruik.
  • Dus wat doen we: al onze facturen in é pakken gooien, in 2 stapels:
  • Alle inputfacturen die betrekking hebben op de vrijgestelde financiële diensten. Deze zijn vrij. Stel 150.000.
  • Alle input facturen die betrekking hebben op de belastbare leasing diensten. Deze zijn aan btw onderworpen. Dit zijn vooral de aankoop van de auto’s. Stel 850.000 euro input btw van de maand op aankoop auto’s.
    • Dan zegt de wet: alle btw die je hebt betaald op uw vrijgestelde diensten is niet aftrekbaar en alle btw die je hebt betaald op uw leasingdiensten: wel aftrekbaar dus dat is logisch.
    • Dit is een echte scheiding bij de belastingplichtige tussen die 2 activiteiten. Alles wat betrekking heeft op de vrijgestelde outputdienst is per definitie logisch niet aftrekbaar. En alle btw die betrekking heeft op je belastbare output, is aftrekbaar.
  • Dus algemene regel: 3/9 van 1 miljoen = 333.333,33 euro aftrekbaar.
  • Regel werkelijk gebruik: 850.000 euro aftrekbaar.
    • Dit is veel voordeliger en gaat de bank dus gebruiken, maar je moet het wel vragen. Kruisje zetten in je aangifte.
  • Er is natuurlijk een 3de soort stapel: diensten van de inputdienst zowel aan de ene kant van de verrichtingen afhangen als aan de andere kan van de verrichting:
    • Bv. Hoofdzetel van de bank consumeert heel veel energie, elektriciteit en water à Hierop moet je ook weer pro rata op toepassen want die facturen kun je niet schiften.
34
Q

Wat hield het Sanoma arrest in?

A
  • Kosten van onthaal zijn niet aftrekbaar:
    • Publiciteit gaat vaak gepaard met belangrijke uitgaven, daar drukt btw op: bv. Je houdt een presentatie voor de nieuwe btw en dan heel wat btw op kosten voor spijs en drank en alcoholische dranken die prima facie niet aftrekbaar is, maar de garagist zegt: dat is publiciteit dus die kosten metamorfoseert in publiciteitskosten. Deze kosten zijn wel integraal aftrekbaar zegt de rechtspraak.
    • Als ik een folder publiceer dan is die integraal aftrekbaar, maar als ik publiciteit maak via een event met wijn en bier en al wat je wil is dat ineens niet meer aftrekbaar dus dat is een moeilijke grens.
  • Sanoma arrest in 2005:
    • Cassatie zegt dat 100 % aftrekbare btw indien reclame, niets aftrekbaar indien kost van onthaal. Dat is de regel maar wat is de grens.
    • “Kost van onthaal is entertainment voor de klant en gast”. Dus als er entertainment is dan zit je in de kosten van onthaal.
    • “Reclame is bedoeld om goederen en diensten te promoten maar kan een entertainment karakter hebben” à lost dus niet veel op.
      • Blijft moeilijk: als je goederen en diensten promoot als bedrijf, terwijl wijn schenkt en eten geeft, is het entertainment karakter vervaagd in publiciteit en is alles aftrekbaar.
35
Q

Wat met btw op autokosten?

A
  • Inkomstenbelasting: wetgever schrik dat de Belg hem zou rollen met zijn autokosten. Zelfs al zijn ze volledig beroepsmatig, je kan ze maar proportioneel aftrekken.
    • In functie van de CO2 uitstoot bij de inkomstenbelasting.
  • In btw nog van de oude stempel en zijn we vooral beperkt door Europa en daar is de richtlijn nog niet veranderd:
    • 50 % van de btw van uw auto is niet aftrekbaar, zelfs als zou hij 100% beroepsmatig gebruikt worden. De wetgever gaat ervan uit dat je hem een deel privé gebruikt dus daarom 50%.
36
Q

Wat is herziening van aftrek?

