Fixatie Flashcards

1
Q

Voorzorgsmaatregelen kat fixeren

A
  • minimale dwang
  • Alle deuren ramen kastjes dicht
  • Geen spullen op de tafel
  • Read the cat’s body language
  • Gebruik afleidingstechnieken
  • Verlies geen geduld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Scruffing

A

Vastnemen in het nekvel

Kalmerend!
Verwijder de halsband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cupping

A

met je dominante hand zo veel mogelijk huid achter het hoofd en nek nemen en met andere hand neem je het hoofd langs onder. Duim bovenop en vingers onder de kin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kat dragen

A

met onderarm en elleboog tegen je lichaam en dan met je hand de nek vastnemen. Je kan hem van je afhouden door de achterpoten en staart zo te pakken dat ie deze intrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Venapunties kat

A

Pas als de persoon echt klaar staat. de kat moet sternaal liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorzorgsmaatregelen fixatie hond

A

Laat de eigenaar zijn eigen hond niet fixeren. Sommige rassen bijten sneller. Zorg altijd voor een correcte benadering bij een vreemd dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bijzondere hatering

A

puppy dicht tegen je lichaam drukken.
drachtige teef voorzichtig met abdomen
oudere hond zachtaardig behandelen
nerveuze hond voorzichtig
agressieve hond met twee personen behandelen en als gevaarlijk zien
Gewond dier. Altijd een muilband (behalve bij hoofdletsel of braken) omdoen en zeer voorzichtig handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hond optillen <25 kg

A

linkerarm rond de nek onder langs. Rechterarm onder het abdomen. Optillen uit je benen en dier dicht tegen je lichaam houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hond optillen >25 kg

A

Twee personen beide aan dezelfde kant. Persoon voor 1 arm rond de nek en andere onder borst en achter de voorbenen
persoon achter 1 arm rond de achterhand en de andere voor de achterpoten (bij reu voor de voorhuid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sternale fixatie hond

A

staande positie. Arm voor rond de nek onderlangs.
Met andere arm knieen indrukken en hond laten zitten. ga vervolgens met die hand langs het lichaam en pak de voorpoten en trek die naar voren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Laterale fixatie

A

linker hand voor voorpoten langs en poot dichtst bij pakken. Zelfde achter via de buik. Hond tegen je lichaam en dan langzaam onderuit trekken. Poten hoog houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bloedname vena cephalica

A

sternale ligging: houd hond dicht tegen je lichaam. draai kop weg en neem met je andere hand de elleboog en duw deze recht. met je duim van mediaal naar lateraal duwen. Tourniquet boven het ellebooggewricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bloedname vena Saphena Lateralis

A

Laterale fixatie: 1 hand houd beide voorpoten vast en worden van de tafel afgehouden. andere hand neemt achterpoot vast en strekt de knie voor persoon die punctie gaat doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gaas muilbandje

A

2 personen 1 fixeert andere legt muilband: middenin een knoop voor zwaarte en dan losse voor lus. langs onder kruisen en naar de nek daar ook een knoop (makkelijke) leggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly