Injectie Flashcards

1
Q

Soorten injectie

A
Intra-musculair
intra-dermaal
intra-veneus
subcutaan
intra-perioneaal
intra-cardiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intra-cardiaal

A

Gebruikt bij euthanasie. Dit is een makkelijke en snelle manier om te gaan euthaniseren. Dier op laterale positie (links omhoog). luister naar hart punctum maximum tussen 3e en 5e intercostaal ruimte. prik met een dikke naald en aspireer (veel bloed en pulsatie te zien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Subcutaan

A

Maak een tentje waar de huid beweging toelaat
Plaats de naald in het tentje en laat de huid los en injecteer. Er zal zich een bobbeltje vormen. Scheren of ontsmetten is niet nodig

Kat, hond konijn: nekvel/huid lat op thorax of adomen
Paard, rund: in vel thv nek of boekspieren
Varken: achter het oor of achter de schouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intra-musculair

A

Scheren of ontsmetten niet nodig:
Kat,hond, konijn: In de rugspieren naast de spinaaluit./in m. semimembra. of semitendi. weg van de n. ischiadicus.

Paard: linkerhand net onder manenboog, rechterhand voor m. supraspinatus. Waar je handen elkaar raken is de plek (let op v. jugularis)

Rund: vaak in de nek
Varken: oorbasis of in de nek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intra-peritoneaal

A

Vaak bij labdieren/kleine dieren. Je moet grote hoeveelheden injecteren als de IV injectie niet mogelijk is.

onder hoek van 45 in de wand van het abdomen prikken. (aspireren om te kijken of je niets hebt geraakt.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

intra-veneus

A

Scheer de plek en ontsmet met alcohol (duidelijk zichtbaar maken van de vene)
kat,hond: v. cephalica voor. v. saphena lat. achter (grote hond)

Konijn: oorvenen (moeilijk) v. cephalica

paard,rund,varken: v. jugularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aseptische injectie

A

Wees aandachtig en goede hygiene
in het midden prikken van flacon
Volg de aanwijzingen van de bijsluiter: (houdbaarheid en bewaring)
Optrekken van het product:
open de naald op de juiste manier, nooit dop met tanden er afhalen. Dop van flacon reinigen. Gebruik nooit een gebruikte naald nog een keer. Zorg er voor dat de naald goed in vloeistof zit. tik voor belletjes te verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Orale administratie

A

Denk hierbij aan je eigen veiligheid

Kat, hond: Pil diep genoeg in de keelbrengen en kijken of het dier geslikt heeft. Siroop diep inbrengen en je kan de kat bij het nekvel pakken

Paard: pasta’s terhoogte van diastema inbrengen

rund: veelal IM injectie, pensboli: in te brengen met behulp van speciale applicator
varken: premix voeding of pastas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gauche

A

het aantal naalden dat in een oppervlak van 1 vierkante centimeter kunnen worden geplaatst. Hoe fijner de naald hoe makkelijker ze door weefsel kunnen dringen en hoe minder pijn het doet maar het product kan er moeilijker uit en de injectie duurt langer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Keuze van gauche

A
De diersoort
De leeftijd
Het doel van de naald
Het karakter van het dier
De aard van de te injecteren vloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gebruik van een katheter

A

Wanneer er anders verschillende keren IV geprikt moet worden
Om een infuuslijn in aan te brengen
om grote hoeveelheden IV te injecteren
Om bloed af te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Materiaal voor katheter:

A
Tape
vetwrap
katheter in juiste maat
Scheermachine/mesje
Alcohol
Knelband
Spuit met flush
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe katheter plaatsen

A
Leg materiaal klaar
Scheer vacht
plaats knelband of laat vene afduwen
ontsmet met alcohol
Breng katheter in het bloedvat
Haal de naald weg en breng de katheter dieper in de venen in
Maak knelband los
plaats de dop op de katheter
Maak de katheter vast
flush de katheter
Bevestig alles goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soorten Katheters

A

Centraal veneuze katheter (kan blijven zitten voor altijd)
Perifere katheter (moet worden vervangen voor infecties)
Zonder vleugels
met vleugels
met bijspuitpunt
vlinderkatheter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gecompenseerde Shock

A

Zeldzaam bij katten

CVT veeeel korter dan 2 sec. tachycardie. verminderd bewustzijn. normale bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedecompenseerde shcok

A

CVT groter dan 2 sec. Bleke mucosae. Sterk verminderd bewustzijn. Zwakke pols

17
Q

Hypovolemisch

A

Verminderd bloedvolume

18
Q

Distrubutief

A

Verminderde perifere vasculaire weerstand

19
Q

Hypoxemisch

A

Verminderde zuurstofconcentratie in het bloed

20
Q

Metabool

A

Storingen in het cellulair metabolisme

21
Q

Cardiogeen

A

Verminderde cardiac output

22
Q

Soorten vloeistoffen voor infuus

A

Kristallijne vloeistoffen: kleine moleculen (verdelen over alle vloeistofcompartimenten)
Substantie oplossingen: 0,9% NaCl/Ringerlactaat
Colloidoïden: Grote moleculen (blijven langere tijd in bloedvaten), verhogen de oncotische druk

23
Q

3 fasen van vloeistoftherapie

A

Spoed
Substitutie
onderhoud

24
Q

Spoed bij vloeistoftherapie

A

Correctie shock
90ml/kg/uur voor hond
40-60ml/kg/uur voor kat

Starten met kristalloïden in boli van 10-20ml/kg hond of 5/10 ml/kg kat en dan elke 10 min evalueren. Geen verandering dan colloïden toevoegen

25
Q

Substitutie bij vloeistoftherapie

A

=onderhoud + tekorten

%dehydratatie in decimalen * LG * 1000

26
Q

Onderhoud bij vloeistoftherapie

A

(30*LG) + 70 + extra verliezen

27
Q

Voorschrift bevat vooraf verplicht

A
De naam, voornaam en adres van dierenarts
Een volgnummer dat bestaat uit:
- 0/1 (nederlands of frans)
-inschrijvingsnummer
-doorlopende nummering
28
Q

Dierarts vermeld volgende dingen op voorschrift

A
  1. datum
  2. naam adres verantwoordelijke
  3. identificatie van dier/dierengroep
  4. de precieze benaming en hoeveelheid van geneesmiddel
  5. de behandelende aandoening
  6. Aanwijzingen voor gebruik
  7. Geldigheidsduur
  8. Handtekening dierenarts