A
  • Aftrek is onmiddellijk op basis van het vermoedelijk gebruik, van zodra je de factuur van je leverancier hebt ontvangen.
    • Maar die aftrek is gebaseerd op een vermoeden dat je dat gaat doorverkopen aan een eindconsument (zie de frigo’s).
    • Vermoeden dat alles wat gekocht is van input met btw zal worden doorverkocht.
  • Als dit vermoeden of veronderstelling verkeerd is dan moeten we die aftrek corrigeren. Onttrekking bestaat in 5 gevallen en al 4 gezien:
    • Wanneer het goed niet verkocht wordt maar privé gebruikt, dan moet je het onttrekken: je wordt geacht het aan jezelf te verkopen, maar dit is de perfecte fictie want je moet effectief een factuur naar zichzelf sturen. Hij zal ook die 21 moeten doorstorten aan de schatkist.
  • Herziening is iets anders: het is een correctiemechanisme maar hier omdat de aftrek ten onrechte is toegepast. We gaan nu de aftrek zelf corrigeren.
    • Bij onttrekking laten we die intact omdat het recht op aftrek automatisch ontstaat. We laten die aftrek onaangeroerd maar hij moet btw betalen op de output als hij heeft verkocht. Geen keuze, de wet bepaalt of je links of rechts zit.
37
Q

Wat is gewone herziening?

A
  1. Wanneer de aftrek niet correct werd toegepast. De btw-controleur gaat kijken wat je hebt afgetrokken: vooral alle gedeeltelijk of niet aftrekbare btw. Bv. Iemand die toch alcoholische dranken wil afschrijven en dan dura lex, sed lex. Moet eruit.
  2. Gemengde btw plichtige: moeilijk voor de pro rata berekening. Je weet je volledige omzet pas helemaal op het einde, zeker in het eerse jaar is het wat gokken. Je kan dat niet weten het eerste jaar dus je doet een gok. 45%? Ik zeg maar iets en de laatste dag van het jaar kan dat gecorrigeerd worden. Je hebt misschien recht op 60% aftrek, goed dan trek je bij af. Is dat maar 30%? Ja, dan moet je 15 terugstorten. Dat is een herziening van je aftrek. En de definitieve pro rata van 2018, ja, die 3/9de in mijn voorbeeld. Die 3/9de dat is de voorlopige pro rata van 2019.
    • Op het einde van het jaar, dat is een vast cijfer hier, we hebben dat kunnen berekenen de 31 december van 2018, dat cijfer ligt vast en voor ’19 passen we datzelfde cijfer en we vertrekken van dat cijfer en voor 31 december van 2019 kijken we: het is misschien 4/9de. En dan mogen we meer aftrekken. 2/9de , dan mogen we minder aftrekken en dan moeten we terugstorten.
38
Q

Wat is de herziening van bedrijfsmiddelen?

A
  • Materieel vast actief, investering in een actief bestanddeel dat duurzaam voor uw beroepsactiviteit wordt gebruikt.
    1. Gebouw: het is een nieuw gebouw dus je hebt daarop btw betaald:
    2. Machines: Wat zegt de wet?
      • De btw aftrek op bedrijfsmiddelen is maar definitief verworden a rato van 1/15de per jaar voor vastgoed en 1/5de per jaar voor roerend goed. Dus je aftrek, ik koop vandaag, want je hebt een gebouw neergezet in de loop van 2018 en je hebt aan je aannemer 1 mio btw betaald, als die btw is aftrekbaar in 2018.
  • Ik koop vandaag een machine van €100 000+ 21 % btw. Je btw van €21 000 is aftrekbaar vandaag onmiddellijk. Wat zegt de wet? Die aftrek is maar definitief verworden a rato van 1/15 per jaar voor vastgoed en 1/5 per jaar voor een machine.
39
Q

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van herziening van btw op bedrijfsmiddelen?

A
  1. Bedrijfsmiddel niet meer aanwezig in de onderneming: je gebruikt een gebouw bv te kort voor een btw plichtige activiteit dus dan moet je de rest terugstorten.
  2. Stopzetting activiteiten waarbij je al goederen recht van vooraftrek hebt uitgevoerd en nu de machines niet verkocht krijgt.
    • Machine gekocht in 2014, stopt activiteiten in 2017 en de curator krijgt de machine niet verkocht. Als het nog binnen het tijdvak van 5 jaar zit moet je btw herzien.
    • Als je die kunt verkopen met btw, geen probleem. Als je hem niet verkocht krijgt dan zijn er nog 2 van de 5 jaar niet verstreken en moet je 2/5de van de herziening doorvoeren en terugstorten.
      • Je kan dit vermijden door de machine voor een heel lage prijs verkopen met btw.
      • Er zijn geen regels over marktconformiteit zoals bij de inkomstenbelasting.